Cecile Vereecken
Pas in 1958 wordt voor het eerst een vrouw professor benoemd aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Het is Cecile Vereecken. Deze geboren en getogen Gentse studeert Germaanse Filologie in haar geboortestad en kan nadien onmiddellijk aan de slag als assistent bij Edgard Blancquaert. Ze doctoreert bij hem in 1944 met een monumentale studie over de Gentse persoons- en plaatsnamen van ca. 1000 tot 1253. Als dialectologe, etymologe en als naamkundige levert ze zeer verdienstelijk werk.
Cecile Vereecken wordt in het door de Duitsers bezette Gent geboren in de lente van 1915. Ze volgt de richting Latijn-Grieks aan het Atheneum voor meisjes, wat dan in Gent de enige school is die meisjes voorbereidt op universitaire studies. Voor Cecile Vereecken wordt het Germaanse Filologie waarin ze afstudeert in juli 1937. Ze start in 1938 als leerling assistent, wordt hetzelfde jaar assistent en in 1945 werkleider. Inmiddels is ze gehuwd en draagt, zoals dan vanzelfsprekend is, de naam van haar echtgenoot, de geoloog René Tavernier. Begin 1958 wordt ze deeltijds docent aan het Hoger Instituut voor Opvoedkundige Wetenschappen. Het Hoger Instituut is op dat moment een onderdeel van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Wanneer het Hoger Instituut in 1969 wordt omgevormd tot de Faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen, blijft Cecile Vereecken aan deze nieuwe faculteit gehecht. Nochtans werkt ze bij het Seminarie voor Nederlandse taalkunde en Vlaamse dialectologie en heeft er ook haar standplaats. Cecile Vereecken is een veelbelovende jonge wetenschapster.
Frank Cotman