De Melktechniek: Melken is een kunst
Basisprincipes
Door van bij de voorbehandeling van de koeien tot op het moment dat de koeien de melkput verlaten een aantal basisprincipes rigoreus toe te passen kan het aantal nieuwe mastitisgevallen beter onder controle worden gehouden.
Een goede voorbehandeling gebeurt droog
Droog reinigen
Koeien hebben een erg grote kans een uierinfectie op te lopen tijdens het melken als de melker te weinig aandacht besteedt aan de melktechniek. Zo is het erg belangrijk de uiers droog en niet nat te reinigen. Het is daarbij ook een must voor iedere koe een nieuwe, droge (papieren) doek te gebruiken om te vermijden dat mastitiskiemen (zoals bijvoorbeeld Staphylococcus aureus) van de ene koe naar de andere koe worden overgebracht.
Water mag maar ...
Als een uier erg vuil is dan mag water gebruikt worden om te reinigen maar er moet steeds voor gezorgd worden dat de tepels droog zijn alvorens het melkstel wordt aangesloten. Als de tepels nat zijn dan zullen de speenbekers namelijk gemakkelijker afglijden (zie foto). Dat leidt tot het aanzuigen van vuil met mogelijks eens stijging van het kiem en/of coligetal tot gevolg. Daarnaast verhoogt de kans op het ontstaan van de zogenaamde "impacts". Daarbij worden door de drukverschillen met hoge snelheid deeltjes van eventueel besmette melk tegen de spenen gelanceerd. Dat kan leiden tot nieuwe infecties. Bovendien werkt het afdruppen van water langs de uier en speen de overdracht van bacteriën naar de speentop in de hand en wordt het risico op nieuwe infecties en een verhoogd cel- en kiemgetal nogmaals groter.
Spenen ontsmetten
De spenen kunnen eventueel ook eerst ontsmet worden met een chloorhoudend "voorschuimproduct" (zie foto) of met een ander toegelaten product door middel van een dipbeker. Daarna kunnen de spenen worden afgedroogd met één droge (papieren) doek per koe. Deze manier van voorbehandelen kan helpen in het verminderen van het aantal nieuwe infecties veroorzaakt door voornamelijk omgevingskiemen zoals Streptococcus uberis.
Proper melken begint... op stal!
Houd de omgevingskiemen weg van het ligbed en de roosters door minstens tweemaal per dag de ligbedden te reinigen en de mest op de roosters te verwijderen. Vuile koeien met een vuile onderbuik en uiers vol haar kunnen onmogelijk proper gemolken worden.
Voorstralen heeft alleen maar voordelen
Door het voorstralen wordt de eerste celrijke en kiemrijke melk weggemolken, waardoor deze niet in de melktank terechtkomt en wordt afwijkende melk gemakkelijker herkend. Hoe vroeger klinische uierontstekingen (vlokken in de melk …) worden ontdekt, hoe vroeger ze kunnen behandeld worden en hoe groter de kans op genezing zal zijn. Daarnaast wordt de vrijstelling van het hormoon 'oxytocine' gestimuleerd, waardoor koeien sneller en beter worden leeggemolken. Voorstralen gebeurt bij voorkeur in een speciaal daartoe ontworpen voorstraalbeker, zodoende besmetting van de omgeving te voorkomen.
Sommige veehouders geven als tegenargument aan dat door koeien voor te stralen de kans op het overbrengen van infecties van de ene koe naar de andere via de handen groter wordt. Dit kan gemakkelijk voorkomen worden door na het voorstralen van een "probleemkoe" de handen te reinigen of te ontsmetten met een alcoholhoudende gel.
Win tijd door 60 seconden te wachten
Vóór het melken is bij melkkoeien een klein volume van de totale hoeveelheid melk in de uiercisternes opgeslagen. Deze kleine hoeveelheid melk is onmiddellijk beschikbaar als het melkstel wordt aangesloten. Door voor te stralen en de spenen te reinigen, wordt in de hersenen het hormoon 'oxytocine' vrijgesteld dat ervoor zorgt dat de koe haar melk die hogerop aanwezig is, laat "schieten". Het duurt echter ongeveer 60 seconden alvorens het hormoon het uierweefsel bereikt. Door de "60-seconden regel" toe te passen, lopen het wegmelken van de aanwezige melk in de uiercisternes en het laten "schieten" van de melk vloeiend in elkaar over. Daardoor is de uier sneller leeggemolken met kortere melktijden, minder beschadiging van het slotgat en minder kans op uierontsteking tot gevolg. De "60-seconden regel" kan in de praktijk gemakkelijk toegepast worden door eerst een aantal koeien voor te behandelen en daarna terug te keren naar de eerste koe om het melkstel aan te hangen. Zo kunt u door 60 seconden te "wachten" … tijd winnen.
