Inhuldiging GIPLI

© Ghent IP Law Institute 2024 (vergrote weergave)

© Ghent IP Law Institute 2024

(15-03-2024) Vorige vrijdag, op 8 maart, werd de inhuldiging van het Ghent IP Law Institute (GIPLI) gevierd. Prof. Simon Geiregat zette bij deze gelegenheid de krijtlijnen voor de nabije toekomst uiteen en sprak zijn dank uit ten aanzien van een aantal collega’s.

Lees hieronder het verslag van de toespraak van prof. Geiregat.

Een goede avond iedereen. Bedankt om massaal aanwezig te zijn. Joe Biden heeft gisteren zijn State of the Union gepresenteerd. Vandaag verzorgt GIPLI haar State of the Union. Dus u merkt het: we beleven deze week zeer belangrijke tijden!

(Algehele hilariteit)

Ik ga niet beloven dat mijn speech kort zal zijn, want als mensen dat doen, is het meestal een lange speech. Dus ik hoop voor u dat dat betekent dat het een korte speech wordt.

Ik ben zeer verheugd dat onze Faculteit en de Universiteit Gent besloten hebben om middelen vrij te maken om meer in te zetten op onderwijs en vooral onderzoek in de intellectuele rechten, ons kleurrijke rechtsdomein. Ik ben ook zeer dankbaar voor het feit dat er een voltijds mandaat is gekomen voor een professor in IP. En natuurlijk ook dat men mij daarvoor gekozen heeft in september. Ik moet zeggen dat het vrij onzekere tijden waren voor mij als postdoc, met toch ook wat teleurstellingen om te verwerken, die ik eigenlijk niemand toewens. Het is dan ook met veel plezier dat ik hier vandaag sta.

De inzet die de UGent aan IP wijdt, en nu de creatie van het nieuwe onderzoeksinstituut GIPLI, dat zijn natuurlijk de twee belangrijkste redenen waarom we hier vandaag aanwezig zijn. Deze week lanceerden we de website en de LinkedIn-pagina van GIPLI, en die heeft ondertussen op een vijftal dagen tijd al meer dan 330 volgers. Dat is zeker niet slecht. Nu, ter vergelijking: een ander Vlaams academisch IP-instituut heeft er 3300. Dat is het tienvoud. Niettemin heb ik berekend dat als we zo blijven doorgaan, we hen ongeveer tegen Hemelvaart moeten inhalen. Daarom zal collega Julie uiteraard straks bij iedereen op de telefoon nagaan of u de nieuwe pagina al volgt, alsook hoeveel shares en likes u al heeft gegeven. (Animositeit) En dat zal zich ook reflecteren in de mate waarin u vanavond wordt getrakteerd. (Gelach)

GIPLI moet zich nog bewijzen. Daarom zullen we geleidelijk starten met een aantal initiatieven. Zo zullen we vanaf het najaar periodiek bijeenkomsten over actuele thema's beleggen, niet alleen voor onderzoekers maar ook voor de advocatuur, de magistratuur en bedrijfsjuristen.

GIPLI is voorlopig natuurlijk nog maar een website, slechts een “verpakking”, in zekere zin: een te vullen doos. Ik besef dan ook zeer goed dat wij ons nog zullen – of dat GIPLI zich nog zal – moeten bewijzen, en hard. Daarom zullen we in de komende maanden, vooral vanaf het eerste semester van het volgende academiejaar, geleidelijk starten met een aantal initiatieven.

Ten eerste zullen we inzetten op meer samenwerking: zowel internationaal als binnen de UGent. Ook binnen de faculteit zullen we proberen nieuwe banden voor samenwerking te smeden.

In dezelfde lijn zullen we ten tweede ook actief inzetten op samenwerking met de rechtspraktijk. Als eerste stap zullen we vanaf het najaar dan ook periodiek laagdrempelige bijeenkomsten over actuele thema’s beleggen, een beetje naar het model van het Financial Law Institute. Die vergaderingen zullen niet alleen bedoeld zijn voor onderzoekers, maar ook voor de advocatuur, de magistratuur, bedrijfsjuristen en dergelijke meer. Meer informatie hierover volgt te gepasten tijde.

