Genetische testen uitgevoerd bij katten
- Bloedgroepbepaling
- CH (Congenital Hypothyroidism)
- CMS (Congenital Myasthenic Syndrome)
- GSD4 (Hypertrofe cardiomyopathie)
- HCM-MYBPC3 (Hypertrofe Cardiomyopathie – MYBPC3 related) – Maine Coon
- HCM-MYBPC3 (Hypertrofe Cardiomyopathie – MYBPC3 related) - Ragdoll
- PKD (Polycystic kidney disease)
- PKdef (Pyruvaat Kinase Deficiëntie)
- PRA (Progressieve Retina Atrofie - KIF3B related)
- SMA (Spinal Muscular Atrophy)
Bloedgroepbepaling
OMIA
000119-9685
Beschrijving
Bij katten komen 3 bloedgroepen voor: A (meest voorkomend), B (veel voorkomend bij bepaalde rassen, zoals Exotics, Brits korthaar, Cornish rex en Devon rex) en AB (zeldzaam). Deze bloedgroepen worden bepaald door verschillende (rasspecifieke) CMAH genvarianten (zie referenties). Via deze DNA test wordt het bloedgroepgenotype bepaald op basis van een aantal (rasspecifieke) CMAH varianten, waaruit de bloedgroep met een zeer hoge waarschijnlijkheid kan worden afgeleid. De kennis van de bloedgroep (of de genvariant die de bloedgroep bepalen) is van belang bij het voorkomen van reacties bij bloedtransfusies (het doneren van bloed met bloedgroep A aan katten met bloedgroep B leidt tot acute hemolytische anemie) en neonatale geelzucht (bij kitten met bloedgroep A van een kattin met bloedgroep B).
Referenties:
- Kehl et al (2018) Molecular characterization of blood type A, B, and C (AB) in domestic cats and a CMAH genotyping scheme. PLoS One. 20;13:e0204287. DOI: 10.1371/journal.pone.0204287.
- Gandolfi et al (2016) A Novel Variant in CMAH Is Associated with Blood Type AB in Ragdoll Cats. PLoS One 11:e0154973. DOI: 10.1371/journal.pone.0154973.
- Omi et al (2016) Molecular Characterization of the Cytidine Monophosphate-N-Acetylneuraminic Acid Hydroxylase (CMAH) Gene Associated with the Feline AB Blood Group System. PLoS One 11:e0165000. DOI: 10.1371/journal.pone.0165000.
- Bighignoli et al (2007) Cytidine monophospho-N-acetylneuraminic acid hydroxylase (CMAH) mutations associated with the domestic cat AB blood group. BMC Genet 8:27. DOI: 10.1186/1471-2156-8-27.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Bloedgroep A met genotype A/A : deze katten geven enkel het A-allel door. Geen van de nakomelingen kan bloedgroep B hebben.
- Bloedgroep A met genotype A/AB : deze katten geven of het A-allel of het AB-allel door. Geen van de nakomelingen kan bloedgroep B hebben.
- Bloedgroep A met genotype A/B : deze katten geven of het A-allel of het B-allel door. Indien gekruist met een kat met bloedgroep B, zullen 50% van de nakomelingen bloedgroep B hebben, indien gekruist met een B-allel dragende kat zal 25% van de nakomelingen bloedgroep B hebben!
- Bloedgroep AB met genotype AB/AB : deze katten geven enkel het AB-allel door. Geen van de nakomelingen kan bloedgroep B hebben.
- Bloedgroep AB met genotype AB/B : deze katten geven ofwel het AB-allel of het B-allel door. Indien gekruist met een kat met bloedgroep B, zullen 50% van de nakomelingen bloedgroep B hebben, indien gekruist met een B-allel dragende kat zal 25% van de nakomelingen bloedgroep B hebben!
- Bloedgroep B met genotype B/B : deze katten geven enkel het B-allel door. Indien gekruist met een kat met bloedgroep B, zullen alle nakomelingen bloedgroep B hebben, indien gekruist met een B-allel dragende kat zal 50% van de nakomelingen bloedgroep B hebben!
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 07/06/2021
CH (Congenital Hypothyroidism)
OMIA
000536-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het TPO gen van de kat die CH kan veroorzaken bij Balinees, Birmaan, Britse langhaar, Britse Korthaar, Chartreux, Europese Korthaar, Domestic Medium Hair, Europese Langhaar, Exotic, Main Coon, Noorse Boskat, Oosterse Korthaar, Blauwe Rus, Siberische kat en Sphynx. Het betreft de variant NC_058370.1 (XM_045055112.1):c.514G>A (p.(Gly172Arg)) die voor het eerst beschreven werd door Van Poucke en medewerkers in 2022.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen CH ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) ) zullen geen CH ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen CH ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 16/11/2022
CMS (Congenital Myasthenic Syndrome)
OMIA
001621-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het COLQ gen van de kat die CMS kan veroorzaken bij de Sphynx en Devon Rex. Het betreft de variant NC_058376.1 (XM_003992132.4):c.1190G>A (p.(Cys397Tyr)) die voor het eerst beschreven werd door Abitbol en medewerkers in 2015.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen CMS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) ) zullen geen CMS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen CMS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 22/12/2022
GSD4 (Glycogen storage disease IV)
OMIA
000420-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het GBE1 gen van de hond die GSD4 kan veroorzaken bij de Noorse boskat. Het betreft de variant NC_058376.1: g.34574435_34612034delins334 die voor het eerst beschreven werd door Fyfe en medewerkers in 2007.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen GSD4 ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) ) zullen geen GSD4 ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen GSD4 ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 17/05/2022
HCM-MYBPC3 (Hypertrofe Cardiomyopathie – MYBPC3 related) – Maine Coon
OMIA
000515-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het MYBPC3 gen van de kat die HCM kan veroorzaken bij Maine Coons. Het betreft de variant (NC_058377.1 (XM_019812396,2):c.2455C>T (p.(Arg819Trp)) die voor het eerst beschreven werd door Meurs en medewerkers in 2005. Omwille van de eerder lage associatie/penetrantie (er bestaan HCM-katten die deze variant niet bezitten en er bestaan gezonde oudere dieren die homozygoot mutant zijn) raden wij aan om initieel de aanwezigheid van de variant te testen bij HCM-katten en in aanwezigheid van de variant ook bij de nakomelingen. Deze variant is tot nog toe bij geen enkel ander ras aangetroffen. .
