Studies rond vlieg- en reisbeleid

Inleiding

Sinds 2018 heeft ULogo vliegtuigreizenniversiteit Gent een duurzaam reisbeleid. Naast een niet-vliegbeleid voor kortbij-bestemmingen wordt er ook in een CO2-bijdrage voorzien voor alle dienstreizen per vliegtuig.

Sarah Van Acker onderzocht in 2020 binnen haar masterproef het vlieg- en reisbeleid van de UGent in detail en trekt daaruit eveneens algemene conclusies. 

Irene Govaert voerde in 2019 in het kader van haar masterthesis een studie uit rond CO2-compensatie in het algemeen, en daarnaast meer toegespitst op de UGent. Ook deze masterthesis staat ook voor u ter beschikking.

 

Tien conclusies rond CO2-compensatie op een rij

1. Afstand is veruit de belangrijkste parameter om op in te zetten

Het is een enorme dooddoener, maar vlieg vooral niet veel, en vlieg al helemaal niet naar verre bestemmingen. Zelf een vlucht naar New York (h/t) zorgt reeds voor 2,6 ton CO2. Dit is meer dan 1/3e van je jaarlijkse CO2-voetafdruk, nodig om de 2°C-opwarmingsgrens (Klimaatakkoord Parijs) te halen, en dat is dan nog maar de laagste klimaatlat die we kunnen leggen. 

2. Er zijn meerdere goede compensatietools

Van de zes onderzochte CO2-compensatietools werden er vier als goed tot zeer goed beoordeeld, nl., Atmosfair, Greentripper (CO2 logic),  Treecological en Myclimate. Treecological scoorde het hoogst wat de CO2-emissieberekening betreft, doordat zij ook indirecte CO2-uitstoot meenamen in hun berekening.

3. De compensatietools gebruiken een te lage prijszetting

Alle onderzochte compensatietools berekenen hun prijs op basis van de projectprijzen, nodig om je CO2-uitstoot - vaak op een ander continent - te compenseren, inclusief een beperkte werkingskost. Deze prijs ligt bij vier van de zes onderzochte tools zelf lager dan de prijs van CO2 op de EU ETS-markt.

O.a. met de wetenschap in het achterhoofd dat vliegtuigreizen indirect sterk gesubsidieerd worden en het feit dat fiscale aftrekbaarheid van CO2-compensatie voor handen is, is deze prijszetting niet afdoende. Dit kan je zelf rechtzetten door voor jezelf een hogere compensatie in te geven. Een prijszetting hoger dan 40 euro per ton is daarbij een minimum. 100 euro per ton is een goede richtlijn als je het echt meent.

4. Het ene compensatieproject is (op het eerste zicht) niet beter dan het andere

Het gros van compensatieprojecten is in te delen in drie groepen: herbebossingsprojecten, boskapvermijdingsprojecten (o.a. via efficiënte kookvuurtjes) en energieprojecten. Uit deze studie kon niet besloten worden of bepaalde projecttypes 'duurzamer' of efficiënter zijn dan andere. Maar...

5. Kies voor goede certificering

... je dient er wel voor te zorgen dat er goede controle is op je ondersteund project. Belanden kookvuurtjes niet in een hoek, betreft het wel een nieuw bos en is er zekerheid dat het er niet slechts enkele jaren blijft staan? Er zijn meerdere goede certificeringsprogramma's beschikbaar waar elk van de onderzochte compensatietools ook mee werkte. Een 'Golden Standard' komt daarbij vaak als richtsnoer naar voor.

Klimaatbos3

6. Over Vlaamse bossen...

Wegens de veel hogere grondprijzen, personeelskost, ... is een bosaanplant in Vlaanderen (of zo u wil België of Europa) merkelijk meer dan een grootteorde duurder dan een bosaanplant op Zuidelijke continenten. Hoewel lokale bossen een hoger sensibiliserend karakter hebben, is het feit dat je met dezelfde middelen daar veel meer CO2 uit de lucht kan halen momenteel niet te verwaarlozen. Bovendien is het goed om er op te wijzen dat bv. het klimaatbos van UGent (2,5 ha) volstaat om de vlucht van zes mensen naar Japan (h/t) te compenseren. Er is simpelweg niet genoeg ruimte bij ons...

 

7. Tussenlandingen zijn niet altijd een boosdoener

Vroeger werd er - ten onrechte - veel belang gehecht aan de impact van landen en stijgen. Deze impact is wel degelijk sterk, maar geldt normaliter gelukkig slechts voor een korte tijdsperiode van je traject. Daartegenover staat dat het - nog steeds niet goed gekwantificeerd - effect van vliegen op grote hoogte nu wel schadelijker beoordeeld wordt dan vroeger. Daarom neem je best andere vervoersmiddelen voor kortbijbestemmingen en beperk je best vooral je verre vluchten.

Oja, vlieg je toch ver, dan is een tussenlanding in bv. Qatar vaak iets minder onduurzaam dan een rechtstreekse vlucht, omdat je grote vlieger geen enorme hoeveelheden kerosine moet meenemen om je in één ruk tot je eindbestemming te krijgen.

8. Technologie alleen zal niet volstaan

Vliegtuigen maken momenteel 'slechts' 3,5% uit van de globale CO2-uitstoot. Doordat het aantal mensen dat de middelen heeft voor vliegtuigreizen de komende decennia fors zal stijgen en vliegen als een 'verworven recht' wordt beschouwd, tonen de modellen een sterke groei. Ook in de uitgebreide studie van het Europees Milieu Agentschap wordt opgemerkt dat de technologische efficiëntiewinst helemaal niet opweegt tegen de sterke groei van het aantal vliegbewegingen. Willen we in deze sector (een noodzakelijke) uitstootvermindering, dan zullen we het ook via gedragswijziging moeten bewerkstelligen.

9. Onze bestuurders blijven in gebreke

Met de IPCC-rapporten en de klimaattrends in de achtergrond is het indirect subsidiëren van vliegbewegingen onbegrijpelijk. De globale niet-taxering van kerosine (een overblijfsel van verdragen na de 2e wereldoorlog) valt daarbij het meeste op. Daarnaast kunnen er ook vraagtekens gezet worden bij de lage BTW-tarieven die van tel zijn op de vliegsector en de subsidiëring van luchthavens met overheidsgeld. Deze maatregelen hebben tot gevolg dat mogelijke alternatieven - zoals treinreizen - vaak een aardige financiële extra-inspanning vergen van het individu.  

10. Compensatie is een laatste redmiddel, en zal dat ook steeds blijven

Ook afsluiten doen we met een dooddoener: compensatie is geen gouden graal, maar een lapmiddel. In een duurzaam beleid heeft het enkel zijn plaats als middel om onvermijdelijke vluchten toch CO2-neutraal uit te voeren. Momenteel helpt het om enorme globale boskap van waardevolle wouden gedeeltelijk te compenseren, maar ooit komt - hopelijk - het moment dat eenieder o.a. efficiënte kookvuurtjes bezit.

 

Disclaimer: deze conclusies zijn een vertaling van vaststellingen en conclusies in de bovenvermelde masterthesis naar verkorte take-home boodschappen. Dit leidt steeds tot enig nuanceverlies. Voor een uitgebreidere lezing verwijzen we u graag door naar de masterthesis.

 

  © Waarlo (2018)