Ten derde zullen we natuurlijk ook starten met doctoraatsonderzoek. Zoals ondertussen bekend, wordt ons team vanaf september versterkt door Michiel Roels. Zijn thema wordt het zeer actuele topic van de bescherming van stijl in het post-AI-tijdperk. Naast Michiel zullen we misschien ook nog één of twee freelance-doctorandi aantrekken vanuit het werkveld.

Op het vlak van onderwijs blijft alles voorlopig een status quo. Collega Hendrik Vanhees en ik zullen het onderzoek en het onderwijs op vlak van IP voorlopig als duo blijven bewerkstelligen, minstens tot aan zijn pensioen. En op termijn is het dan ook de bedoeling dat ik word ingeschakeld voor het clustervak economisch recht met Reinhard Steennot en Diederik Bruloot: iets waar ik zelf erg naar uitkijk.

En als ik nog tijd heb, zal ik zelf ook nog wel wat onderzoek doen en nu en dan iets publiceren.

(Gelach)

Dan rest er mij enkel nog om een aantal mensen in het bijzonder te bedanken. Julie Kerckaert en Liselot Vandenberghe, oftewel “Team GenZ-IPLI”: voor het eeuwige enthousiasme en voor de onvoorwaardelijke steun, maar vooral ook voor de organisatie van de bedrijfsinterne activiteiten deze week, vol memorabele feestelijkheden en dito foto’s.

Daarnaast een woord van dank: aan de praktijkassistenten, Willem-Jan Cosemans en Hannes Abraham, die ook enthousiast willen meestappen in ons nieuwe project; aan Michel Tison, de decaan, voor het herhaald vertrouwen; aan Diederik Bruloot, Hans De Wulf en Christophe Van der Elst, voor de hulp die ze me bij mijn eerste stappen als postdoc’er en als docent hebben toebedeeld.

Ook dank aan Reinhard (Steennot), voor de eeuwige steun, alsook – en dat kunnen velen hier beamen – voor zijn hartelijke en geapprecieerde mentorschap, in mijn geval al ononderbroken sinds ik in 2013 bij hem met mijn masterproef ben begonnen. En dan natuurlijk heel hartelijk bedankt aan Hendrik (Vanhees), om dezelfde redenen maar ook voor de bereidwilligheid om samen te werken en te blijven samenwerken, en ook om mee te stappen in mijn misschien wat onbezonnen en naïeve ideeën.

Tot slot past nog een woord van dank aan alle andere collega’s economisch recht hier aanwezig en hier minder aanwezig. Ik ben ervan overtuigd dat we met ons allen een zeer speciale band delen. Ik ben oprecht gelukkig om deel uit te mogen maken van een groep met enthousiaste onderzoekers die gedijen in een – in meerdere opzichten – geweldige sfeer. (Gelach) De bruisende dynamiek die wij op onze gang ervaren, dat is iets unieks: iets waar we ook dankbaar voor mogen zijn, want dat is niet evident. Persoonlijk ga ik iedere morgen zeer graag naar mijn werk. (Instemmend geknik)

Deze week is het begin van een nieuw hoofdstuk, maar het is zeker niet het einde van een ander hoofdstuk! Ik hoop dan ook dat we kunnen blijven samenwerken onder de noemer van de onderzoekers economisch recht aan onze mooie Faculteit.

Want, laat ons zeer duidelijk zijn: deze week is het begin van iets nieuws, het begin van een nieuw hoofdstuk; maar het is zeker níet het einde van een ander hoofdstuk! Ik hoop dan ook dat we kunnen blijven samenwerken onder de noemer van de onderzoekers economisch recht aan onze mooie Faculteit. Laat ons dan ook een glas heffen op onze collegialiteit, op de vriendschap en op onze toekomstige avonturen samen! Ik zou zeggen: santé!