Opening van het academiejaar
Het prille begin: de stichting van de Gentse Universiteit
Op 9 oktober 1817 vindt in de troonzaal van het Gentse stadhuis de installatieplechtigheid van de Gentse universiteit plaats. Het is een groots evenement waarop vooraanstaande personen, zoals kroonprins Willem en Repelaer van Driel, de commissaris-generaal voor onderwijs, aanwezig zijn.
Nadat de eerste rector Jean Charles Van Rotterdam en het professorenkorps de eed aflegden, verklaart Repelaer van Driel de Gentse universiteit voor geopend. De Rector spreekt in het Latijn de hoop uit dat de Gentse universiteit de hooggespannen verwachtingen zal kunnen inlossen.
De lessen van het eerste academiejaar starten op 3 november 1817. Vanaf het academiejaar 1818/1819 zullen de lessen elk jaar de eerste maandag van oktober starten.
Onder professoren...
Jaarlijks vindt rond 1 oktober naar aanleiding van de eedaflegging van de nieuwe rector een plechtigheid plaats. Deze eedaflegging gebeurt tijdens de vergadering van het college van curatoren.
Aansluitend houdt de uittredende rector in het Latijn een toespraak. Hij brengt verslag uit van de voornaamste gebeurtenissen aan de universiteit, herdenkt de overleden professoren en behandelt een onderwerp naar keuze. Tijdens de zitting worden acht gouden medailles uitgereikt aan studenten, de laureaten van Latijnse prijsvragen.
Viering van de opening academiejaar
Hoe deze viering na de Belgische onafhankelijkheid verloopt, is onduidelijk. De invloed van de minister van Binnenlandse Zaken wordt wel groter: de nieuwe rector legt voortaan de eed voor de minister af. Bovendien stipuleert de minister dat de lessen de eerste helft van oktober dienen aan te vangen.
De Academieraad van de Gentse universiteit lanceert in 1843 het voorstel om bij de aanvang van een nieuw academiejaar een plechtigheid in de aula te houden. Tijdens deze viering zouden de uitslagen van alle examenjury’s en van de universitaire wedstrijd bekend gemaakt worden. Aansluitend zou een externe wetenschapper een toespraak houden over een wetenschappelijk onderwerp.
De minister wijst dit voorstel af, maar geeft de Gentse universiteit de toelating om de opening van de lessen te koppelen aan de rectoraatswissel. De uittredende rector brengt verslag uit over de markantste gebeurtenissen uit zijn mandaat. De nieuwe rector wordt het rectoraal hermelijn opgespeld.
Sinds het midden van de 19de eeuw is deze opening academiejaar jaarlijks doorgegaan. De rectorale rede en het beknopt overzicht van het voorbije academiejaar maken tot op vandaag deel uit van de openingsplechtigheid.
Enkele markante verschuivingen
In 1849 wordt het éénjarig rectoraal mandaat afgevoerd. Voortaan zou om de drie jaar en vanaf 1953 om de vier jaar een nieuwe rector verkozen worden.
In 1923 opent rector Jan Frans Heymans voor het eerst in het Nederlands het academiejaar (met uitzondering van de periode 1916-1918). De bestuurstaal van de Gentse universiteit was voordien het Frans.
In de periode 1937-1962 worden tijdens de openingszitting de eredoctoraten uitgereikt.
Na 1969 krijgen de Gentse universitaire structuren een democratischer karakter en dat laat zich ook voelen op de openingsplechtigheid: vertegenwoordigers van het personeel en van de studenten betreden het spreekgestoelte.
In 1971 noemt minister van Onderwijs P. Vermeylen een toespraak van de minister bij de opening van het academiejaar vrij ongebruikelijk. Maar vanaf het midden van de jaren '80 is de ministeriële toespraak een vast item op het programma.
Opening academiejaar in de guldenboeken
Op 24 mei 1956 bood professor Armand Hacquaert, schepen van onderwijs van de stad Gent, aan de Gentse universiteit een guldenboek aan, ontworpen en uitgevoerd door de leerlingen van de Stedelijke Jongensvakschool.
Bij plechtigheden, zoals de opening van het academiejaar, werd in het boek een kleurrijke tekening gemaakt en ter ondertekening voorgelegd aan de eregasten.
Bekijk hieronder de pagina's uit de guldenboeken naar aanleiding van de opening van het academiejaar (pdf-documenten).