Aanpak melding grensoverschrijdend gedrag UGent: reactie rector Rik Van de Walle

(24-03-2025) Door de media werd de UGent op de hoogte gebracht van de publicatie van een boek van een voormalige doctoraatsstudente die beschrijft hoe de universiteit is omgegaan met haar melding van grensoverschrijdend gedrag.

“Ik betreur dat de contacten die de universiteit met de voormalige doctoraatsstudente had, niet hebben geleid tot een oplossing. De universiteit moet elke werknemer te allen tijde een veilige werkomgeving bieden. Maar de auteur van het boek heeft de universiteit niet ervaren als een instelling die steeds een veilige werkomgeving biedt. Hoewel de feiten dateren van in een periode waarin ik zelf niet de rector was, vind ik het mijn taak om vandaag te erkennen dat we toentertijd als universiteit gefaald hebben en hiervoor namens de universiteit verontschuldigingen aan te bieden.

Ten gronde ben ik van mening dat elke ernstige melding van mogelijk GOG of machtsmisbruik een vooronderzoek verdient, à charge en à décharge.

Concreet betekent een vooronderzoek dat mensen met de nodige expertise de zaak ter harte nemen en dat de rector een beslissing neemt over de resultaten van dat vooronderzoek. Dat kan leiden tot een doorverwijzing naar de tuchtraad en de aanstelling van een case manager die zorgt voor de opvolging van het dossier.  Dat is wat ik zelf altijd doe met ernstige meldingen.

Het is duidelijk dat dit niet de weg is die de UGent in 2014 heeft gevolgd; onze juridische experts hebben toen niet de opdracht gekregen om een vooronderzoek à charge en à décharge uit te voeren. Dat is mijns inziens een foute inschatting geweest. Om in dit verband maar één element aan te halen: mogelijke reputatieschade an sich kan volgens mij nooit een reden zijn om zaken niet door te sturen voor verder onderzoek.

Deze inschatting, die in 2014 werd gemaakt, heeft er mee voor gezorgd dat de melding die in 2022 werd voorgelegd op dat ogenblik tuchtrechtelijk verjaard was. Er kon op dat ogenblik dus geen vooronderzoek à charge en à décharge meer worden opgestart.

Op vlak van beleid rond meldingen en het werken aan een gezonde werkomgeving waarin respectvol gedrag centraal staat, hebben we sinds 2016 al een weg afgelegd. Het is tegelijk duidelijk dat dit een cruciaal aandachtspunt moet blijven voor de hele universitaire gemeenschap.

De (vermeende) feiten uit 2011 zijn vandaag tuchtrechtelijk verjaard. Dat ontneemt me het instrument van een vooronderzoek à charge en à décharge met het oog op het wel of niet starten van een tuchtprocedure. Hiermee doe ik geen enkele uitspraak over wat de uitkomst van zo’n vooronderzoek zou zijn geweest indien onze juridische experts in 2014 wel de opdracht hadden gekregen om dit uit te voeren.

Op basis van een aantal beweringen die nu worden geformuleerd en mij niet eerder werden meegedeeld, zal ik de auteur van het boek uitnodigen voor een gesprek hierover. Ook met de betrokken voormalige rector en de decaan zal ik spreken. Uiteraard zal ik ook spreken met de professor waarover de auteur het heeft.

Uitgaande van wat ik tijdens die gesprekken verneem zal ik samen met onze juridische experts, de preventiediensten en mogelijk andere bevoegde instanties bekijken wat wel of niet aangewezen is ten aanzien van de betrokken professor, in het licht van zijn huidige positie en functie aan de UGent.”