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die de betreffende variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen HCM ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als strong>'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen. Dit wil niet zeggen dat ze geen HCM kunnen ontwikkelen omwille van andere, nog niet gekende, varianten (wat wellicht het geval is bij sommige Maine Coons)
- Katten die de betreffende variant dragen in 1 genkopij (bezitten ook 1 normaal gen) zouden 1,8 keer meer kans hebben op het ontwikkelen van HCM dan Maine Coons zonder variant (berekend door wetenschappers van UC Davis).
- Katten die de betreffende variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) hebben 18 keer meer kans op het ontwikkelen van HCM dan Maine Coons zonder variant en 10 keer meer kans dan heterozygoten (berekend door wetenschappers van UC Davis).
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Fokken met dieren die de variant dragen wordt afgeraden.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 25/08/2021
HCM-MYBPC3 (Hypertrofe Cardiomyopathie – MYBPC3 related) - Ragdoll
OMIA
000515-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het strong>MYBPC3 gen van de kat die HCM kan veroorzaken bij Ragdolls. Het betreft de variant (NC_058377.1 (XM_019812396,2):c.2455C>T (p.(Arg819Trp)) die voor het eerst beschreven werd door Meurs en medewerkers in 2007. Deze variant heeft een hogere associatie/penetrantie (tot nog toe werd de variant steeds aangetroffen bij HCM-katten). Deze variant is tot nog toe bij geen enkel ander ras aangetroffen.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen HCM ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen. Dit wil niet zeggen dat ze geen HCM kunnen ontwikkelen omwille van andere, nog niet gekende, varianten.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen HCM ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische lijders'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen HCM ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen. Homozygoot positieve Ragdolls ontwikkelen sneller HCM dan heterozygoten.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Fokken met dieren die de variant dragen wordt afgeraden.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 25/08/2021
PKD (Polycystic Kidney Disease)
OMIA
000807-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het PKD1 gen van de kat die progressieve cystevorming in de nieren (PKD) veroorzaakt bij vooral Perzen (en aanverwanten), Exotics en Britse Kortharen, maar o.a. ook bij American Shorthair, Burmilla, Chartreux, Himalayan, Maine Coon, Oosterse Korthaar, Ragdoll, Scottish Fold, Scottish straight, Selkirk Rex, Siamees en Siberische kat (voor andere rassen gelieve eerst contact op te nemen met het LDG). Het betreft de variant OMIA Phene Species ID: 000807-9615, Variant ID: 314 die voor het eerst beschreven werd door Lyons en medewerkers in 2004.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die de betreffende variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen PKD ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die de betreffende variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen PKD ontwikkelen. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die de betreffende variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zijn nog nooit aangetroffen (wellicht embryonaal lethaal).
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Fokken met dieren die de variant dragen wordt afgeraden.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 06/09/2024
PKdef (Pyruvaat Kinase Deficiëntie)
OMIA
000844-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het PKLR gen van de kat die PKdef kan veroorzaken bij de Abessijn, Bengaal, Caracal, Chausie, Egyptische Mau, Europese korthaar, Highlander, Highlander shorthair, LaPerm, Lykoi, Maine Coon, Maine Coon polydactyl, Napoleon, Munchkin, Neva Masquerade, Noorse boskat, Pixie-bob, Savannah, Singapura en de Somali. Het betreft de variant NC_058384.1:g.67876039G>A die voor het eerst beschreven werd door Giger en medewerkers in 1997.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen PKdef ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen PKdef ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen PKdef ontwikkelen. Lijders die de fokbare leeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 13/08/2024
PRA (Progressieve Retina Atrofie - KIF3B related)
OMIA
002267-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een variant aangetoond in het KIF3B-gen van de kat die PRA kan veroorzaken bij de Bengaal, Highlander, Highlander shorthair, Savannah. Het betreft de variant OMIA Phene species ID: 002267-9685, Variant ID: 1191 die voor het eerst beschreven werd door Cogné en medewerkers in 2020.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen PRA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) ) zullen geen PRA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen PRA ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 06/09/2024
SMA ("Spinal Muscular Atrophy")
OMIA
002389-9685
Beschrijving
Via deze test wordt een deletie aangetoond in de LIX1 en LNPEP genen van de kat die SMA kan veroorzaken bij de Maine Coon. Het betreft de ± 140-kbp deletie NC_018723.3:g.161036890_161176706_del die voor het eerst beschreven werd door Fyfe en medewerkers in 2006.
Staalname en verzending
Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.
Resultaten
- Katten die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen SMA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
- Katten die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen SMA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
- Katten die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen SMA ontwikkelen (juvenile onset). Lijders die de fokbare leeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.
De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).
Fokadvies
Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.
Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.
Laatste update: 18/02/2021