Ondersteuning

Doctoraatsopleiding

Wie zich inschrijft voor het doctoraat, schrijft zich automatisch (bijkomend, maar kosteloos) in voor de doctoraatsopleiding. Doctoraatsstudenten kunnen hierdoor gebruik maken van het opleidingsaanbod van de Doctoral School.

De doctoraatsstudent die – wel of niet op eigen initiatief – het programma van de doctoraatsopleiding afwerkt, ontvangt bij de succesvolle verdediging van het proefschrift ook een getuigschrift van de doctoraatsopleiding. De concrete invulling van het opleidingspakket gebeurt op voorstel van de doctoraatsstudent en in overleg met de doctoraatsbegeleidingscommissie (DBC).

Het opleidingsaanbod van de Doctoral School is bijzonder ruim en omvat zowel kennisverdiepende als kennisverbredende cursussen. Kennisverdiepende cursussen zijn bedoeld om je (verder) te specialiseren in je onderzoeksdomein. Kennisverbredende cursussen helpen je om andere vaardigheden te ontwikkelen, die je bijvoorbeeld ook buiten de academische wereld van pas kunnen komen. Je hebt een grote vrijheid bij het bepalen of en welke cursussen je wil volgen en welke vaardigheden je via de opleiding (verder) wil ontwikkelen.

  • Het effectief volgen en afwerken van de doctoraatsopleiding is niet verplicht voor doctoraatsstudenten met een masterdiploma dat behoort tot het studiegebied waarin een doctoraat wordt beoogd.
  • Voor andere doctoraatsstudenten kan het volgen en succesvol afwerken van een doctoraatsopleiding worden verplicht. Dit gebeurt bij de eerste inschrijving van de doctoraatsstudent. Het is aan de examencommissie van het betreffende studiegebied om over deze verplichting en eventueel de inhoud van de doctoraatsopleiding te oordelen.
  • Doctoraatsstudenten met een masterdiploma in de kunsten die een doctoraat in de kunsten wensen te behalen, dienen een opleidingspakket af te werken alvorens zij de toelating kunnen krijgen om hun proefschrift in te dienen. Dit pakket bestaat uit 1 gespecialiseerde cursus (aanvaard door de Doctoral School, uitgezonderd taalcursussen), 1 cursus met betrekking tot transferable skills (aanvaard door de Doctoral School) en 1 presentatie (mondeling of poster) op een nationaal of internationaal congres.

Cursussen die je volgt in het kader van de doctoraatsopleiding, en die worden aangeboden door de Doctoral School of die deel uitmaken van de reguliere UGent-opleidingen, zijn in de regel gratis. Ingeschreven doctoraatsstudenten kunnen via de Doctoral School ook een tegemoetkoming in de inschrijvingskosten krijgen voor maximum vier opleidingen die door derden worden georganiseerd, en dit tot een bedrag van 500 euro per opleiding.

Meer informatie over de doctoraatsopleiding vind je op de website van de Doctoral School.

Financiële ondersteuning

Als doctoraatsstudent kan je in meer of mindere mate rekenen op financiële ondersteuning voor de uitvoering van je onderzoek.

  • Voor doctoraatsstudenten op onderzoeksprojecten gebeurt dit in de regel op basis van de beschikbare financiële middelen op het project.
  • Mandatarissen (FWO-aspiranten, BOF-bursalen, assistenten) krijgen een bench fee van de financierende instantie, respectievelijk het FWO, het BOF of de faculteit.
  • Wie op eigen middelen doctoreert, zal ook middelen moeten voorzien voor de uitvoering van het onderzoek.
  • Indien nodig kan de faculteit een doctoraatstudent ondersteunen via mobiliteitskredieten voor deelname aan congressen en/of studieverblijven.
  • Via de Doctoral School kunnen  inschrijvingskosten voor externe vorming worden verhaald.
  • Het versturen van de papieren versies van het doctoraatsproefschrift naar de leden van de examencommissie gebeurt door de FSA. 

Scriptiesjabloon

Voor het schrijven van het proefschrift kan de doctoraatsstudent gebruik maken van het scriptiesjabloon dat door de facultaire dienst ICT werd ontwikkeld. Het sjabloon zorgt ervoor dat de tekst gemakkelijk kan worden gelay-out met het oog op de afwerking ervan als een boek. Het gebruik van het sjabloon bespaart alleszins veel werk in de eindfase van het doctoraat. Proefschriften worden bij voorkeur afgewerkt in boekformaat (17*24cm) met een kaft in de huisstijl van de UGent. Op de kaft kan desgewenst een foto of afbeelding worden toegevoegd.

Printen en inbinden

Hiervoor kan de doctoraatsstudent (tijdig) contact opnemen met de facultaire dienst ICT via . Wanneer wordt gekozen voor het standaardformaat (17*24cm) en de huisstijl van de UGent, ontwerpt de dienst de kaft en kan zij het nodige aantal exemplaren van het proefschrift laten afdrukken. Voor de eerste versie van het proefschrift (de versie die op de faculteitsraad wordt neergelegd en aan de examencommissie wordt bezorgd) kan een ‘kladversie’ worden afgedrukt (17*24 cm, zwart-wit, papier van 80g, met gekleurde kaft). Deze versie is in de regel goedkoper dan in een kopieerwinkel en kan op 1 tot 2 werkdagen op de faculteit worden geleverd. Het drukken van een definitieve versie (voor de openbare verdediging) duurt 3 werkdagen.

Welzijn op het werk

Ben je een nieuw personeelslid op de faculteit, dan krijg je door je vakgroep een peter of meter toegewezen die je wegwijs maakt in de werking van de faculteit en je vakgroep. Spreek zeker ook je collega’s aan indien je problemen ervaart of ergens hulp bij nodig hebt.

In de faculteit zijn er ook drie vertrouwenscontacten bij wie je – in vertrouwen – terecht kan wanneer je bepaalde problemen ervaart. De vertrouwenscontacten zijn het eerste aanspreekpunt van de faculteit voor alle personeelsleden die psychosociale risico’s ervaren zoals stress, burn-out, samenwerkings- of communicatieproblemen, conflicten en ongewenst gedrag op het werk. Ze bieden een luisterend oor en informeren over mogelijke oplossingswegen.

Doctoraatsstudenten kunnen bij geschillen tijdens het doctoraatsproces terecht bij twee facultaire ombudspersonen voor doctoraatsstudenten. Lukt of kan dat niet, dan kan men bij de institutionele ombudspersoon van de UGent aankloppen voor verdere bemiddeling.

Een goede samenwerking tussen promotoren en doctoraatsstudenten is belangrijk. In het charter voor doctoraatsstudenten en promotoren staan de goede praktijken beschreven die de doctoraatstudenten en de promotoren van elkaar kunnen verwachten.