Verklarende woordenlijst inclusieve communicatie
Agisme
Impliciete of expliciete discriminatie of stereotypering op grond van leeftijd.
ASS (Autismespectrumstoornis)
Mensen met een ASS hebben een andere manier van waarnemen, informatie verwerken en betekenis geven. De gevolgen hiervan op gedrag kunnen zeer uiteenlopend zijn (vandaar de term ‘spectrum’), maar komen vaak wel vreemd of bizar over. De twee kernproblemen situeren zich enerzijds in de omgang en communicatie met anderen en anderzijds in het flexibel denken en handelen. Een autismespectrumstoornis is vaak niet meteen zichtbaar, omdat mensen met deze aandoening geleerd hebben de stoornis te compenseren en camoufleren.
Beperking
Verzamelnaam voor een groot aantal verschillende functiebeperkingen die onder de bevolking overal ter wereld voorkomen. Mensen kunnen een beperking hebben vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke stoornis, medische omstandigheden of een psychische aandoening. Die stoornissen, omstandigheden of aandoeningen kunnen blijvend of tijdelijk zijn.
Cisgender
Iemand van wie het toegekende geboortegeslacht overeenkomt met de genderidentiteit.
Deadname
De naam die iemand bij geboorte meekreeg, of de naam die iemand vroeger gebruikte, voor die naam bewust veranderd werd in een nieuwe naam. Een deadname wordt meestal gebruikt in de context van transgender personen. Iemand ‘deadnamen’ wordt vaak beschouwd als kwetsend, soms beledigend.
Eurocentrisme
Wereldbeeld waarin het Europese (ergo: westerse) perspectief als dominant wereldbeeld wordt beschouwd. De rest van de wereld wordt geduid vanuit dit (culturele, geografische, historische…) perspectief.
Gender
Gender is een sociale constructie die de positie van personen binnen de samenleving mee bepaalt. In veel samenlevingen is er traditioneel een binaire opdeling van gender, de klassieke tweedeling in mannen en vrouwen. Daaraan worden bepaalde verwachtingen en rollen gekoppeld. Tegenwoordig wordt die binaire gendernorm meer in vraag gesteld en wordt gender beschouwd als een spectrum.
Genderexpressie
De manier waarop iemand zich uit naar de buitenwereld, bijvoorbeeld in de vorm van kleding en make-up, maar ook door een bepaalde lichaamshouding, spraak of manier van bewegen. Iemands genderidentiteit hoeft niet overeen te komen met de genderexpressie.
Genderidentiteit(en)
Genderidentiteit is het innerlijke gendergevoel dat mensen ervaren. Er bestaan verschillende binaire en non-binaire genderidentiteiten. Er bestaan dus niet enkel mannelijke en vrouwelijke genderidentiteiten, maar ook variaties van beide of van geen van beide. Voorbeelden zijn: bigender, genderfluïde, non-binair (zie: Non-binair)… Iemands genderidentiteit hoeft niet vast te liggen, en kan veranderen doorheen de tijd.
Genderinclusief
Wie genderinclusief werkt, streeft de inclusie na van alle biologische geslachten, genderidentiteiten, genderexpressies, genderrollen en iedereen die op welke manier dan ook voorbij gaat aan een binair denkkader.
Gendermainstreaming
Bij beleidsontwikkeling in alle beleidsdomeinen aandacht hebben voor het effect dat het beleid heeft op de gelijke kansen voor vrouwen en mannen en een genderperspectief integreren in het beleid. Gendermainstreaming leidt er idealiter toe dat in elk beleidsdomein systematisch rekening wordt gehouden met de mogelijke verschillen in levenspatronen, situaties en condities van mannen en vrouwen.
Gendernorm
Gendernormen zijn de sociale afspraken en verwachtingen die een samenleving verbindt aan een geslacht of genderidentiteit. De huidige westerse gendernormen zijn binair. Ze gaan uit van een tweedeling in mannen en vrouwen, en zeggen dat die twee groepen zich op twee verschillende en duidelijk omlijnde manieren moeten gedragen.
