Steven De Smet
Hoofdcommissaris Politie Gent, Strategisch adviseur veiligheid en (digitale) (crisis) communicatie
Criminologische Wetenschappen 1989 - 1992
Ik ben al zowat 40 jaar actief bij de Gentse politie. Momenteel ben ik vooral betrokken bij ‘safety en security’ in de ‘day after tomorrow’ . We leven al in het digitaal tijdperk maar dienen ons nog te behelpen met waarden en normen evenals structuren en organisaties uit het industriële tijdperk. Vanuit mijn huidige functie probeer ik na te gaan wat dit betekent voor de veiligheidsaspecten in onze maatschappij, zowel in de publieke als in de private sector.
"Het komt erop neer dat we op een andere, “nieuwe” manier moeten leren denken. We moeten ervoor zorgen dat we ons als politie niet buiten de markt laten plaatsen. We moeten mee met die digitale mentaliteit en moeten als politie mee in de cockpit blijven zitten."
Iedereen praat bijvoorbeeld over drones en wil er ook over beschikken: de politie, de brandweer, de militairen, de medische diensten enz. Stel je voor dat er op een bepaald moment iets ernstig gebeurt en iedereen met zijn eigen drone gaat werken? Moeten we dan een politiedienst oprichten die de mobiliteit van de drones in de lucht organiseert? Niet als we denken in termen van de ‘day after tomorrow’. Want een drone is enkel een middel om informatie te verstrekken. Hoe kunnen we er dan voor zorgen dat – als er een ramp gebeurt – er zo snel mogelijk één drone in de lucht hangt die de juiste informatie geeft aan de respectievelijke diensten?
Het komt erop neer dat we op een andere, “nieuwe” manier moeten leren denken. We moeten ervoor zorgen dat we ons als politie niet buiten de markt laten plaatsen. We moeten mee met die digitale mentaliteit en moeten als politie mee in de cockpit blijven zitten. We moeten naar een nieuwe politie en mogen de digitale boot niet missen, zo schreef ik ook in mijn boek (Steven De Smet is auteur van het boek “De nieuwe politie”, Lannoo Campus 2012).
"Ik haal mijn energie uit mijn kleindochter van tien. Ik wil dat die generatie nog over een reguliere politie beschikt, met name een democratisch door de overheid gecontroleerde politie. Ik hoop dat de democratisering van de veiligheid nooit verloren gaat en dat we in de toekomst nooit te maken krijgen met ‘haves’ en ‘have nots’."
De politie is na Dutroux hervormd maar is tot op heden nog (te) weinig bijgestuurd aan de noden en verwachtingen van de maatschappij. De zogenaamde geïntegreerde politie bestaat op heden nog steeds uit 186 verschillende korpsen? Dat werkt niet meer. Communicatie, sociale media, twitteraccounts. Elke zone met aparte accounts? Hoe kan je dat als burger nog volgen? In een digitaal tijdperk moet het uitgangsuitgangspunt zijn: wat wil de burger? Bovendien willen jongeren hun ideeën zo snel mogelijk verwezenlijkt zien. Dus je moet sowieso werk maken van andere verhoudingen en dat probeer ik binnen te brengen in de – nieuwe – politie.
Ik haal mijn energie uit mijn kleindochter van tien. Ik wil dat die generatie nog over een reguliere politie beschikt, met name een democratisch door de overheid gecontroleerde politie. Ik hoop dat de democratisering van de veiligheid nooit verloren gaat en dat we in de toekomst nooit te maken krijgen met ‘haves’ en ‘have nots’.
"Als politieman zei ik altijd: ‘de wet is de wet’. Maar mijn studies brachten daar verandering in. Ik leerde alles in vraag te stellen. Dat heeft mijn “zijn” verder bepaald. Al begon ik daardoor ook soms te botsen (lacht)."
Ik ben ondertussen 61 jaar en nog altijd heb ik de drang om nieuwe dingen te ontdekken. Ook toen ik bij de politie binnenkwam was ik gedreven door telkens weer nieuwe zaken waar ik mij in vastbeet. Je leeft maar een keer. Ook was ik altijd al heel sportief. Als van jongs af aan liet ik mij leiden door de sport. Ik ging naar het sporthumaniora om misschien later de opleiding regentaat lichamelijke opvoeding te volgen. Uiteindelijk kwam het nooit zover want onder invloed van de vader van het meisje dat uiteindelijk mijn vrouw zou worden nam ik deel aan het examen voor de Gentse stadspolitie. Mijn schoonvader was bij de politie en vond agent voor zijn toekomstige schoonzoon de geknipte job (lacht). Het is ondertussen zowat 40 jaar geleden dat ik in dienst trad als agent. Maar plots kwam er een Koninklijk Besluit dat je een universitair diploma moest hebben om hoofdcommissaris te worden. Op dat moment heb ik besloten alles op alles te zetten voor het diploma Criminologische Wetenschappen. Het was de zwaarste periode uit mijn leven, met een vrouw en een zoontje dat vaak met vragende ogen aan mijn bureau stond om met hem te spelen.
Dankzij mijn diploma ben ik kunnen doorgroeien tot hoofdcommissaris. Maar vooral heb ik mijn kritische geest kunnen aanscherpen. Je aanvaardt niet zomaar alles. Als politieman zei ik altijd: ‘de wet is de wet’. Maar mijn studies brachten daar verandering in. Ik leerde alles in vraag te stellen. Dat heeft mijn “zijn” verder bepaald. Al begon ik daardoor ook soms te botsen (lacht). Ook leerde ik door mijn opleiding mensen niet te gaan etiketteren of te gaan stigmatiseren. Hoe je met mensen als gemeenschap omgaat is heel belangrijk.
"Laat ons bekijken welke passie een jongere heeft en op welke manier we die nog kunnen versterken. Welk kader kunnen we daarvoor aanreiken?"
We leven in een digitaal tijdperk dus moeten we meer aandacht hebben voor de jongere zelf in plaats van te zeggen wat zij moeten studeren. Informatie is er 24/24 en 7/7. Laat ons bekijken welke passie een jongere heeft en op welke manier we die nog kunnen versterken. Welk kader kunnen we daarvoor aanreiken? Hoe kunnen we de lespakketten beter op de jongeren afstemmen? De rol van het onderwijs is te faciliteren. Op dat vlak staat ook het onderwijs ongetwijfeld voor een kantelmoment.