Mensenrechtenbeleid

In een notendop

De UGent werkt niet samen met organisaties die betrokken zijn bij ernstige of systematische mensenrechtenschendingen, en wil evenmin dat projecten rechtstreeks of onrechtstreeks leiden tot mensenrechtenschendingen. Daarom heeft de UGent in 2017 een mensenrechtenbeleid goedgekeurd, dat geïnspireerd is op de basisprincipes van de VN voor het bedrijfsleven en de mensenrechten en de aanbevelingen van de Vlaamse Interuniversitaire Raad. Om mensenrechtenschendingen te definiëren wordt gebruik gemaakt van de belangrijkste mensenrechteninstrumenten van de Verenigde Naties.

Preventief: Mensenrechtentoets

Alle nieuwe of hernieuwde UGent-samenwerkingen moeten voorafgegaan worden door een mensenrechtentoets.
De projectverantwoordelijke controleert of:

  1. Er tijdens de activiteiten mensenrechten kunnen geschonden worden.
  2. De onderzoeksresultaten later kunnen gebruikt worden voor mensenrechtenschendingen.
  3. De partner mogelijks betrokken is bij mensenrechtenschendingen.

Bij een positief antwoord op één van bovenstaande vragen moet de projectverantwoordelijke de samenwerking of de activiteit voorleggen aan de Commissie Mensenrechtenbeleid en Dual Use Onderzoek. De Commissie zal onderzoekers adviseren over maatregelen om het risico op mensenrechtenschendingen tijdens of na de samenwerking te beperken. Indien de kandidaat-partner betrokken is bij ernstige mensenrechtenschendingen kan doorgaans niet samengewerkt worden.

Verder zijn volgende zaken belangrijk:

UGent-onderzoekers vinden meer informatie over dit thema en welke stappen te volgen op het intranet.

De UGent zal steeds transparant communiceren met de afgewezen partner (maar mogelijk ook breder) over de redenen voor de weigering tot samenwerking.

Reactief: Mensenrechtenclausule

Alle samenwerkingsovereenkomsten bevatten een mensenrechtenclausule. Deze laat toe de samenwerking te beëindigen wanneer er duidelijke aanwijzingen zijn dat één van de partijen betrokken is bij een ernstige of systematische schending van mensenrechten. Zo kan men reageren op mensenrechtenschendingen door een partner die pas ontstonden nadat de samenwerking werd opgezet of die niet voldoende gekend waren bij het aangaan van de samenwerking. Gezien de clausule op een wederkerige manier is opgesteld, kan ook de UGent verantwoordelijk worden gehouden.

De clausule wordt alleen toegepast als een laatste redmiddel, na het aangaan van een dialoog met de partnerinstelling.

De standaardclausule gaat als volgt: “De partijen garanderen dat ze de mensenrechten zullen respecteren. Deze overeenkomst kan door elk van de partijen worden beëindigd met onmiddellijke ingang wanneer de wederpartij betrokken is bij een ernstige of systematische schending van de mensenrechten.”

Contracten waar de UGent geen ruimte heeft om de voorwaarden te onderhandelen of waar de beëindigingsclausule zonder voorwerp is, behoeven geen mensenrechtenclausule (bv. overeenkomsten voor eenmalige prestaties). De mensenrechtentoets blijft wel van toepassing.

Specifieke bezorgdheden

In bepaalde regio’s bestaat er een brede bezorgdheid rond de betrokkenheid van onderzoeksinstellingen bij mensenrechtenschendingen. De Commissie roept UGent-medewerkers bijzondere voorzichtigheid aan de dag te leggen bij samenwerkingen met instellingen uit onderstaande regio’s.

Egypte

Iran

Israël en Palestina

Rusland

Turkije

Wit-Rusland

Bevorderen mensenrechten

De UGent ondersteunt en ontwikkelt ook initiatieven die de toepassing van mensenrechten bevorderen. Onderstaande initiatieven zijn hier een voorbeeld van:

Contact

Contactpunt Mensenrechtenbeleid: mensenrechtenbeleid@ugent.be