Xavier Leman
Werkt als adviseur vertaaldienst Grondwettelijk Hof
Afgestudeerd in 1993 in de Vertaalkunde Nederlands, Frans en Engels
“Een reactie van een statisticus in de zin van “je hoeft je vertaling niet na te lezen, ik doe dat wel zelf” doet de tenen van een taalminnend persoon krullen.”
Hierbij een getuigenis die eens wat verder teruggaat in de tijd, toen de opleiding nog onder het gesternte van de PHVT (Provinciale Hogeschool Vertalers & Tolken) werd gegeven. Ik ben afgestudeerd in 1993, blijkbaar oud en confronterend genoeg om nu zelf een dochter te hebben die in mijn voetsporen treedt en de vertaalopleiding aan de UGent volgt.
Meteen na mijn afstuderen maakte ik een korte tussenstop als vervangleerkracht in het middelbaar onderwijs, om vervolgens (wellicht tot de pensioenleeftijd, maar positief bedoeld) aan het vertaalklavier te worden gekluisterd. Mijn eerste betrekking was als vertaler bij de beroepsvereniging voor verzekeringsondernemingen. Dat eerste jaar heb ik ervaren als een vorm van noodzakelijke ManaMa. Een ware reality check, namelijk tot het inzicht komen dat een vertaaldiploma op zich ruim onvoldoende was om vlotjes mee te draaien in een goed geoliede vertaaldienst van een onderneming. Gelukkig nam de toenmalige revisor me destijds onder zijn zeer deskundige hoede en leerde ik er de kneepjes van het vak.
Na een tiental jaren het beperkte verzekeringsjargon te hebben uitgespit, was de motivatie echter zoek. Al te vaak kreeg ik de indruk dat de vertaalfunctie in de privésector een noodzakelijk kwaad was: het moeilijke studiewerk is achter de rug, maar nu komt nog dat vervelende vertaalproces, dat extra tijd en kosten met zich meebrengt.
Een reactie van een statisticus in de zin van “je hoeft je vertaling niet na te lezen, ik doe dat wel zelf” doet de tenen van een taalminnend persoon krullen. Voor mij volstond dat toen alvast om mijn gading elders op te zoeken, namelijk bij de taaldienst van het Grondwettelijk Hof, onze hoogste rechterlijke instantie. Gedaan met het aanhoren van nieuwjaarstoespraken van een gedelegeerd bestuurder over veeleisende aandeelhouders die om de zoveelste productiviteitsverhoging verzoeken.
Het Hof wil voor alles kwaliteit leveren en draagt ieders beroepsernst hoog in het vaandel. Het ideale biotoop dus voor een taalpracticus die zijn job respecteert.
Vaak wordt juridisch vertaalwerk als saai bestempeld. Niets is minder waar.
Je dichterlijke vrijheid wordt er weliswaar getemperd, maar de onderwerpen raken elk facet van onze maatschappij (die mindere voeling met het onderwerp is trouwens vaak een pijnpunt voor vertalers bij Europese instellingen). En vooral, je moet je brontaal tot in de puntjes beheersen, een evidentie die vaak niet zo evident blijkt. Steeds in een voor de burger begrijpelijke taal, moeten gewilde vaagheden in de ene taal als even grote vaagheden in de andere taal worden vertaald, grijs blijft grijs in al zijn tinten, en tussen twee nauwkeurigheden mag geen millimeter afstand liggen, inwit blijft inwit… Ik werk nu reeds 20 jaar bij het Hof, soms afgewisseld met revisiewerk, en doe het nog steeds met evenveel plezier.
Dat zowel de opleiding als het werk van een vertaler intussen is geëvolueerd, behoeft geen betoog. De instrumenten waarover een vertaler nu beschikt, zijn legio en razendsnel (jawel, de lijvige driedelige papieren van Dale werd destijds gretig beduimeld).
Op dat vlak lijkt de huidige opleiding de eisen van de werkvloer zeer goed bij te benen, met bijvoorbeeld praktijklessen over vertaalgeheugens en andere online instrumenten.
In mijn (lang vervlogen) tijd was dan weer slechts in geringe mate aandacht voor stages, en daar is inmiddels gelukkig toch verandering in gekomen. De kennismaking met het terrein waar het diploma tenslotte voor bestemd is, kan volgens mij echter vroeger in de opleiding gebeuren, waarom niet reeds in de tweede bachelor?
Om af te ronden met een tip voor de studenten, hou van jouw brontaal. Een gebrekkige kennis van de brontaal wordt in onze sector immers nooit goedgemaakt door briljante stilistische vaardigheden.
Onthoud (en aanvaard) dat je liefde voor je brontaal de studieperiode ver overstijgt en ook achteraf een lange, doch boeiende onderdompeling in taal en cultuur vergt.