Geslacht
Het geslacht van iemand wordt bepaald bij de geboorte. Geslacht of sekse wordt op dat moment bepaald op basis van lichamelijke kenmerken en wordt als dusdanig vastgelegd op de geboorteakte (juridische genderaanduiding). Het westerse binaire model gaat uit van twee geslachten: man en vrouw, met welomlijnde en van elkaar verschillende geslachtskenmerken. Die twee groepen maken deel uit van het brede geslachtskenmerkenspectrum, maar er bestaat veel meer lichaamsvariatie.
Heteronorm
De maatschappelijke veronderstelling dat heteroseksualiteit, de standaard-, geprefereerde- of normale seksuele geaardheid is en dat iedereen voldoet aan de bijhorende (ongeschreven) sociale regels en verwachtingen.
Intersectionaliteit (synoniem: kruispuntdenken)
Het fenomeen waarbij maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen die elkaar snijden. Dat betekent dat mensen discriminatie, marginalisering of uitsluiting op meerdere fronten (of identiteitslagen) tegelijk ervaren. Bijvoorbeeld: een zwarte, lesbische transgender vrouw kan uitsluiting of discriminatie ervaren vanwege haar kleur, sekse, geaardheid en gender of een combinatie van deze identiteitskenmerken.
Intersekse
Intersekse personen zijn geboren met fysieke geslachtskenmerken die niet volledig passen binnen de (binaire) normen gesteld door de medische wereld en/of de gangbare socio-culturele opvatting van de omgeving waarbinnen het kind wordt geboren. 1 op de 60 kinderen wordt zo geboren. Die kinderen hebben een intersekse conditie. Meestal is een medische ingreep niet nodig, maar dat gebeurt vaak wel. Het gros van de ingrepen zijn puur cosmetisch en hebben geen effect op de levenskwaliteit. De Verenigde Naties bestempelt deze praktijk als “(intersekse) genitale mutilatie” en heeft dergelijke ingrepen gelijkgesteld met “foltering” omdat er een blijvende traumatische impact is bij het kind. Een intersekse conditie is geen genderidentiteit, maar een lichamelijke conditie. Uiteraard zijn er wel mensen voor wie hun intersekse conditie een deel is van hun (gender)identiteit. Zij noemen zich vaak inter*.
Juridische genderaanduiding
Je juridische genderaanduiding, ook wel je ‘officiële geslacht’ of ‘juridische geslacht’ is je geslachtsregistratie bij de overheid. Die staat bijvoorbeeld weergegeven op je identiteitskaart.
Kruispuntdenken (synoniem: intersectionaliteit)
Het fenomeen waarbij maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen die elkaar snijden. Dat betekent dat mensen discriminatie, marginalisering of uitsluiting op meerdere fronten (of identiteitslagen) tegelijk ervaren. Bijvoorbeeld: een zwarte, lesbische transgender vrouw kan uitsluiting of discriminatie ervaren vanwege haar kleur, sekse, geaardheid en gender of een combinatie van deze identiteitskenmerken.
LGBTQ+
Dit letterwoord duidt seksuele, gender- en geslachtsdiversiteit aan: L= lesbisch, G= gay (homo), B= bi+, T= trans(gender), Q= queer of questioning. Het plusteken dat soms achter afkortingen gebruikt wordt, verwijst naar alle personen en groepen die buiten de (cis)gender- en heteronorm vallen, maar niet onder een van de genoemde letters.
Mensen van kleur
‘Mensen van kleur’ is een term die je kan gebruiken voor mensen bij wie huidskleur een bepalende factor is in hun ervaringen en identiteitsvorming.
Misgenderen
Als iemand een foute veronderstelling maakt over iemands genderidentiteit wordt deze persoon misgenderd.
Non-binair (of: niet-binair)
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Een persoon is dus gender non-binair wanneer die mannelijke en vrouwelijke identiteitskenmerken combineert, zich man én vrouw voelt, of noch man noch vrouw, of zich helemaal buiten deze hokjes plaatst. Non-binair is een paraplubegrip. Er zijn verschillende termen voor genderidentiteiten die zich buiten het binair gendermodel stellen: ‘genderqueer’, ‘gender non-conform’, ‘agender’, ‘genderfluïde’, ‘bigender’, …
Onbewuste bias (unconscious bias)
Stereotypen, vooroordelen en beeldvorming die aangeleerd zijn, diepgeworteld zijn en onbewust een impact hebben op het beoordelen van anderen of een invloed hebben in het gedrag tegenover anderen.
