Samenwerking met Israëlische partners – update 16 mei 2024
(16-05-2024) Bericht van rector Rik Van de Walle
Wereldwijd drukken studenten en personeelsleden van universiteiten, net als heel wat burgers in het algemeen, hun zorgen en ongenoegen uit met betrekking tot het conflict tussen Hamas en Israël. Ten aanzien van beleidsmakers van universiteiten worden eisen geformuleerd, waaronder eisen met betrekking tot het wel of niet aanvaardbaar zijn van samenwerking met (mogelijke) Israëlische partners.
Het conflict tussen Hamas en Israël, en de situatie in Gaza in het bijzonder, raakt velen. Ook mij. Binnen de academische wereld én daarbuiten zijn verschillende visies ontstaan omtrent de vraag wat de beste manier is om beleidsmatig met dit conflict om te gaan. Velen worstelen hiermee. Ook ik.
De Raad van Bestuur van de Universiteit Gent heeft in zijn vergadering van vrijdag 3 mei 2024 in dit verband een aantal beslissingen genomen. Tijdens deze vergadering heb ik zelf een tussenkomst gedaan, waarin ik erop wees dat de UGent in geen geval samenwerkt of samenwerking wenst op te zetten met partijen die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen die de Israëlische overheid pleegt in Gaza, in Oost-Jeruzalem of op de Westelijke Jordaanoever.
Ik voegde hieraan toe dat dit in het bijzonder het volgende inhield:
- De UGent gaat geen samenwerkingen aan met Israëlische defensiebedrijven of Israëlische veiligheidsdiensten.
- De UGent gaat geen samenwerkingen aan met bedrijven die winst maken door activiteiten in de door Israël Bezette Gebieden.
- De UGent gaat geen samenwerkingen aan met universiteiten die (al was het maar gedeeltelijk) gelegen zijn in de door Israël Bezette Gebieden.
- De UGent gaat geen samenwerkingen aan met onderzoeksgroepen die samenwerken met het Israëlische leger.
- De UGent gaat geen samenwerkingen aan met onderzoeksgroepen die archeologisch onderzoek doen in de door Israël Bezette Gebieden.
- Enz.
Dit alles vermeldde ik op basis van informatie die mij kort voor de vergadering van de Raad van Bestuur was bezorgd.
Nadien ontving ik nieuwe informatie, waaruit bleek dat de Commissie Mensenrechtenbeleid en Dual Use Onderzoek ten aanzien van drie Israëlische partners waarmee er momenteel vanuit de UGent wordt samengewerkt, recent een negatieve beslissing heeft geformuleerd als gevolg van "nieuwe evoluties sinds 7 oktober 2023". Hierbij werd het volgende gesteld: "Dat betekent dat samenwerkingen met deze partners in het verleden wél positief beoordeeld werden en momenteel ook lopen, maar dat nieuwe samenwerkingen niet langer mogelijk zijn. Het betreft instellingen waarvan blijkt dat ze sinds oktober 2023 materiaal produceren voor het leger, en instellingen die deel uitmaken van de overheidsministeries. [Deze instellingen zijn:] Holon Institute of Technology, MIGAL Galilee Research Institute, Volcani Centre (Agricultural Research Organisation of Israel)."
Hieruit blijkt dat er momenteel vanuit de UGent wordt samengewerkt met Israëlische partners die op vandaag als (zeer) problematisch worden beoordeeld, terwijl mij eerder werd meegedeeld "dat de UGent geen enkele samenwerking heeft met partijen betrokken bij ernstige mensenrechtenschendingen die de overheid pleegt."
Ik heb het hier zeer moeilijk mee. Indien ik op vrijdag 3 mei had geweten wat mij pas nadien werd meegedeeld, dan had ik er in de Raad van Bestuur voor gepleit om alles te doen wat mogelijk is om de lopende samenwerkingen met Holon Institute of Technology, MIGAL Galilee Research Institute en Volcani Centre (Agricultural Research Organisation of Israel) zo snel mogelijk stop te zetten.
Daarom vroeg ik op maandag 13 mei 2024 aan de Commissie Mensenrechtenbeleid en Dual Use Onderzoek om (minstens) de lopende samenwerkingen met de drie vermelde partners te herevalueren. In persoonlijke naam voegde ik hieraan toe dat ik meen dat we inderdaad alles moeten doen wat mogelijk is om deze samenwerkingen stop te zetten.
De commissie zal zich vandaag, donderdag 16 mei 2024, tijdens een bij hoogdringendheid bijeengeroepen vergadering beraden over mijn vraag. Er zal mij zo snel mogelijk – en na grondig afwegen van alle relevante elementen – een (nieuw) advies met betrekking tot de lopende samenwerkingen met de drie vermelde partners worden bezorgd.
Zodra de Commissie Mensenrechtenbeleid en Dual Use Onderzoek tot een advies is gekomen en mij dat heeft meegedeeld, zal hierover transparant worden gecommuniceerd.