Marysa Demoor: Boeken van invloed
Prof. Marysa Demoor
Books are a girl’s best friend
“Even door het leven lopen in 21 invloedrijke boeken”. Dat was de opdracht voor deze tentoonstelling. In het eerste jaar Germaanse Filologie alleen al werden we verondersteld voor het literaire vak van elke taal en voor de inleiding tot de Europese literatuur 10 boeken te lezen. Samen goed voor 30 boeken. Vóór die opleiding kwamen er nog eens 17 jaar van boeken bij, stapels boeken die ik languit in de zetel op luie zondagen las. Ik kijk er met heimwee op terug. Ik las (bijna) alles wat ik te pakken kreeg. Urenlang. Het pure plezier van het lezen verdween na mijn opleiding en aanstelling als onderzoeker en lesgever in de Engelse literatuur. Alles wat ik van dan af las was in functie van mijn job. Ik had natuurlijk het geluk dat de job overlapte met deze hobby. De vakantie was het enige moment waarop ik vrij las wat ik wou maar door de drukte en groeiende verantwoordelijkheden in de academische wereld verdwenen ook die momenten van zorgeloos lezen.
Dit initiatief van Paul Buschmann, onze facultaire hoofdbibliothecaris zette me even in achteruitversnelling. Het viel me op hoezeer mijn lectuur als kind al een voorbode van mijn leven als academica was. Verhalen over opstandige meisjes en jonge vrouwen, voornamelijk negentiende-eeuwse auteurs en verhalen, geschiedenis verweven met romantiek en het dwepen met helden, heldinnen en avontuurlijke verhalen -- . Het zat er allemaal in. Zelf schreef ik ook al vroeg gedichtjes en korte verhaaltjes over sprookjesachtige wezens. Origineler wellicht was het begin van mijn autobiografie, opgestart een paar dagen na mijn 7de verjaardag. Ik had weinig last van bescheidenheid:
De vele vlekken op dit kleine kaartje wijzen erop dat iemand tranen met tuiten heeft gelachen bij het lezen van dit tekstje. De overige blaadjes (dit was als 1 genummerd) zijn gelukkig verdwenen.
Mijn pad zou niet dat van de creatieve auteur worden. Wat ik zou schrijven maar dat wist ik niet als zevenjarige was gebaseerd op stevig wetenschappelijk onderzoek. De fictieboeken die ik selecteerde voor de mini-tentoonstelling waren ongetwijfeld richtinggevend.
Boeken van invloed
- Les Malheurs de Sophie (1858) van La comtesse de Ségur
Ik begin bij het prille begin. Dit kinderverhaaltje over een ‘stout’ meisje werd me in mijn kleutertijd voorgelezen door een babysit. Ik las het zelf voor het eerst in het Frans toen ik in het tweede leerjaar zat. Opstandige meisjes als heldinnen in het verhaal zijn de rode draad in deze selectie van boeken, althans die uit mijn jeugd. Verder was ik werkelijk verslaafd aan sprookjes.
- Onder Moeders Vleugels (Little Women door May Alcott)
De 4 volumes, in vertaling, las ik ergens tussen het 4de en het 6de leerjaar. Ook dit boek gaat over opgroeiende jonge vrouwen die keuzes moeten maken in hun leven en willen ontsnappen aan de clichés die hen worden opgedrongen. Het is de intelligente en opstandige Jo March die mijn voorkeur wegdroeg. Haar creativiteit en avontuurlijk karakter botsten wel met haar uiteindelijke keuze voor de droge Professor Bhaer. Het boek gaat in wezen over hoe jonge vrouwen hun eigen toekomst kunnen bepalen als ze maar genoeg in zichzelf geloven en volharden in hun streven. - Alexandre Dumas Le Comte de Monte-Christo
Dit verhaal is een waar sprookje van wilskracht, moed, opoffering, creativiteit en rechtvaardigheid; waar de slechte gestraft wordt en de goede beloond. De gevangenisscenes en de ontsnapping van de held zijn zo uniek dat je die scenes zo meteen voor de geest kan halen. - Charlotte Brontë, Jane Eyre (1847)
Ook deze roman voert een opstandig meisje als hoofdfiguur op. Ik las dit boek toen ik elf was, in vertaling. Het fascineerde me: de vreselijke school waar arme domineedochters heen werden gestuurd en onmenselijk werden behandeld, de gekke vrouw op de zolder van het kasteel, de principiële heldin die haar geliefde niet huwt omdat het oneerbaar zou zijn, de donkere held met zijn ongekende verleden, de fanatieke dominee en het einde waarbij de heldin trouwt met de held ook al is hij dan blind.
In januari van dit jaar citeerde de Mail on Sunday de woordvoerder van Salford University omdat die de studenten had gewaarschuwd : “Only read Jane Eyre if you dare”, dit was een zgn. trigger warning om het mentale welzijn van studenten te beschermen. Monty Don, nu bekend als tuinspecialist, begon zijn academische carrière ook als student Engelse literatuur en vindt Jane Eyre één van de “great books in English literature”. Waarom zouden jonge mensen nu overstuur zijn bij het lezen van dit boek? Ik was elf.
