Impactsuccesverhaal: Sportwetenschappen

Kinderen zullen de sporten die ze goed kunnen ook wel graag doen, dachten de ontwikkelaars van SportKompas. Maar dat bleek helemaal niet te kloppen. Hoe koppel je een kind dan wel aan een gepaste sport?

“Als het gaat over een sport kiezen voor hun kinderen, worstelen veel ouders met hetzelfde probleem,” weet Matthieu Lenoir, professor sportwetenschappen aan de UGent, “Ze schrijven hun kind in bij een club, maar na vier maanden vindt het kind de sport niet meer leuk en haakt het af. Dit is een grote kost voor de ouders, maar ook voor de samenleving.” Er speelt nog iets anders mee. “Op elke hoek van de straat ligt er in Vlaanderen een voetbalterrein. Daardoor zitten we met erg scheve verhoudingen. De helft van de kinderen begint met voetbal en bijna niemand met korfbal, om maar iets te zeggen.”Badmintontornooi.jpg

Matthieu Lenoir houdt wetenschappelijk toezicht over SportKompas, een oriëntatietool die kinderen van 8 tot 10 jaar helpt bij het kiezen van de juiste sport. “Als je wilt weten of iemand geschikt is voor voetbal, dan denken mensen meteen aan dribbeltesten en dergelijke. Maar dan scoren zij die al veel gedribbeld hebben natuurlijk beter. Dit gaat dus voorbij aan de vraag of ze echt begaafd zijn. Wij willen niet de prestatie van het moment meten, maar het potentieel, de aangeboren sterke punten.”

Op zoek naar een geschikte tool

De kiem van de tool ligt een tiental jaar geleden toen wetenschappers van de UGent iets wilden doen om jongeren en kinderen aan het sporten te krijgen en zich op sportief vlak optimaal te ontwikkelen. “Mensen die tijdens hun eerste levensjaren veel bewegen maken kans om dit ook de rest van hun leven te doen en dan krijg je een pak gezondheidsvoordelen. Kinderen die dat niet doen lopen groter risico op gezondheidsproblemen.” Dus gingen de wetenschappers een heleboel kinderen meten. Wat kunnen ze? Wat zijn hun fysieke capaciteiten? Hoe zit het met hun coördinatie? Op basis van de resultaten werden profielen opgemaakt bij kinderen van verschillende leeftijden en verschillende niveaus van sportbeoefening, van recreatieve sporters tot competitieve sporters en kinderen die al in een voortraject zitten om later aan professionele topsport te doen.

Omdat de onderzoekers veel meer kinderen wilden bedienen, was de volgende vraag hoe ze hun onderzoeksresultaten konden vertalen naar iets wat bruikbaar is voor het brede publiek. Dat werd de taak van Kristof De Mey, innovatie en business developer bij Victoris, een UGent-consortium op het terrein van sporttechnologie en -innovatie. “We hebben een drietal jaar de tijd genomen om samen met onderzoekers en andere partijen te bekijken hoe we de ruwe tool die we dan hadden ter beschikking konden stellen van elk kind.”

Het team stond daarbij voor enkele uitdagingen. Er waren wel wat testmaterialen, maar die zaten niet mooi samen in een pakket. Ook voor wat de branding en positionering betreft kon het heel wat beter. En er waren financiële hordes te nemen. Enter Bruno D’Hulster, een ondernemer die op zoek was naar een manier om zijn zakelijk talent voor een maatschappelijk doel in te zetten. Zijn rol bleek cruciaal voor het verdere verloop van het verhaal. Samen met Kristof maakte hij een implementatieplan op om SportKompas voor elk kind beschikbaar te maken.

Kristof: “Een eerste aanzet was er wel, maar geen uitgewerkt plan, ook financieel niet. Dat heeft Bruno getrokken."

Uiteindelijk is dit een mooi voorbeeld van een project dat zonder hoog kwalitatief onderzoek niet gerealiseerd was, maar dat ook mensen nodig had die de vertaling maakten naar de praktijk, in dit geval door een vzw op te richten en het daarbinnen uit te voeren.

Geen eindpunt maar bron voor verder onderzoek

Matthieu Lenoir zet intussen het wetenschappelijk onderzoek verder rond de data die SportKompas oplevert. “Sportkompas gaat niet meer alleen over de oriëntatie naar een sport, het is veel breder dan dat. Het gaat naar gezondheid, welzijn en sociale integratie. Uiteindelijk krijgt een kind ook meer zelfvertrouwen als een sport goed lukt. Vandaar dat we ook zijn beginnen te kijken naar de motivatie. Waarom sporten kinderen of waarom net niet? Wat is er haalbaar, wat is hun context?”

Bruno D’Hulster, nu algemeen directeur van SportaMundi, de vzw achter SportKompas beaamt: “We willen het effect van SportKompas meten door kinderen een langere tijd op te volgen. Door na te gaan of ze ook effectief een aanbevolen sport opgepikt hebben en of ze die langer volhouden. Door dit terug te koppelen naar het onderzoeksteam kunnen weer nieuwe initiatieven genomen kunnen worden.”

Meer informatie

www.sportkompas.be

Victoris