Eigen Regie 2.0: vernieuwde bacheloropleiding voor de Farmaceutische Wetenschappen
(29-06-2021) De kwaliteit van ons onderwijs verbeteren is een werk van permanente adem. Kritisch reflecteren over de eigen onderwijspraktijk en kansen zien en grijpen om bij te sturen, is daarbij cruciaal.
Op welke manieren kan een opleiding de kwaliteit van het onderwijs versterken? Opleidingen zoeken vaak naar haalbare verbeteracties.
Enkele UGent’ers vertellen in deze reeks over wat zij deden in hun opleiding. Vandaag: de faculteit Farmaceutische Wetenschappen vernieuwde de bacheloropleiding.
De vernieuwde campus was niet de aanleiding voor de programmahervorming van de bacheloropleiding bij de faculteit Farmaceutische Wetenschappen, maar maakt het plaatje wel af. Met resultaat: dit academiejaar stroomden meteen 330 nieuwe generatiestudenten binnen in het eerste jaar. Een onverhoopt succes.
Sneller in contact met werkveld
Het hele traject startte zo’n zeven jaar geleden. Trekkers van de intensieve vernieuwing waren professor Stefaan De Smedt (voorzitter opleidingscommissie) en professor Serge Van Calenbergh (onderwijsdirecteur). Stefaan De Smedt: “De bal ging al in 2014 aan het rollen door een opleidingsevaluatie.”
Serge Van Calenbergh: “In die evaluatie gaven studenten aan dat ze eerder en meer in contact wilden komen met het werkveld. Ze wilden voeling krijgen met de maatschappelijke rol van de apotheker en de rol van apothekers in de hele gezondheidszorg en in geneesmiddelenonderzoek en -ontwikkeling. Door studenten vroeger in contact te brengen met het werkveld kunnen ze beter geïnformeerd de masteropleiding te kiezen.”
Vernieuwing startte bij de masters
“Een andere stimulans was de feedback van collega’s in de masters, die vonden dat studenten soms onvoldoende voorbereid waren op hun vak of bepaalde skills misten.” Interessant is dat die masteropleidingen al in 2017 hervormd werden. De vernieuwde bacheloropleiding sluit nu beter aan op de finaliteit van de masters. Een omgekeerde manier van werken op het eerste gezicht, maar de logica is sluitend.
De hele hervorming nam zo’n zes jaar in beslag. “Naar mijn gevoel kon het korter”, aldus Stefaan De Smedt, “maar het duurde zo lang omdat we het grondig wilden doen. We betrokken verschillende partijen bij de oefening met veel aandacht voor overleg en transparante communicatie.”
Vijf leerlijnen
Hoe ze aan de slag gingen? “Gut feeling”, lacht Stefaan De Smedt. Serge Van Calenbergh nuanceert: “We hebben de hervorming wel redelijk volgens het boekje gedaan (lacht). In een eerste fase hebben we studenten, alumni en de eigen proffen bevraagd, en verder waren alle andere stakeholders mee in het verhaal: van de decaan tot het centrale niveau. Op basis van die gesprekken definieerden we competenties en principes, waarna we die vertaalden naar vijf leerlijnen. Een duidelijk andere aanpak dan vroeger, toen we eerder vertrokken vanuit de expertise van de proffen om een programma samen te stellen.”
Stefaan De Smedt: “Na onze initiële gesprekken hebben we aan onze opleidingscommissie voorgesteld om voor een nieuw bachelorprogramma te gaan. In de schoot van de opleidingscommissie stelden we een werkgroep samen, die onder meer bestond uit de verantwoordelijken voor de vijf leerlijnen, waaronder twee nieuwe leerlijnen. Het leerlijnoverleg met de betrokken docenten en de verschillende terugkoppelingen naar de werkgroep en de opleidingscommissie duurde een aantal jaar.”
Transparantie creëert draagvlak
Om erover te waken dat àlle professoren van de faculteit betrokken waren, gaven Stefaan De Smedt en zijn collega’s frequent een update over de programmahervorming in het ZAP-overleg van de faculteit. “Ik vind het belangrijk om iedereen in te lichten over zulke ingrijpende hervormingen. Serge en ik maakten de tijd mee waarin sommige proffen bij de minste verandering aan hun onderwijsopdracht meteen op hun achterste poten gingen staan omdat ze vreesden territorium te verliezen. We hebben ervaren dat die tijd gelukkig voorbij is. Die openheid voor veranderingen bereik je pas met optimale overlegstructuren die je ook meteen toelaten om optimale input te krijgen.”
