College van Curatoren

Identificatie

1. Entiteit: Bestuursorgaan

2. Geautoriseerde naam: College van Curatoren

3. Parallelle naam: Collège des Curateurs

4. Opvolger: Beheerder-inspecteur

5. Identificatiecode: 3A

 

Historiek

1. Bestaansperiode: 1817-1835

2. Institutionele geschiedenis:
Art. 164 van de wet van 25 september 1816 bepaalt dat het college der curatoren is samengesteld uit vijf maatschappelijk hoogstaande personen. Zij bekleden de eerste rang bij plechtigheden en academische vergaderingen. De curatoren worden benoemd door de koning en zijn voor minimaal 3/5 afkomstig uit de provincie waar de universiteit is gevestigd. De voorzitter wordt door de koning aangesteld en bewoont de universiteitsstad.
De burgemeester van de universiteitsstad maakt van rechtswege deel uit van het college. Zijn curatorschap is gebonden aan de burgemeestersfunctie; de andere curatoren blijven hun functie bekleden, tot het moment dat zij een aanstelling krijgen die onverenigbaar is met hun ambt als curator. Geen enkel lid krijgt een bezoldiging, maar er valt wel een jaarlijkse som van 600 fl. te verdelen als zitpenning. Ook de verplaatsingsonkosten worden vergoed. Het College vergadert minimaal 2 keer per jaar (1 oktober bij de wisseling van het rectoraat en midden juli voor de opmaak van de begroting voor het volgende werkjaar). Andere vergaderingen worden samengeroepen door de voorzitter als het nodig is. Als het college niet vergadert worden de lopende zaken afgehandeld door de voorzitter en de secretaris-inspecteur.

Het College oefent het toezicht uit op de strikte toepassing van de reglementen en besluiten inzake het hoger onderwijs en behartigt de belangen van de universiteit op alle gebied. Het college neemt de eed af van de rector en de hoogleraren. Het kiest ook de assessoren. Het curatorium zorgt ervoor dat alle leerstoelen, bepaald door het reglement, op degelijke wijze bezet blijven. De curatoren zijn tevens verantwoordelijk voor de academische gebouwen, verzamelingen en kabinetten. Zij zorgen voor het personeelsbeheer.
Zij controleren het gebruik der gelden, maken de begroting op en hebben het toezicht op het beheer van alle legaten, erflatingen en schenkingen. Voor de aanvang van elk academiejaar stellen zij een uitvoerig verslag op aangaande de toestand van de universiteit.

De curatoren stellen de te benoemen professoren voor aan het departement van onderwijs. Voor elke te begeven plaats worden twee kandidaten voorgedragen, waarvan de koning er één benoemd. Elke oprichting van nieuwe leerstoelen, splitsing of afschaffing ervan wordt door het college voorgesteld met de motieven die daartoe aanleiding geven. Zij kunnen ook uitzonderingen toestaan inzake de te gebruiken voertaal. Het verlenen van studiebeurzen valt ook onder hun bevoegdheid, alsmede het toezicht op het gedrag en de studievorderingen van de beursgenieters.

Aan het college van curatoren is een secretaris verbonden, de ‘secrétaire-inspecteur’. Hij heeft stemrecht en moet in de universiteitsstad wonen. Zijn jaarwedde bedraagt 2.500 fl. (administratiekosten inbegrepen). Wanneer het college van curatoren niet vergadert, moet de ‘secrétaire-inspecteur’ er voor zorgen dat alle wetten en voorschriften van het hoger onderwijs en de reglementen van de universiteit worden nageleefd. Hij staat ook in voor het beheer en het toezicht op de gebouwen en de academische collecties. Nalatigheid of misbruik rapporteert hij aan de voorzitter. Hij heeft het recht om de gelden van de curatoren te ontvangen, mits het storten van een waarborg.

Het college van curatoren overleeft de regimewisseling van 1830 niet. De wet op het hoger onderwijs (27 september 1835) voorziet een totaal nieuwe beheersvorm. Het Belgische rijksuniversiteiten wordt strak gecentraliseerd en gedirigeerd uit Brussel. De beheerder-inspecteur is nu de schakel tussen de centrale administratie en de universiteit. Het merendeel van de bevoegdheden werden in 1835 overgenomen door de beheerder-inspecteur.

Bronnen

Règlement sur l’organisation de l’enseignement supérieur dans les provinces méridionales du royaume des Pays-Bas, 25 septembre 1816. In : NOTHOMB, M. ,Etat de l’instruction supérieur en Belgique. Rapport présenté aux chambres législatives le 6 avril 1843. Bruxelles, 1844,  tome I, p. 290-292.

 

Inventaris

Beste bezoeker,

De inventarissen worden momenteel bewerkt om opgenomen te worden in een archiefbeheersysteem. Indien u stukken wil raadplegen, gelieve ons te contacteren: archief@ugent.be

We begeleiden  graag uw zoektocht. Dank voor uw begrip.