Werk hygiënisch
De handen van de melker kunnen fungeren als overbrengers van melkresten met daarin mastitiskiemen van de ene koe naar de andere. Regelmatig de handen afspoelen en ontsmetten met bijvoorbeeld alcoholhoudende gel (dit houdt de handen ook zacht) (zie foto) tijdens het melken en vooral na het melken van 'probleemkoeien', voorkomt dit. Daarnaast koloniseren mastitiskiemen zoals stafylokokken vaak de handen van de melkers. Het dragen van handschoenen tijdens het melken kan daarom een goede maatregel zijn om te vermijden dat mastitiskiemen die op de handen aanwezig zijn op de spenen van de koeien terechtkomen.
Dippen/sprayen na het melken... doe het zorgvuldig.
Na het melken moeten de spenen ontsmet worden door ze te dippen of te sprayen met een ontsmettingsmiddel. Dit middel doodt de mastitiskiemen die na het melken op de speenhuid achterblijven en vermindert daardoor de kans op het ontstaan van infecties tussen de melkbeurten door.
De betere dipmiddelen bevatten ook een verzachter die de tepelhuid zacht en soepel houdt, iets wat zeker belangrijk is tijdens de winterperiode. Een zachte en soepele speen is beter bestand tegen het inwerken van de melkmachine en zal dus zijn functie als beschermer tegen mastitiskiemen beter vervullen. Er moet op gelet worden dat de tepels voldoende bedekt worden door het dip- of spraymiddel, anders is het toepassen ervan zinloos. Het sprayen moet ervoor zorgen dat het middel op de spenen terechtkomt en niet in de buurt van de spenen, want ook in dat geval heeft sprayen geen enkele zin. Daarnaast moet om effectief te zijn bij elke melkbeurt gedipt of gesprayd worden en dit zowel tijdens de zomer als tijdens de winter.
Wat met 'probleemkoeien'?
Een ander belangrijk aandachtspunt tijdens het melkproces is het melken van geïnfecteerde koeien ('probleemkoeien'). Dit zijn koeien met een klinische uierontsteking, koeien met een verhoogd celgetal of koeien waarbij via bacteriologisch onderzoek werd vastgesteld dat een uierinfectie aanwezig is. Deze koeien zijn een bron van besmetting voor de andere koeien in de kudde en verdienen speciale aandacht bij het melken.
Er wordt wel eens aangeraden om 'probleemkoeien' als laatste te melken, maar dit is vaak een moeilijk op te volgen advies. Makkelijker is het om het melkstel na het melken van een geïnfecteerde koe onder te dompelen in heet water van minstens 75° Celsius. Op deze manier worden de kiemen die aanwezig zijn in de speenbekers afgedood. De melkstellen uitspoelen met koud water helpt helemaal niet.
Zorgen voor een continue aanvoer van heet water in de melkput kan makkelijk geregeld worden via het installeren van een kleine boiler boven de melkput of door heet water via een warmtebestendige waterslang vanuit het melkhuis tot in de melkput te brengen. Op die manier vermijdt men met emmers water te moeten sleuren, een bezigheid die snel gaat vervelen en dus al snel niet meer wordt toegepast.
Rechtstaan na het melken
Na het melken blijft het slotgat nog een half uur tot een uur openstaan. Daarom is het belangrijk dat de koeien na het melken nog minstens een half uur vast worden gezet aan het voederhek. Door vers voeder aan het voederhekken te voorzien zullen de dieren na het verlaten van de melkput meer geneigd zijn om te gaan eten en zodoende te blijven rechtstaan. Ook dippen met een barrièredip die een film over de speentop en het slotgat legt, kan helpen om de uier tussen de melkbeurten in beter te beschermen tegen mastitisverwekkers vanuit de omgeving. Nog belangrijker is echter dat de koeien na het melken steeds in een propere en droge omgeving terechtkomen.