Kam en kaasschaaf
Bij elke inhoudelijke verandering werd gekeken naar een belangrijk aandachtspunt: de studielast. Serge geeft toe dat die in de bacheloropleiding historisch hoog lag. “Uit metingen kwam meermaals naar boven dat we boven de 2000 studie-uren zitten, terwijl dat maximum 1800 uur mag zijn. Als je aan je opleiding zaken wil toevoegen, moeten er andere sneuvelen. Met een fijne kam gingen we door elk vak om te zien wat er inhoudelijk strikt noodzakelijk was voor de opleiding.”
Ook de befaamde kaasschaafmethode kwam eraan te pas. Naast talrijke inhoudelijke veranderingen, werd beslist dat elke docent 15 procent minder hoorcolleges zou geven. De beslissingen werden genomen in de opleidingscommissie, op aangeven van de werkgroep.
Stefaan: “We hebben veel gevraagd van onze collega’s, dat geef ik toe. Het is dankzij hun open blik, genereuze inzet en wil om een sterke bacheloropleiding te behouden dat we tot een grondige hervorming zijn gekomen.”
Betere studenten
Waar zijn ze na zo’n intensief en lang traject het meest trots op? Serge: “Het werd een mooie blend: niet alleen van zeer uiteenlopende vakken, maar ook van verschillende onderwijsvormen, in lijn met Blend@UGent dat door corona versneld werd uitgerold. Ik ben persoonlijk vooral trots op de nadruk van de rol van farmacie in de maatschappij en het feit dat we studenten vroeger in de opleiding met onderzoek confronteren.”
Stefaan is fier op zowel aanpak als op de inhoud. “Ik denk dat onze opleiding gezien mag worden. We hebben als academici ons uiterste best gedaan om jonge mensen met interesse in farmacie een goede opleiding aan te bieden.” Serge besluit: “Ik denk dat we ons geslaagd mogen noemen als we zien dat de studenten die uiteindelijk uitstromen beter voorbereid zijn dan deze van de vorige generatie.”
Studielast verlagen met activerend leren
Door studenten actiever aan de slag te laten gaan met de leerstof, moet de hoge studielast verminderen. Stefaan: “Ik heb zelf het afgelopen academiejaar gemerkt dat een online college sneller vooruit gaat. Dus in minder tijd kan ik behoorlijk wat inzichten aanreiken. Het klassieke vragenuurtje in een auditorium na een college werd een online Q&A-sessie waar alle vragen van de studenten en antwoorden online ter beschikking bleven staan.”
Serge: “Practica hebben we geïntegreerd: in plaats van een practicum per vak organiseren we nu per semester één groot geïntegreerd practicum. Dat moedigt studenten aan over de grenzen van de vakken heen te denken en elementen van verschillende vakken te gebruiken om problemen op te lossen.”
De evaluatie over de verminderde studielast moet nog gebeuren, maar over de blended onderwijsaanpak hoorden ze al positieve signalen van studenten. Serge: “De eerstebachelorstudenten waren bijvoorbeeld vol lof over de online peertutorials van de lesgever Wiskunde. Die liet studenten in groepjes oefeningen voorbereiden via Ufora. Vervolgens creëerde hij online groepen met studenten die deze vlot hadden opgelost en met studenten die meer problemen hadden ondervonden, om het wederzijds leren te versterken. De studenten waren ook blij met het sociaal contact.”
Het ACTIVO-team kan je verder helpen met inspirerende tips over activerend leren.
Volgende week in de reeks rond onderwijskwaliteitszorg en Eigen Regie 2.0: Alumni als onmisbare bron van feedback over je opleiding.
Lees het vorige artikel in deze reeks: UGent'ers uit de faculteit Wetenschappen werken aan onderwijskwaliteitszorg: Feedback van studenten leidt tot nieuwe leerlijn.
Wie is Stefaan De Smedt?
Professor Stefaan De Smedt is voorzitter van de Opleiding Bachelor Farmaceutische Wetenschappen
Waar kijkt hij naar uit, post corona? "Letterlijk ‘dichter bij elkaar te kunnen zitten’, het laat toe gevoelens en inzichten veel intenser te beleven."
Wie is Serge Van Calenbergh?
Professor Serge Van Calenbergh is Onderwijsdirecteur Farmaceutische Wetenschappen
Wat is zijn favoriete plek aan de UGent? "Stiekem jaloers op de charme en de ligging van de campus aan de Coupure."