Neurological and Ageing Rehabilitation Research Unit Ghent
Niet-aangeboren hersenletsels (NAH) en revalidatie
Schouderpijn bij personen na een cerebrovasculair accident (CVA)
Hemiplegische schouderpijn wordt beïnvloed door heel veel factoren en dit bemoeilijkt de preventie en revalidatie ervan met grote impact op de levenskwaliteit. Deze onderzoekslijn wil informatie verzamelen over de onderliggende structurele en functionele veranderingen met diverse technieken inclusief Shear Wave Elastography (echografie).
Hot topic therapievormen
Via virtuele training kunnen personen na een CVA op een veilige manier uitgedaagd worden om hun grenzen te verleggen en hun revalidatiedoelen te behalen. In samenwerking met het UZ Gent lopen er verschillende onderzoeken op de GRAIL (Gait Real-time Analysis Interactive Lab) in het Smart Space labo.
Hierdoor wensen we meer inzicht te krijgen in de modaliteiten die best gebruikt worden om de patiënten optimaal te revalideren en te onderzoeken wat het effect is van verschillende behandelstrategieën op het bewegingspatroon van het personen na een CVA.
Motorische inbeelding (M.I.), is een techniek die reeds jarenlang wordt gebruikt in de sportwereld. Recente studies tonen aan dat deze oefenmethode mogelijk ook van nut zou kunnen zijn voor de revalidatie van patiënten met neurologische aandoeningen. Het onderzoek rond M.I. focust zich op het optimaliseren van het therapeutisch gebruik van M.I. bij patiënten na een CVA en het toepassen ervan bij personen na het doormaken van een traumatisch hersenletsel.
Taalproblemen bij personen met een niet-aangeboren hersenletsel
Elektro-encefalografie (EEG) is een betrouwbare methode om de temporele verwerking van taal op een objectieve en niet-invasieve manier te evalueren en wordt gebruikt in de diagnostiek en de follow-up van afasiepatienten en meertaligheid.
Huidig wetenschappelijk onderzoek legt zich toe op de ontwikkeling en normering van taalgerelateerde EEG paradigma’s. Bij meertalige afasiepatienten ligt de focus op de verwerkingsstrategieën (latentietijd, cognitieve controlemechanismen).
Een laatste toepassingsgebied focust zich op “wakkere” chirurgie in de behandeling van primaire hersentumoren (glioma). Wanneer het glioom gelegen is in een duidelijk taalgebied, tracht men tijdens de chirurgie het risico op bijkomende taalsymptomen te beperken.
Spraakproblemen bij personen met een niet-aangeboren hersenletsel
Naast taalproblemen kunnen personen met een NAH ook spraakproblemen ontwikkelen. Daarbij kunnen een gestoorde adembeheersing, stemgeving, resonantie, articulatie of prosodie (het ritme, de klemtoon en de intonatie) de spraakverstaanbaarheid bemoeilijken. Binnen de onderzoeksgroep richten we ons in het bijzonder tot de cortico-subcorticale connectiviteit van de verschillende netwerken die bijdragen tot spraakperceptie en -productie.
Ziekte van Parkinson en revalidatie
Valpreventie
Vallen is een vaak voorkomend probleem bij personen met de ziekte van Parkinson. Het doel van de onderzoeksgroep is om de multidisciplinaire risicofactoren (bewegingsstelsel, evenwichtsorgaan, spraakvermogen ) te identificeren die bijdragen tot (herhaaldelijk) vallen bij personen met de ziekte van Parkinson. Op basis van deze kennis worden efficiënte valpreventiestrategieën ontwikkeld ontwikkelen voor deze populatie.
Auditieve verwerking
Het is aangetoond dat personen met de ziekte van Parkinson reeds in de beginfase van de ziekte de geluiden luider waarnemen dan ze werkelijk aangeboden worden. Via EEG-onderzoek brengt onze onderzoeksgroep het auditief verwerkingsprobleem bij personen met de ziekte van Parkinson in kaart en ontwikkelt op basis van de EEG-componenten richtlijnen voor therapie.
Spraak, taal en slikken
De spraak- en taalproblemen bij personen met de ziekte van Parkinson kunnen de spraakverstaanbaarheid en de communicatie verstoren. Naast perceptuele en akoestische analyse focussen we ons op discourse- en conversatieanalyse, alsook op het meten van de effecten van medicatie en diepe hersenstimulatie op taal en spraak.
Veroudering en revalidatie
Valpreventie bij oudere personen
Ouder worden is een proces is dat een aantal veranderingen met zich meebrengt, die mogelijk kunnen leiden tot beperkingen en problemen van diverse aard. Vallen is een dergelijk frequent voorkomend probleem bij de oudere bevolking met mogelijk ernstige gevolgen op vlak van gezondheid en zelfredzaamheid. Onze onderzoeksgroep richt zich enerzijds op de rol van het ouder wordende axiale skelet, in houding (rompstatiek/nek) en kracht van de rompmusculatuur. De romp vormt in het menselijk lichaam een kinetische verbinding die het doorgeven van krachten tussen het bovenste en het onderste lidmaat faciliteert. Anderzijds wordt er ook aandacht besteed aan het inschatten van het valrisico. De hoeksteen van de preventie van valpartijen op oudere leeftijd wordt gevormd door een adequate valrisicoprofilering. Diverse tests en instrumenten worden hiervoor aangedragen, maar finaal blijkt geen enkele enkelvoudige test de gewenste kwalificaties te bereiken. Kan een samengestelde cluster van items en tests mogelijk hier de oplossing vormen?
Medewerkers
Zelfstandig academisch personeel en gastprofessoren
Prof. dr. MD Katie Bouche
Prof. dr. Dirk Cambier
Prof. dr. MD Engelien Lannoo
Prof. dr. Miet De Letter
Prof. dr. MD Kristine Oostra
Postdoctorale onderzoekers
Dr. Remco Baggen
Dr. Anke Van Bladel
Predoctorale onderzoekers
Drs. Yana Criel
Drs. Oona Cromheecke
Drs. Arne Defour
Drs. Daan De Vlieger
Drs. Annelien Dorme
Drs. Ellis Rommers