- Emily Brontë Wuthering Heights
Dit boek van de jongere zus van Charlotte, is veel gewelddadiger dan Jane Eyre en heeft toelichting nodig om correct geïnterpreteerd te worden. Ik las dit boek in het secundair onderwijs maar de verschillende interpretatielagen werden pas duidelijk toen ik het herlas als studente aan de RUG. Het boek is ronduit geniaal en zou verplichte lectuur moeten zijn voor elke student van Engelstalige literatuur. De uitdaging bij het lezen van dit verhaal is methodologisch – er zijn verschillende vertelinstanties – maar evenzeer inhoudelijk wie van de personages is slecht, wie is goed? Wat is de rol van de dood in dit verhaal? En wat betekent de drukkende troosteloosheid van het landschap? De antwoorden zitten in het verhaal. - Emile Zola o.a. La Bête Humaine
Ook Zola’s romans las ik voor ik literatuur ging studeren. Wat me vreemd genoeg het best is bijgebleven van de Zola romans is het gevoel van honger dat hij weergeeft en de beschrijvingen van het armzalige eten dat de kinderen in de verhalen kregen. Ook deze verhalen roepen nog steeds beelden op van ziekte en vervuiling. - Boeken van Jean Plaidy (of andere historische romans over het Franse koningshuis)
In de lokale bibliotheek waar ik wekelijks boeken ging ontlenen was er niet zo veel keuze. Een groot aantal boeken mocht ik als niet-volwassene niet lezen. Dus ik moest het houden bij wat beschouwd werd als onschuldige lectuur. Gelukkig wist de bibliothecaris niet dat de geschiedenis van de Franse koningshuizen allesbehalve onschuldig was. De kennis die ik toen opdeed, gebruik ik nog altijd.- Catharina dé Medici Trilogie.
- Elisabeth R. en Robert Dudley.
- Gunstelingen van de koningin.
- Hendrik VIII en Anna Boleyn.
- Hendrik VIII en Catharina van Aragon.
- Hendrik VIII en Katharine Parr.
- Isabella van Castilië Trilogie.
- Katharina van Aragon Trilogie.
- Jef Geeraerts Gangreen 1. Black Venus (1968, roman) en Hugo Claus De Metsiers (1950).
Geeraerts en Claus las ik in het laatste jaar van het secundair onderwijs. Het waren boeken aangeraden door een interimaris leraar Nederlands. Het staat vast voor mij dat ik nooit had gekozen voor Germaanse filologie als ik die romans niet had gelezen. - Jan Cremer, Ik, Jan Cremer
Dit boek was van grote invloed hoewel ik het zelf niet las in die late tienerjaren. Het boek was moeilijk te verkrijgen en de lokale bibliotheek zou het zeker niet uitlenen aan minderjarigen. Een van mijn klasgenoten had een exemplaar bemachtigd en las er uit voor op de speelplaats telkens het speeltijd was. Nooit werden speeltijden zo ongeduldig afgewacht als toen we in groep Jan Cremer lazen. Tot dan dachten we dat Nederlandse literatuur vertegenwoordigd werd door Vondel, Hooft, Conscience, Elsschot, en Boon. Maar dit was een nieuwe wereld. - Dickens Our Mutual Friend
De Engelstalige serie boeken die ik hier moet vermelden, begint met de persoon die wellicht het best de negentiende-eeuwse roman vertegenwoordigt: Charles Dickens. Ik las tijdens mijn studententijd al zijn romans en stond versteld van het vernuft van zijn verhalen, Dickens’ oog voor detail, zijn inzicht in romanstructuren, zijn kennis van de mensheid, zijn enorme verbeelding en zijn menselijkheid bleven en blijven mij boeien. - Sandra Gilbert and Susan Gubar The Madwoman in the Attic (1979 )
The Madwoman in the Attic is het feministisch literatuuroverzicht dat voor mij op duidelijke manier het probleem van eenzijdigheid/discriminatie van de literaire geschiedschrijving op tafel legt. Ingaande tegen Harold Blooms Anxiety of Influence leggen Gilbert en Gubar uit dat vrouwelijke auteurs niet zozeer de invloed van voorgaande generaties moesten verwerken maar de angst voor het schrijven zelf omdat schrijven altijd werd voorgesteld als een mannelijk voorrecht. Hun poëtische stijl en originele inzichten lagen aan de basis van dit werk dat een mijlpaal werd in de feministische literatuurtheorie. - Alfred, Lord Tennyson Complete Works
Tennyson ontdekte ik tijdens het schrijven van mijn doctoraat. De Victoriaanse auteurs werden in mijn eigen studententijd niet gedoceerd. Deze grote dichter zou de pièce de resistance worden van de cursus Victoriaanse poëzie die ik vanaf eind de jaren 90 zou doceren. - Christina Rossetti
