Onderzoeksprojecten
Medewerkers Infrastructuur Publicaties Samenwerking
De onderzoeksgroep inspanningsfysiologie, sportvoeding en trainingsleer voert zowel humane als dierexperimentele studies uit, waardoor zowel fundamentele als praktijkrelevante onderzoeksvragen worden behandeld.
Onderzoeksgroep DERAVE
1. Metabolisme van carnosine gerelateerde metabolieten
Deze onderzoeksgroep focust zich op onderzoek naar het metabolisme van carnosine, een dipeptide bestaande uit de aminozuren beta-alanine en histidine. Carnosine heeft tal van functies en is aanwezig in vlees en vis, waardoor het deel uitmaakt van een dagelijks omnivoor voedingspatroon. Het onderzoek focust zich onder andere op de verschillende functies van carnosine en probeert verder inzicht te verkrijgen in welke mate de opname, synthese en afbraak van dit metaboliet in verschillende organen plaatsvindt.
Representatieve publicatie: Boldyrev A., Aldini G, Derave W (2013). Physiology and pathophysiology of carnosine. Physiol Rev 93(4): 1803-1845.
2. Effect van voedingssupplementen/medicatie op inspanningsprestatie en gezondheid
De groep voert onderzoek uit naar het effect van voedingssupplementen (o.a. beta-alanine) en medicatie (anti-histamines) op de prestatie tijdens verschillende soorten inspanning en dus ook naar de limiterende factoren van inspanningsprestatie. Er wordt ook onderzoek verricht naar het effect van bioactieve stoffen in vlees en vis. Dit zowel in relatie tot inspanning alsook in relatie tot diabetes en andere metabole en ouderdoms gerelateerde ziekten.
Indien je graag op de hoogte blijft van de laatste bevindingen binnen het domein van de sportvoeding, kan je onze Instagrampagina ‘Sportvoeding_ugent’ volgen.
Download hier de gratis Infographic (in het Engels) ‘Hoe beta-alanine gebruiken’.
Representatieve publicaties:
- Blancquaert L., Everaert I., Baguet A., Bex T., Barbaresi S., de Jager S., Lievens E., Stautemas J., De Smet S., Baron G., et al. (2021) Acute preexercise supplementation of combined carnosine and anserine enhances initial maximal power of Wingate tests in humans. JOURNAL OF APPLIED PHYSIOLOGY. 130(6). p.1868-1878.
- Everaert I., Van der Stede T., Stautemas J., Hanssens M., van Aanhold C., Baelde H., Vanhaecke L. and Derave W. (2021) Oral anserine supplementation does not attenuate type-2 diabetes or diabetic nephropathy in BTBR ob/ob mice. AMINO ACIDS. 53(8). p.1269-1277.
- Van der Stede T., Blancquaert L., Stassen F., Van Thienen R., Everaert I., Vervaet C., Gliemann L., Hellsten Y. and Derave W. (2021) Histamine H1 and H2 receptors are essential transducers of the integrative exercise training response in humans. SCIENCE ADVANCES. 7(16)
3. Muscle Talent Scan
De onderzoeksgroep van Prof. W. Derave ontwikkelde de Muscle Talent Scan. Dit is een snelle, niet-invasieve scantechniek, afgenomen in rust, die in staat is een inschatting te maken van de spiervezeltype samenstelling van een atleet (verhouding snelle en trage spiervezels). Deze methode maakt gebruik van een NMR scanner in plaats van het klassieke spierbiopt. Het resultaat van deze scan geeft de atleet info over het talent voor explosieve versus uithoudingsdisciplines en kan de trainer ook waardevolle informatie bijbrengen over de planning van trainingen en herstel, met het oog op het voorkomen van blessures.
Meer info over dit project is te vinden op volgende websites: www.muscletalentscan.com en http://www.victoris.be
Wil je meer info over de relevantie van het spiervezeltype in de sport ? Download onze nieuwe geïllustreerde gids: Myotypes - the relevance of muscle fiber typology in sports (2021) (Lievens E., Stassen F., Derave W.)
Representatieve publicaties:
- Lievens E., Van Vossel K., Van de Casteele F., Wezenbeek E., Deprez D., Matthys S., De Winne B., McNally S., De Graaf W., Burdoch J., et al.(2021)
Muscle fibre typology as a novel risk factor for hamstring strain injuries in professional football (soccer) : a prospective cohort study
SPORTS MEDICINE. 52(1): p177-185. - Lievens E., Klass M., Bex T. and Derave W. (2020) Muscle fiber typology substantially influences time to recover from high-intensity exercise
JOURNAL OF APPLIED PHYSIOLOGY. 128(3). p.648-659. - Baguet A, Everaert I, Hespel P, Petrovic M, Achten E, Derave W (2011). A new method for non-invasive estimation of human muscle fiber type composition. Plos One 6(7): e21956.
Alle recente updates over onze onderzoeksgroep zijn te volgen op:
- X/Twitter
- Muscle Apps; een webpagina die al onze Shiny Apps verzameld gerelateerd aan spieronderzoek op een eenvoudige en interactieve manier
Onderzoeksgroep BOURGOIS - BOONE
1. Het Critical Power Concept
Het Critical Power Concept kwantificeert de hyperbole relatie tussen een opgelegd vermogen en de tijd tot uitputting. De Critical Power vormt de asymptoot aan deze relatie en correspondeert met de maximale lactaat steady state als kritische intensiteit bij het uitvoeren van inspanningen. Een tweede parameter binnen dit model is W’, die een anaerobe energiereserve voorstelt, waar een sporter gebruik van kan maken bij het sporten boven de Critical Power.
Representatieve publicatie:
- Caen K., Bourgois J., Bourgois G., Van Der Stede T., Vermeire K., Boone J. The reconstitution of W’ depends on both work and recovery characteristics. Medicine and Science in Sports and Exercise, 51: 1745-1751, 2019.
2. Training load monitoring/quantification en Prestatie follow-up en predictie
Het kwantificeren van de trainingsbelasting is een essentieel onderdeel van het trainingsproces aangezien het bekomen een optimaal trainingseffect bepaald wordt door de balans tussen training en recuperatie. De relatie tussen de trainingsbelasting enerzijds en de prestatie anderzijds vormt de heilige graal binnen de trainingsleer en binnen dit onderzoek wordt getracht prestatie op te volgen en te voorspellen aan de hand van de uitgevoerde trainingen.
Representatieve publicatie:
- Vermeire K., Vandewiele G., Caen K., Lievens M., Bourgois J., Boone J. Training progression in recreational cyclists: no linear dose-response relationship with training load. Journal of Strength and Conditioning Research, 2019.(published ahead of print)
3. De effecten van apneu (training) op gezondheid en prestatie
Het inhouden van de adem (i.e. apneu) stelt het lichaam voor een kritieke belasting aangezien de toevoer van zuurstof gelimiteerd wordt. In het lichaam zal de ‘diving response’ ervoor zorgen dat er zuurstofconserverend gewerkt wordt en dat de hersenen voldoende voorzien blijven van zuurstof. De fysiologische responsen gekoppeld aan acute apneu zouden een effect kunnen hebben op de daaropvolgende prestatie en het gebruik van apneutraining heeft een potentieel effect op de hemoglobineconcentratie in het bloed.
Representatieve publicatie:
- Bouten J., Colosio A., Bourgois G., Lootens L., Van Eenoo P., Bourgois J., Boone J. Acute apnea does not improve 3 km time trial performance. Medicine and Science in Sports and Exercise, 2019 (published ahead of print)