Hedendaagse beeldconstructies

Hedendaagse beeldconstructies: een retorische analyse van architecturale beelden en hun institutionele opvoeringen, aan de hand van de praktijken Caruso St John, OFFICE Kersten Geers David Van Severen en architecten de vylder vinck taillieu.

De afgelopen decennia worden gekenmerkt door een niet aflatende stroom architectuurbeelden die in zijn veelheid vaak alledaags en evident wordt geacht. Dit onderzoek vat deze architectuurbeelden daarentegen op als centrale elementen van het hedendaagse architectuurdiscours. In de jaren die volgen op de milleniumsiwssel lijkt er bovendien een vertrouwdheid ontstaan met digitale technieken die resulteerde in een scala aan hybride teken- en presentatietechnieken. Ze vertonen een wisselwerking tussen nieuwe media en langere tradities. De investering bevindt zich zowel in de constructie van de beelden, als in hun relatie tot een architectuurproject, als in de opvoering van de beelden in institutionele situaties. Het doctoraat onderzoekt de inzet van architectuurbeelden op deze 3 niveau’s, en de wisselwerking hiertussen aan de hand van drie praktijken die specifieke punten in het West- Europese architectuurveld bezetten: architecten de vylder vinck taillieu (Gent, °2010), Caruso St.-John (Londen, °1990) en OFFICE KGDVS (Brussel, °2002). De beelden worden geanalyseerd tussen praktijk en discursief veld om zo de operationaliteit ervan uit te diepen.

Deel één beschouwt de beelden als visuele constructies die aan de hand van hun techniek, architecturale en beeldende referenties een project kunnen sturen en situeren. Hier wordt vertrokken vanuit de didactische posities die de verschillende vennoten opnemen aan toonaangevende instituten. Dit deel argumenteert dat aan de hand van beeldtradities en beeldtropen een specifiek discours wordt opgebouwd. Binnen dit gedeelde kader wordt specifieke kennis overgebracht op een gesitueerde wijze.

Deel twee plaatst de beelden centraal in de architectuurdiscipline als onderdeel van een set documenten die een architectuurproject vertegenwoordigt. De geconstrueerde beelden worden hier als supplement beschouwd op de klassieke orthografische set. Door de beelden te beschouwen in een lange traditie van architectuurtekeningen, maar ook door ze te relateren aan beelden waaraan ze rechtstreeks relateren (zoals wedstrijdinzendingen door verschillende bureaus) wordt gepeild naar het verschil dat ze maken. De hypothese is hier dat er een project ligt in de differentiatie die ze aanbrengen, dat over projecten heen werkt. Deze differentiatie is bovendien veranderlijk doorheen de tijd, waardoor singuliere projecten opnieuw worden geijkt en het overkoepelende project wordt bijgestuurd of verrijkt.

Het derde deel beschouwt tot slot hoe de beelden worden opgevoerd in verschillende institutionele contexten om een monografisch verhaal te brengen. Binnen deze galerij- en museale contexten wordt de interpretatie van de beelden sterk gestuurd en al dan niet losgemaakt van het individuele architectuurproject. Dit deel wordt opgebouwd aan de hand van een set casestudies die de gelegenheden oproepen waarbinnen deze beelden worden opgevoerd of waarvoor de beelden zelfs specifiek werden geproduceerd. De focus ligt hier op het monografische beeld dat wordt geconstrueerd en de betekenisverschuivingen die de beelden vertonen binnen verschillende contexten.

Aan de hand van de drie delen wordt de relatie tussen beeld en project onderzocht, maar ook de relatie ten opzichte van een identiteit als praktijk. De constructie van de beelden worden zo beschouwd als de constructie van een visueel discours/visuele discoursen, dat zich sluimerend manifesteert naast het geschreven en gesproken discours. Doorheen het onderzoek naar de geconstrueerde beelden en hun opvoering wordt een blik geopend op een specifieke set architectuurpraktijken die hun stempel hebben gedrukt op de laatste twee decennia, en bij uitbreiding op de visuele cultuur van architectuur. Het onderzoek toont hoe de complexe wisselwerking tussen het particuliere project en een bredere visuele cultuur een sturende kracht is voor deze set praktijken en een cruciale context creëert voor het hedendaagse architectuurveld.

Project info

Onderzoeksgroep: Architectuurcultuur en de hedendaagse conditie (ACC)
Startdatum: 01/10/2017
Onderzoeker: Louis De Mey
Promotors: Maarten Liefooghe en Maarten Van Den Driessche