Inschakelingsuitkeringen voor jongeren schrappen werkt niet
(16-06-2022) Jongeren hebben één jaar na hun studies recht op een uitkering. Doel ervan is hen aanzetten om werk te zoeken en om de school niet vroegtijdig te verlaten. Onderzoekers van de UGent en UCLouvain gingen na of dit doel waargemaakt wordt.
De meeste jongeren die na hun studies geen werk vinden, hebben één jaar na het beëindigen van hun studies recht op een werkloosheidsuitkering, de zogenaamde inschakelingsuitkering. Bij haar aantreden schafte de regering Michel in 2015 het recht op deze uitkering af voor twee groepen: (i) jongeren ouder dan 25 jaar en (ii) jongeren die nog geen 21 jaar oud zijn en zonder diploma middelbaar onderwijs. Het doel was: Jongeren aanzetten om harder te zoeken naar een job en om de school niet vroegtijdig te verlaten. Onderzoekers van de UGent en UCLouvain gingen na of deze maatregel dit doel waarmaakte.
Resultaten
- Opvallend: de onderzoekers vinden geen effect voor kortgeschoolden. Voor jongeren zonder diploma middelbaar onderwijs mist de hervorming haar doel volledig: De afschaffing van het recht op uitkering heeft voor de doelgroep geen enkel statistisch significant effect op de tewerkstellingskans, op diplomaverwerving of op vroegtijdig schoolverlaten.
- Hooggeschoolden raken door de hervorming wel sneller aan het werk, maar niet duurzaam. Concreet: tussen de derde en zesde maand na inschrijving als werkzoekende verhoogde de overgang naar interimjobs van zeer korte duur, maar er werd geen enkele evidentie gevonden dat de hervorming de overgang naar duurzame tewerkstelling bevorderde.
- Het vooruitzicht om het recht op een werkloosheidsuitkering te verliezen zette jongeren in het hoger onderwijs er wel toe aan om sneller hun studies te voltooien en om deze niet vroegtijdig stop te zetten, maar dit was niet echt bedoeld. Ook is het maar de vraag of dit de beste manier is om de studieprestaties in het hoger onderwijs te verbeteren. Deze positieve effecten zijn er immers alleen voor een kleine groep, ze riskeren jongeren meer financieel afhankelijk van hun ouders te maken, en drijven sommige jongeren in armoede. Bij gebrek aan data konden de onderzoekers deze negatieve effecten echter niet onderzoeken.
Verklaringen
Financiële prikkels werken niet voor iedereen. Na afstuderen hebben jongeren sowieso één jaar lang geen recht op een uitkering. Dit is een sterke financiële prikkel die veel jongeren stimuleert om intensief te zoeken naar een baan. Maar na één jaar, het moment waarop sommige jongeren het recht op de inschakelingsuitkering verliezen, zijn de jongeren waarvoor dit harder doet zoeken niet meer werkloos; werkloos zijn enkel nog diegenen waarvoor die prikkels slecht werken. Dit zijn jongeren die niet over de juiste competenties voor de arbeidsmarkt beschikken, die onvoldoende vooruitkijken bij het nemen van beslissingen, of die uitstelgedrag vertonen. Onderzoek toont aan dat deze problemen vooral voor kortgeschoolde jongeren relevant zijn. Dit verklaart ook waarom er enkel effecten zijn op de studieresultaten voor hooggeschoolden en niet voor kortgeschoolden.
Beleidsimplicaties
Dit onderzoek toont aan dat financiële prikkels na verloop van tijd niet meer effectief zijn. Opleiding en begeleiding zijn mogelijke alternatieven. Dit vergt meer onderzoek. Economen kunnen hiervoor leren uit inzichten van psychologen.
Over het onderzoek
De onderzoekers maakten gebruik van administratieve populatiegegevens van de VDAB en FOREM, en van de departementen Onderwijs van de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap. Om de effecten te meten werd de evolutie vergeleken van uitkomsten voor leeftijdsgroepen die het recht op uitkering in 2015 verloren met andere leeftijdsgroepen die dat recht niet verloren. Deze verschil-in-verschillenmethode laat toe om causale effecten van de hervorming te meten. Er werden effecten onderzocht op de overgang naar (mogelijk tijdelijk) werk 6, 12 en 18 maanden na inschrijving als werkzoekende, en op de voltooiing en vroegtijdige stopzetting van studies. De effecten van de afschaffing van het recht op uitkeringen voor 25-plussers werd enkel voor hooggeschoolden onderzocht, terwijl de afschaffing van dit recht voor jongeren onder de 21 jaar enkel voor jongeren zonder diploma middelbaar onderwijs.
Deze studie werd gefinancierd met middelen van de Nationale Bank van België. De auteurs van deze studie zijn de professoren Bart Cockx (UGent), Koen Declercq (UCLouvain – Saint-Louis Bruxelles), Muriel Dejemeppe (UCLouvain), Bruno Van der Linden (UCLouvain).
Info
De volledige Nederlandse samenvatting van dit onderzoek is gepubliceerd als een Gents Economisch Inzicht. Een ingekorte samenvatting verschijnt eind juni in Over.Werk.
Prof. Bart Cockx
Vakgroep Economie
0491 93 14 08
bart.cockx@ugent.be