Othering
Het definiëren van de eigen positie en morele superioriteit tegenover de vermeende ‘ander’, vaak een persoon of groep op basis van bepaalde culturele en/of religieuze gebruiken. De ‘ander’ wordt daarbij als vreemd, conservatief, achterhaald en soms zelfs onmenselijk weggezet.
Queer
Parapluterm voor een breed scala aan gender en/of seksuele identiteiten. Daarnaast ook gebruikt door personen die zich niet aan een specifieke term of label willen conformeren.
De term ‘genderqueer’ wordt meestal gehanteerd als er gesproken wordt over een non-binaire genderidentiteit.
Racisme
Discriminatie vanwege iemands huidskleur en/of afkomst gebaseerd op een veronderstelde superioriteit van de ene groep ten opzichte van een andere.
Redelijke aanpassing
Maatregel om tegemoet te komen aan personen met een functiebeperking om de drempels van de omgeving zo veel mogelijk te ondervangen. ‘Redelijke aanpassing’ is ook een juridische term: het ontbreken van ‘redelijke aanpassingen’ kan door de rechter geïnterpreteerd worden als discriminatie.
Seksisme
Discriminatie op basis van geslacht, een geheel van overtuigingen over de geslachten en over de relatie tussen de geslachten. In die overtuiging bestaat er een objectieve hiërarchische verhouding tussen de geslachten en die verhouding wordt ook wenselijk geacht.
Seksuele/romantische oriëntatie
Seksuele oriëntatie gaat over seksuele of romantische aantrekking, met andere woorden over de personen tot wie je je seksueel en/of romantisch aangetrokken voelt.
(integrale) Toegankelijkheid
Het uitgangspunt van integrale toegankelijkheid is dat een leer- en werkomgeving bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar moet zijn voor iedereen en dat op een onafhankelijke (dus zonder hulp) en gelijkwaardige manier. De realisatie van een toegankelijke leefomgeving vertrekt vanuit het principe ‘ontwerpen voor iedereen’ (= universal design).
Transitie
‘In transitie zijn’ is in ruime zin het leren kennen en ontdekken van de genderidentiteit (iemands eigen identificatie van mannelijkheid of vrouwelijkheid) of in enge zin het ondergaan van medische ingrepen en behandelingen (hormoontherapie, geslachtaanpassende behandelingen, lasertherapie, stemtraining) om het lichaam te vervrouwelijken of vermannelijken, zodat het meer in overeenstemming is met de genderidentiteit. Een transitie houdt niet per se een operatie in. Iemand kan ook in gendertransitie zijn door verandering van expressie (kleding), mentale transitie en proces, het vertellen aan de omgeving, zonder dat daar per se medische ingrepen of behandelingen aan te pas moeten komen.
Trans persoon of transgender persoon
Een transgender persoon is iemand waarvan het geslacht dat toegewezen werd bij de geboorte niet overeenkomt met de genderidentiteit. Als je bij de geboorte bijvoorbeeld het vrouwelijk geslacht toegewezen werd, maar je voelt je geen vrouw, dan ben je transgender. Als dit wel overeenkomt dan ben je cisgender. Transgender is dus een koepelterm voor trans vrouwen / mannen, cross dressers, personen die zich identificeren als gender non-binair of queer en iedereen die zich in de term kan vinden.
Universeel Ontwerp (Universal Design/Design for All)
Universeel Ontwerp is kortweg de dagelijkse dingen om ons heen (producten, diensten, gebouwen) gebruiksvriendelijk (flexibel, eenvoudig, verstaanbaar) en toegankelijk ontwerpen voor een zo groot mogelijke groep van gebruikers. Het overstijgt zo de categoriale aandacht voor specifieke doelgroepen, zoals exclusieve voorzieningen voor rolstoelgebruikers.
Validisme (Ableism)
De discriminatie, marginalisering en stigmatisering van mensen met een functiebeperking op grond van hun lichamelijke, zintuigelijke, mentale en/of verstandelijke gesteldheid door valide personen als norm te nemen. Men spreekt ook van validisme wanneer een beperking als overdrachtelijke metafoor of als scheldwoord wordt gebruikt, bijvoorbeeld ‘dove’ en ‘spast(isch)’.
Bronnen