Deze vrouwelijke dichter werd na de dood van Tennyson genoemd als een mogelijke opvolger van de hofdichter Tennyson. Ze was de zus van de dichter-schilder Dante Gabriel Rossetti maar had genoeg talent om voor zichzelf naam te maken zonder de associatie met de prerafaëlieten. Rossetti’s werk zit vol verrassingen. “Goblin Market” is zo mogelijk haar meest bekende gedicht. - Robert Browning
Ook de poëzie van Robert Browning weerlegt het clichébeeld van de puriteinse en reactionaire Victorianen, een beeld dat gecreëerd werd door de modernistische generatie die het verschil met zichzelf wilden onderstrepen. Brownings poëzie verwijst vaak naar het verleden maar behandelt dat met een visie vanuit de toekomst. Met zijn dramatische monologen slaagt hij erin om de psyche van de lyrische verteller bloot te leggen. Zijn meest bekende monoloog, “My Last Duchess”, ontleedt de psychopatische ingesteldheid van de invloedrijke hertog van Ferrara uit de 16de eeuw die zijn jonge vrouw laat vermoorden uit pure sadistische geldingsdrang. - John Donne
De gedichten van John Donne hebben mijn privéleven bepaald. Hoe dat is gebeurd, laat ik even in het midden. Jarenlang heb ik Donne’s gedichten gedoceerd. Studenten slorpten zijn liefdesgedichten en religieuze gedichten, gevoed door beeldrijke passie, gulzig op. Welke dichter kan immers de vieze vlo gebruiken als symbool van erotiek en liefde? Hij deed het. In die tijd moest ik studenten nog, onder meer met tekeningen op het bord, uitleggen hoe een vlo kon gebruikt worden om. Nu is dat niet meer nodig. - David Lodge (Changing Places) en Malcolm Bradbury (Stepping Westward)
Collega’s aan de UEA leefden zich uit in geestige campus romans.
Deze romans las ik vooral op vakantie. Ze lieten me alles relativeren want onze academische job was voer voor fictie. De situaties in deze romans waren helemaal herkenbaar ook als speelden de scenes zich af in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. - Philip Roth Portnoy’s Complaint (1969)
Deze zeer onvictoriaanse roman las ik op de trein tijdens mijn pendeldagen tussen Brugge en Gent. Roths verhalen, deze en andere, waren zo seksueel voortvarend dat ik geneigd was rond te kijken op de trein om te checken of er iemand meelas. Ook moest ik soms hard luidop lachen. Een fenomeen was hij, die Roth. - Andrew Lang (Letters to Dead Authors)
Van mijn doctoraatsonderwerp, Andrew Lang, las ik alles. Mijn voorkeur gaat hier wellicht naar zijn fictieve brieven geadresseerd aan dode auteurs (Letters to Dead Authors) geschreven in de stijl eigen aan elk van hen. - Virginia Woolf Mrs Dalloway (1925)
Als persoon en als auteur is Woolf een blijvend intrigerend figuur. Deze prominente twintigste-eeuws feministe schreef sterke politieke stukken waarin ze pleitte voor gelijke kansen voor vrouwen op basis van heldere beelden zoals iedereen heeft recht op een eigen kamer om in te werken, of vrouwen hebben altijd minder kansen gehad dan mannen. Voor dat laatste creëerde ze de zus van Shakespeare die dezelfde gave had maar die dat schrijftalent nooit heeft kunnen uitbuiten omdat ze een vrouw was. In Mrs Dalloway komt de maatschappelijk enge positie van vrouwen evenzeer aan bod met daarnaast ook commentaar over mentale gezondheid (ook refererend naar haar eigen ervaringen) in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog in de levens van jonge Britten. - De grote vrouwelijke auteurs uit de negentiende eeuw (naast de Brontës) zijn ongetwijfeld Jane Austen en George Eliot.
Deze auteurs las ik pas als studente Engels. Voor dit overzicht zou ik graag Sense and Sensibility (Austen) selecteren. Ik besprak het boek op een cultuurprogramma van Radio 1 na de succesvolle verfilming door Ang Lee (1995) met Hugh Grant, Emma Thompson en Kate Winslet als de hoofdpersonages. De vertolkingen en de filmadaptatie legden de juiste klemtonen: het belang van geld in het leven van vrouwen en de ondergeschiktheid van vrouwen aan mannen in de negentiende eeuw. Van George Eliot kies ik Daniel Deronda, een psychologische triller die dezelfde thema’s aanraakt als die in de Austen roman. - Wilfred Owen Poems.
Owens gedichten zijn voor mij de meest beklijvende van alle Engelstalige oorlogsgedichten. De commemoratie van die eerste wereldoorlog bracht de gedichten opnieuw in onze herinnering tegelijk met de muziek zoals het War Requiem van Benjamin Britten en de kunst door de oorlog geïnspireerd zoals die van Otto Dix, Henri Gaudier Brzeska en Christopher Nevinson.