Ruim chronisch geïnfecteerde koeien op
Chronisch geïnfecteerde koeien opruimen
Boeren hebben vaak moeite met het opruimen van chronisch geïnfecteerde dieren, dat is begrijpelijk. Het probleem is dat deze dieren - waaraan niets te zien is - constante infectiebronnen zijn en dat ze ongezien andere dieren kunnen besmetten. Zij produceren constant te weinig melk en kunnen plots symptomen van klinische mastitis vertonen (opflakkering). De kiemen zitten zo diep ingekapseld in het uierweefsel dat de infectie niet meer te genezen is. In dat kader is Stapylococcus aureus meestal de grote boosdoener. Het wordt aanbevolen om de dieren met S. aureus op te ruimen als het celgetal langdurig hoog is (> 3 maanden) en/of als er meer dan één kwartier en dan vooral één van de achterkwartieren besmet is en/of als het dier reeds meer dan twee lactaties achter de rug heeft. De kans op genezing is in die gevallen bijzonder klein, zelfs bij een langdurige behandeling.
Bron: Landbouw&Techniek - Focus op uiergezondheid - Oktober 2008
zie ook 'Wat met probleemkoeien?'