Hoofdstuk 1: Over de UGent

Sterktes

  • De UGent profileert zich als een maatschappelijk geëngageerde en pluralistische universiteit voor haar studenten, medewerkers en externe partners. De UGent neemt een leidende rol op en reikt oplossingen aan om de huidige maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Ze vertrekt hierbij vanuit het credo ‘Durf Denken’, de onderwijsvisie ‘multiperspectivisme’, en de nauwe verstrengeling van onderwijs en onderzoek. Ze overstijgt hierbij de eigen lokale context en wil via een model van samenwerking internationaal excelleren.
  • Het onderwijs aan de UGent is gebaseerd op onderzoek en recente wetenschappelijke inzichten in het vakgebied. Lesgevers zijn (ook) onderzoekers. Het merendeel van de onderzoekers verzorgen ook onderwijs. Het onderwijs wordt immers ook ondersteund door een groot aantal doctoraatsstudenten en postdocs. Het onderzoek aan de UGent is gerenommeerd en van uitstekende kwaliteit. De sterke verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek staat ook garant voor het voortdurend binnenbrengen van de externe blik via internationale peers in het up-to-date en maatschappelijk relevant houden van (de inhoud van) opleidingsonderdelen, afstudeerrichtingen en opleidingen.
  • De nauwe banden met het UZ Gent en met strategische onderzoekscentra zoals imec, VIB en Flanders Make dragen bij tot de onderzoeksexcellentie van UGent. UGent treedt ook op als coördinator voor ENLIGHT, een alliantie van 9 Europese universiteiten die door de Europese Commissie erkend werd als een van de Europese Universiteitsnetwerken. Via de inzet en leidende rol in diverse Europese universiteitsnetwerken (rector Rik Van de Walle is voorzitter van CESAER en de UGent is zeer actief in The Guild en EUA) is UGent sterk verwerven met het Europese onderwijs­ en onderzoeksbeleid.
  • In de voorbije jaren is het beleidsvoerend vermogen van faculteiten voor onderwijsaangelegenheden gegroeid en versterkt. De faculteiten bevinden zich op een scharnierpositie tussen hun opleidingen en het centrale onderwijsbeleid en vervullen hierdoor een essentiële rol in het bepalen en uitwerken van het faculteitseigen onderwijsbeleid binnen de centrale kaders. Dit zorgt ook voor goede en efficiënte communicatielijnen waarbij faculteiten een partnerschap aangaan met zowel hun opleidingen als het centrale onderwijsbeleid.
  • Het nieuwe loopbaan­ en bevorderingsmodel voor het ZAP en het nieuwe intern allocatiemodel voor de financiering vertrekken beide vanuit vertrouwen, intrinsieke motivatie, samenwerking, groei en administratieve vereenvoudiging. Het zijn geen concurrentiemodellen en ze zorgen niet voor interne competitie. Differentiatie en keuze is binnen deze modellen essentieel: ZAP-leden kunnen zwaartepunten kiezen binnen de kerntaken, rekening houdend met het team waartoe ze behoren. Het nieuwe model maakt op die manier komaf met het ongewenste neveneffect dat veel meer aandacht uitging naar kwantificeerbare doelstellingen en dus naar bepaalde vormen van onderzoek, ten nadele van onderwijs. Het nieuwe model zorgt ervoor dat inspanningen voor onderwijs beter naar waarde worden geschat. Dit is ook het geval door de introductie van onderwijsexcellentie naast onderzoeksexcellentie bij de fast track-bevordering naar de graad van hoogleraar.
  • Het beleidsinformatiesysteem UGI zorgt voor een sterke focus op continue monitoring en laat toe het beleid te evalueren en evidence­based beleidsbeslissingen te nemen. UGI speelt een cruciale rol, niet alleen in het onderwijsbeleid en de beleidsuitvoering, maar ook in de kwaliteitszorg, de kwaliteitsborging en het opvolgen van de kwaliteitscultuur aan de UGent. UGI vormt ook de basis van de onderwijsbeleidsplannen op centraal, facultair en opleidingsniveau.
  • Voor haar onderwijs kan de UGent rekenen op een blijvend engagement van duizenden medewerkers die met groot enthousiasme elk academiejaar klaar staan om te doceren, te begeleiden, te faciliteren, en te ondersteunen. Dit zijn enerzijds de ZAP-leden en postdoctorale medewerkers die als (verantwoordelijk) lesgevers zijn aangesteld, maar ook de andere medewerkers en ondersteuners van het onderwijs uit het OAP- en ATP-kader (praktijkassistenten, onderwijsbegeleiders, administratief en technisch personeel, doctoraatstudenten, postdocs).
  • Het onderwijsbeleid is sterk participatief: bij het nemen van beslissingen is er steeds een breed draagvlak nodig. De actieve rol van alle geledingen bij de creatie van visie en beleid is typisch voor de universiteit en kenmerkt haar kwaliteitscultuur.

Aandachtspunten

  • Het sterk participatief bestuursmodel van de UGent kent echter ook grenzen. Beslissingen moeten vaak heel veel niveaus met raden en commissies passeren, wat besluitvorming bemoeilijkt en alleszins vertraagt. In de toekomst zal het fragiele evenwicht tussen voldoende draagvlak door participatie en voldoende slagkracht verder bekeken moeten worden.
  • Het opleidingsaanbod kan in de toekomst nog explicieter inspelen op het excellente onderzoek aan de UGent door het opzetten van specifieke opleidingen. Dit is een cruciale stap om echt te evolueren naar een internationale universiteit, waarbij het onderwijs nauw aansluit bij het gerenommeerde onderzoek en zowel een Vlaams als een internationaal publiek unieke leeropportuniteiten biedt. Een aantal randvoorwaarden zijn hier belangrijk: de toegankelijkheid, financiering, huisvesting, omkadering, ondersteuning, taal, integratie, ... van internationale studenten. Het ontwikkelen van een innovatief aanbod kan echter pas gerealiseerd worden na een grondige, doch weloverwogen rationalisatie- en optimalisatieoefening van het opleidingsaanbod. Opleidingen, afstudeerrichtingen en opleidingsonderdelen dienen tegen het licht gehouden te worden om ruimte te creëren voor de toekomst.
  • De UGent heeft stilaan de grenzen van het haalbare bereikt wat het aantal studenten betreft (meer dan 45.000 studenten in basisopleidingen). De gestage toename is deels het gevolg van het Vlaams beleid met een volledige open instroom en suboptimale heroriëntering en studie-efficiëntie. De financiering van de universiteiten in het algemeen en van het onderwijs in het bijzonder volgt onvoldoende de groeiende studentenaantallen. De inschrijvingsgelden voor de basisopleidingen liggen decretaal vast en genereren weinig extra inkomsten per student, met uitzondering van de verhoogde inschrijvingsgelden voor internationale opleidingen (OESO studie). Dit alles heeft een grote impact qua belasting en werkdruk, op investering in en onderhoud van gebouwen, en kan een uitdaging vormen voor (bepaalde vormen van) innovatie in onderwijspraktijk en aanbod. De UGent probeert aan deze groei het hoofd te bieden door in te zetten op evidence-based studie- en trajectbegeleiding, heroriëntering en studievoortgangsmaatregelen. En door bij de overheid te blijven pleiten voor een billijke financiering in relatie tot de groeiende studentenaantallen, en voor het realiseren van een inhaalbeweging voor de investeringsenveloppe. Die laatste is momenteel totaal ontoereikend als gevolg van de snelle stijging van het aantal studenten en onderzoekers, zeker nu de klimaatwetgeving en isolatienormen zijn aangescherpt.