Historiek
Plechtige opening
In vergelijking met de andere West-Europese universiteiten is de Gentse Alma Mater relatief jong. Op 9 oktober 1817 werd de instelling plechtig geopend door koning Willem I van Oranje. Op 3 november startten de colleges.
Het eerste professorenkorps telde zestien leden, waaronder negen buitenlanders. In 1817 lieten zich 190 studenten inschrijven voor de vier faculteiten: Letteren, Rechten, Geneeskunde en Wetenschappen. In 1830 was hun aantal al aangegroeid tot 414 .
Vernederlandsing
De vernederlandsing van de Gentse universiteit greep plaats in 1930, toen België zijn 100-jarig bestaan vierde. Het neerhalen van de taalbarrière vormde een belangrijke stap naar de democratisering en de wetenschappelijke ontplooiing van de laatste decennia. De Universiteit van Gent is een autonome en open instelling die openbaar universitair onderwijs namens de Vlaamse Gemeenschap organiseert.
Veterinaire School
De Veterinaire School werd opgericht in 1933 als "Veeartsenijschool", de tweede diergeneeskundige school in België, de eerste waar de Vlaamse studenten in hun eigen taal werden onderwezen. De school werd officieel erkend door de wet 21 van Juni, 1934 (door Minister M. Lippens). De school was de Vlaamse tegenhanger van het Franse Instituut van Veterinaire Wetenschap, in Cureghem dat vandaag deel uitmaakt van de Universiteit van Luik.
De Belgische Nobelprijswinnaar Prof. Dr. Cornelius Heymans speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van de veeartsenijschool in Gent.
Agronomische en Veterinaire Wetenschappen
In het begin van de jaren '50 begon de Voorzitter van de Raad van de Veterinaire School Prof. Dr. em. Georges Peeters (die een bekend lactatiefysioloog met Internationale reputatie was) met de directeur-generaal, M. Knaepen van het Ministerie van Nationaal Onderwijs, te onderhandelen over de erkenning van de school als faculteit. Op dat ogenblik werden 3 mogelijkheden voorgesteld:
- oprichting van een faculteit Agronomische en Veterinaire Wetenschappen
- een integratie binnen de faculteit Geneeskunde
- de oprichting van een aparte faculteit Diergeneeskunde
Autonome faculteit
In 1965 werden alle Belgische Agronomische en Veterinaire Scholen erkend bij wet als afzonderlijke faculteiten (wet van 9 van April 1965). De veeartsenijschool van Gent begon als autonome faculteit van de diergeneeskunde op 1 oktober 1968 met Prof. Dr. em. G. Peeters als eerste decaan (1968-1970). Het was de 7e faculteit van de Universiteit Gent.
Campus Merelbeke
Eind jaren 60 werd definitief beslist om een nieuwe campus te bouwen voor de Faculteit Diergeneeskunde, nabij de bestaande proefhoeve en het zoötechnisch instituut in Merelbeke. In de jaren 70 werd reeds de hoogbouw aan de linkerzijde van de faculteit gerealiseerd. Dit complex naar ontwerp van Architect Elanson bevat voornamelijk laboratoria. De proefdierstallen aan de achterzijde werden in 1977 gebouwd. Pas in 1984 werd de hoogbouw afgewerkt, maar het duurde nog tot 1994 eer het gebouw in gebruik werd genomen.
In het centrum kwam een vijver met een aanpalend waterzuiveringsstation (gebouwd in 1987-88). Een vijftal jaar later, op 10 december 1993, werd de eerste steen gelegd van de gebouwen langs de zijde van de E40. In totaal spreken we over een oppervlakte van 31.000 m². Deze tweede fase werd overzien door architect Bob Van Reeth, van bureau AAROS-AWG.
Achteraan de faculteit werd een apart complex gebouwd voor de vakgroepen Morfologie en Pathologie, samen met een groot auditorium. Vooraan de faculteit werd het toenmalige restaurant gebouwd. In september 1996 bereikte de werf zijn voltooiing. Het academiejaar startte in oktober 1996 op de nieuwe campus.
In 2017 opende een nieuw restaurant tussen de hoogbouw en het rond punt. Het gebouw is energieneutraal en is een ontmoetingsplaats voor 250 personen, waar studenten tijdens en na de openingsuren kunnen studeren. Aan het plafond hangt het skelet van vinvis Leo die eerder ook in de Sint-Baafskathedraal ophing.
Aan de hoofdingang van de faculteit staat een beeld van beeldhouwer Geo Verbanck. Dit reliëf was oorspronkelijk te vinden aan het Casinoplein te Gent, en stelt een gestileerde paardenkop met begeleider en jaartal 1937 voor.