Geertrui Daem
Biografie
Geertrui Daem is een doctoraatsonderzoeker aan het Instituut voor Internationaal Privaatrecht en de Onderzoeksgroep Migratierecht. Ze is ook lid van CESSMIR (Centrum voor de Sociale Studie van Migratie en Vluchtelingen) en het Mensenrechten Centrum. Daem behaalde een master in internationaal recht aan de Universiteit Gent en Aix-Marseille, en ze heeft ook een aanvullende master in Conflict- en Ontwikkelingsstudies. Haar onderzoeksproject, "Vluchtelingen in Identiteitscrisis – Interacties tussen Internationaal Privaatrecht en Vluchtelingenrecht," onderzoekt op empirische wijze de complexe juridische problemen die vluchtelingen ondervinden met betrekking tot de erkenning van hun persoonlijke staat. Het onderzoek wordt uitgevoerd onder supervisie van Prof. Dr. Ellen Desmet en Prof. Dr. Jinske Verhellen.
Ze begon haar carrière als immigratieadvocaat voordat ze naar Algerije en Kenia verhuisde, waar ze werkte als RSD en Resettlement officer voor UNHCR. Vervolgens zette ze haar expertise in migratierecht in bij verschillende Belgische NGO’s, waaronder Vluchtelingenwerk Vlaanderen en het Belgisch Comité voor Hulp aan de Vluchtelingen (nu Nansen). Voorafgaand aan haar onderzoekspositie werkte ze als expert vreemdelingenrecht voor het Agentschap Integratie en Inburgering van de Vlaamse Overheid. Sinds 2018 is ze werkzaam als assistent in de Migration Law Clinic binnen de Onderzoeksgroep Migratierecht. In oktober 2021 begon ze aan haar promotieonderzoek. Haar onderzoeksinteresse situeren zich in het migratierecht, internationaal privaatrecht en mensenrechtenrecht.
Onderzoeksproject
Vluchtelingen in identiteitscrisis – interacties tussen vluchtelingenrecht en internationaal privaatrecht
Stel: een Somalische jongen kan zijn minderjarigheid niet bewijzen met het oog op de aanstelling van een voogd omdat hij geen geboorteakte uit zijn land van herkomst kan voorleggen. Of nog: een Afghaans koppel, dat asiel aanvraagt, beschikt over een Iraanse religieuze huwelijksakte waaruit blijkt dat het meisje 16 was ten tijde van de huwelijkssluiting in Iran. Hoe zal het personeel statuut erkend worden in deze migratiecontext? Vluchtelingen dienen niet enkel authentieke documenten neer te leggen, de inhoud van deze documenten dient ook erkend te worden. Beide elementen vormen een hindernissenparcours in een vluchtelingencontext. Aangezien interacties tussen het migratierecht en internationaal privaatrecht onvoldoende overwogen worden, worden vluchtelingen niet enkel geconfronteerd met moeilijke levensomstandigheden maar ook met identiteitscrisissen daar zij in een juridisch vacuüm belanden: bijvoorbeeld gehuwd in Iran maar niet in België.
Het onderzoeksproject wil deze juridische vraagstukken empirisch onderzoeken in een Belgische context. Daartoe zullen interviews met asielinstanties, juridische en administratieve autoriteiten georganiseerd worden, alsook rondetafels met advocaten. Een online bevraging bij deze betrokkenen zal toelaten een breder inzicht te verwerven in de juridische problemen die vluchtelingen ervaren met betrekking tot hun personeel statuut.
Via deze methodologie wil het onderzoek, in een eerste fase, de juridische problemen met betrekking tot het personeel statuut van vluchtelingen in kaart brengen. In een tweede fase wordt onderzocht hoe de bewustwording van de interacties tussen het migratierecht en het internationaal privaatrecht kan leiden tot een betere wisselwerking tussen deze twee juridische kaders, dit met het oog op een betere bescherming van vluchtelingen.