Herman Uyttersprot
Germanist en vrijzinnige Herman Uyttersprot omringt zich heel zijn leven met dichters en schrijvers, letterlijk en figuurlijk: zijn leermeesters zijn onder andere Karel Van de Woestijne en Franz De Backer; hij leest en publiceert over Heine, von Kleist, Kafka, van Ostaijen en Rilke. Louis Paul Boon en Johan Daisne zijn zijn vrienden. Uyttersprot vervult zo een schakelrol in de letterkunde en brengt zijn liefde voor literatuur en poëzie over op talloze studenten.
Herman Uyttersprot is de jongste zoon van de liberale en vrijzinnige hoofdonderwijzer in de dorpsschool van Denderbelle. Hij volgt secundair onderwijs aan de Rijksmiddelbare School in Dendermonde en aan het Koninklijk Atheneum in Gent. Nadien studeert hij Germaanse filologie aan de Gentse universiteit. Hij promoveert in 1930 bij Frank Baur op een comparatistisch proefschrift over Heine en het Heinianisme in de Nederlandse letterkunde. Als student is hij lid van het Taalminnend Genootschap ’t Zal Wel Gaan en hoofdredacteur van het blad De ’t Zal-Wel-Ganer. Na een carrière in het middelbaar onderwijs stap hij in 1945 over naar de universiteit waar hij de afwezige professor Polderman vervangt voor Duitse letterkunde, waarvoor hij in 1948 vast benoemd wordt. In 1958 volgt hij bovendien Franz De Backer op als titularis van de cursus Inleiding tot de geschiedenis van de moderne letterkunde, een verplicht opleidingsonderdeel voor onder meer studenten Letteren en Wijsbegeerte, Rechten en Pedagogie, waardoor de bezielende en uitzonderlijk erudiete prof, gewaardeerd wordt door een belangrijk deel van de studentenpopulatie.