Taalvereisten aan de Universiteit Gent voor ZAP leden

English webpage

De Codex Hoger Onderwijs Vlaanderen vereist een zekere vertrouwdheid met de Nederlandse taal voor alle professoren - zelfs als enkel in het Engels of andere moedertaal lesgegeven wordt. Hoe te voldoen aan deze taalvereisten met een diploma, taaltoets of taaltraining Nederlands wordt verder uitgelegd. De Universiteit Gent helpt ook anderstalige personeelsleden met een inburgeringsprogramma.

Taalvereisten

De Vlaamse wettelijke taalvereisten voor onderwijzend en academisch personeel zijn vastgelegd in Art. II.270 van de Codex van het Hoger Onderwijs en bepalen:

  • Elk lid van het onderwijzend personeel of van het wetenschappelijk personeel belast met een onderwijsopdracht moet de taal beheersen waarin hij of zij een opleidingsonderdeel op ERK-niveau C1 onderwijst. Dit wordt ook de onderwijs taalvoorwaarde genoemd.
  • Een lid van het onderwijzend personeel of van het wetenschappelijk personeel belast met een onderwijsopdracht die geen opleidingsonderdelen in het Nederlands geeft, moet de Nederlandse taal op ERK-niveau B2 beheersen. Dit wordt ook de administratieve of bestuurstaal taalvoorwaarde genoemd.

De Universiteit Gent voorziet in een inburgeringstraject dat garandeert dat het personeelslid de Nederlandse taal beheerst zoals vastgelegd in de Codex van het Hoger Onderwijs.

Deze eisen gelden voor:

  • Professoren (ZAP) (met tijdelijke of vaste aanstelling, ongeacht tewerkstellingspercentage)
  • Medewerkers met onderwijstaken zoals AAP-leden als zij verantwoordelijk zijn voor een opleidingsonderdeel.

De taalvoorwaarden gelden niet voor gastprofessoren.

Overgangsmaatregelen

Voor leden van het onderwijzend en wetenschappelijk personeel, belast met een onderwijsopdracht, wordt het vereiste beheersingsniveau van de Nederlandse taal verondersteld automatisch aanwezig te zijn voor wie aangesteld is voor het academiejaar 2013-2014 of aangesteld is met het oog op een vaste aanstelling. Voor alle nieuw aangeworven ZAP-leden na 1 oktober 2013 moet de vereiste bestuurstaal Nederlands niveau B2 worden aangetoond.

Het vermoeden van vereiste talenkennis wordt niet in aanmerking genomen voor de onderwijstaal. Alle ZAP-leden, die na het academiejaar 2013 werden aangeworven en ook lesgeven, moeten het vereiste taalbewijs niveau C1 voorleggen.

Het inburgeringsprogramma voor anderstalige docenten

Om te voldoen aan de Vlaamse wettelijke taalvereisten, zoals beschreven in de Codex Hoger Onderwijs, biedt de universiteit begeleiding om deze vereiste taalkennis te behalen. Naast de (gratis) taalcursussen Nederlands kun je hier lezen welke andere activiteiten we voorzien om Nederlands te leren tijdens het inburgeringstraject.

Bestuurstaal

Elk niet-Nederlandstalig ZAP-lid moet het volgende taalniveau Nederlands behalen:

  • het Nederlandse ERK-niveau A2, behaald 2 jaar na de startdatum
  • het Nederlandse ERK-niveau B2, behaald 5 jaar na de startdatum of bij de vaste aanstelling.

Voor ZAP leden die starten aan de universiteit en doorstromen naar een nieuwe functie en salarisschaal, blijft de termijn voor het behalen van de Nederlandse taalvoorwaarde ongewijzigd en geldt vanaf de eerste startdatum - 5 jaar na de oorspronkelijke aanstelling als ZAP'er.

ZAP leden die na 5 jaar nog niet aan de Nederlandse taalvoorwaarde voldoen, maar wel positief geëvalueerd zijn, kunnen geen les meer geven (in geen enkele taal) totdat het B2-niveau behaald is. Alle onderwijsactiviteiten moeten dus worden stopgezet totdat het vereiste Nederlandse taalniveau is bereikt. Dit kan leiden tot een tijdelijke vermindering van het dienstverband en salaris.

Onderwijstaal

ZAP leden en onderwijzend personeel die onderwijs geven in het Engels moeten deze taal beheersen op CEFR C1-niveau. Docenten die lesgeven in het Nederlands moeten deze taal ook op C1-niveau beheersen. Het vereiste C1-niveau van Engels of Nederlands (of andere talen als in die taal wordt lesgegeven) moet behaald zijn VOORDAT het opleidingsonderdeel wordt onderwezen.

Taalkennis bewijzen

Alle ZAP leden moeten hun kennis van de Nederlandse taal bewijzen wanneer ze als ZAP-lid beginnen te werken aan een Vlaamse universiteit. Een bewijs kan op drie manieren geleverd worden:

  • Diploma: ZAP leden die aan een hogeschool en/of instelling voor hoger onderwijs gestudeerd hebben, kunnen de talenkennis van hun studie aantonen door middel van een diploma van deze instelling. De gevolgde cursussen of het gevolgde programma moeten een programma zijn dat is onderwezen in de taal die men wil bewijzen.
    • Bijvoorbeeld: Kennis van de Nederlandse taal kan bewezen worden door een diploma van een Vlaamse hogeschool, bachelor, master of doctoraat.
    • Bijvoorbeeld: Engelse taalkennis kan bewezen worden door een diploma van een Engelse middelbare school, bachelor, master of doctoraat.
    • Ontdek welke diploma’s aanvaard worden.
  • Taaltest: Als het ZAP lid geen diploma heeft van een middelbare of hogere onderwijsinstelling van de taal die moet worden aangetoond, kan de kennis ook worden aangetoond met een erkende taaltest.
  • Taallessen
    • Nederlands: Als het afleggen van een taaltest geen optie is omdat er nog geen kennis is van de Nederlandse taal, is het leren van de Nederlandse taal binnen een bepaald tijdsbestek (5 jaar) opgelegd door de Vlaamse wet. Op het einde van de cursussen moet een bewijs van het behalen van het B2-niveau worden voorgelegd.
    • Engels: taallessen kunnen gevolgd worden in het universitair opleidingscentrum als een attest van Engelse taalkennis vereist is.
    • Ontdek welke taallessen gevolgd kunnen worden.