Facultair vademecum

Het facultair vademecum FBW bundelt de interne reglementen van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen die aansluiten bij of een concrete invulling zijn van artikels van het Onderwijs- en examenreglement (OER).  

Artikels van het OER zonder facultaire aanvullingen blijven uiteraard onverkort gelden. Zowel het OER als het facultair vademecum worden per academiejaar opgesteld. Elke wijziging aan het facultair vademecum naar aanleiding van een nieuw academiejaar wordt voorgelegd aan de Faculteitsraad.

Indeling van het academiejaar (OER art. 1-4)

Art. 2 De academische kalender

§6: Aan de FBW kunnen voor inkomende en uitgaande uitwisselingsstudenten examens georganiseerd worden buiten de examenperiode. Dit kan enkel mits toestemming van de lesgever en na positief advies van de facultaire studentenadministratie. De student bezorgt hiertoe deze toestemming van de lesgever aan de facultaire studentenadministratie.

Aan de FBW kunnen examens buiten de examenperiode georganiseerd worden voor zomerprogramma's. Er worden geen examens buiten de examenperiode georganiseerd voor voorbereidingsprogramma's, schakelprogramma's, Erasmus Mundus-opleidingen en postgraduaatsopleidingen.

Toelatingsvoorwaarden (OER art. 5-14)

Art. 6 Toelatingsvoorwaarden voor een masteropleiding

Geen aanvullingen voor de Nederlandstalige opleidingen.

Art. 10 Taalvoorwaarden

Geen aanvullingen voor de Nederlandstalige opleidingen.

Inschrijven (OER art. 15-26)

Art. 23 Inschrijven voor meer dan één opleiding

  • §1-§2: een student die in hetzelfde academiejaar wil inschrijven voor twee of meer aansluitende opleidingen moet voldoen aan de voorwaarden vermeld op de pagina "Geïndividualiseerde trajecten"
  • §3: een student die in hetzelfde academiejaar wil inschrijven voor een externe GIT moet voldoen aan de voorwaarden vermeld op de pagina "Geïndividualiseerde trajecten"

Art. 26 Werkstudentenstatuut

Aan de FBW geldt voor alle opleidingen dat in onderling akkoord tussen de verantwoordelijke lesgever en de student één of beide van de volgende faciliteiten kunnen worden verleend:

  • één of meerdere examens verplaatsen naar een ander tijdstip binnen hetzelfde academiejaar
  • een alternatief tijdstip voor feedback vastleggen

Contracten (OER art. 27-34)

Art. 29 Vrijstellingen en vermindering van studieomvang

Wie houder is van creditbewijzen, eerder verworven kwalificaties of een bewijs van bekwaamheid op basis van eerder verworven competenties kan vrijstelling aanvragen volgens de procedure beschreven op de pagina "Vrijstellingen".

Art. 30 Het curriculum van de student

  • §4: De student dient een voorstel van curriculum in via OASIS volgens de richtlijnen en deadlines van de faculteit.
  • §5: Wijzigingen aan een vastgelegd curriculum moeten aangevraagd worden bij trajectbegeleiders volgens de procedure beschreven op "Curriculumproces"
  • §6: De student kan tegen een ongunstige beslissing over een aanvraag in verband met de samenstelling van een curriculum beroep aantekenen bij het
    door de faculteitsraad daartoe aangewezen beroepsorgaan. Aan de FBW is dit beroepsorgaan het Facultair Bestuur (exclusief de onderwijsdirecteur). Het beroep
    wordt ingesteld door middel van een ondertekend en gedagtekend verzoekschrift dat op straffe van onontvankelijkheid per aangetekend schrijven wordt ingediend bij de decaan (Decaan Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Coupure links 653, 9000 Gent). De student verstuurt tezelfdertijd een elektronische versie van deze brief via e-mail, ten titel van inlichting, naar decaan.fbw@ugent.be.

Art. 31 Creditdoelcontracten

Procedure staat beschreven op Creditcontract.

Art. 32 Curriculumcommissie

Samenstelling curriculumcommissie

Facultaire principes rond Horizontale instroom

Principe: Horizontale instroom

Procedure: Van industrieel ingenieur naar bio-ingenieur

Facultaire principes rond uitgaande mobiliteit

Studeren in het buitenland

Opleidingscommissie (OER art.35)

Art. 35 Samenstelling en werking van de opleidingscommissie

Opleiding (OER art. 36-39)

Art. 37 Deliberatiepakketten

§1: de samenstelling van de deliberatiepakketten gebeurt als volgt:

  • in de bacheloropleidingen: altijd volgens de voltijdse modeltrajectjaren
  • in de 1-jarige masteropleidingen: altijd volgens de voltijdse modeltrajectjaren
  • in de 2-jarige masteropleidingen leidend tot de titel van 'bio-ingenieur': de pakketten chronologisch worden opgevuld (min 54 studiepunten - max 66 studiepunten in een deliberatiepakket).
  • in de 2-jarige masteropleidingen niet leidend tot de titel van 'bio-ingenieur': altijd volgens de voltijdse modeltrajectjaren

Opleidingsonderdeel (OER art. 40-47)

Art. 40 Lesblokken en lesroosters

§3: De FBW-opleidingen van Campus Schoonmeersen en Campus Kortrijk hebben toestemming van de directeur Onderwijsaangelegenheden om de lessen in te plannen aan de hand van lesblokken van 60 minuten in plaats van de gebruikelijke 90 minuten.

Art. 42 Keuzemogelijkheden binnen opleidingsprogramma's

  • De regels om een curriculum samen te stellen: "Curriculumregels"
  • Hoe een curriculum wordt samengesteld en ingediend: "Curriculumproces".
  • §5: Beroepsmogelijkheid: De student kan tegen een ongunstige beslissing over een aanvraag voor de samenstelling van een curriculum beroep aantekenen bij Het Facultair Bestuur. Hiervoor dient een mail verstuurd te worden naar .

Art. 43 Opleidingsonderdeel masterproef

Masterproef

Art. 45 Taal van de opleidingsonderdelen

§1 5° Voor wat betreft de Nederlandstalige FBW-opleidingen maakt de student zelf een keuze tussen Nederlands, Engels of Frans als taal voor de masterproeftekst. Er is hiervoor dus geen toestemming van de faculteit nodig. Indien de promotor verwacht dat een masterproef niet in het Nederlands geschreven wordt, dan moet dit samen met het aangeboden onderwerp kenbaar gemaakt worden zodat de student dit aspect mee in overweging kan nemen bij het vastleggen van zijn onderwerp. De verdediging van de masterproef is in principe steeds in het Nederlands.

Masterproef

Opleidingsonderdeel Bachelorproef

Bachelorproef - Bio-ingenieur 

Bachelorproef - Campus Schoonmeersen

Bachelorproef - Campus Kortrijk

Opleidingsonderdeel Seminarie

Seminarie - Bio-ingenieur

Opleidingsonderdeel Stage

Stage - Bio-ingenieur

Stage - Campus Schoonmeersen

Stage - Campus Kortrijk

Beoordeling per opleidingsonderdeel (OER art. 48-60)

Art. 54 Examenregeling

§5. In iedere faculteit wordt een examensecretariaat ingericht. Dit bevindt zich bij de facultaire studentenadministratie.

Art. 59 Evaluatie van het opleidingsonderdeel masterproef

  • §1 2° De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van het opleidingsonderdeel masterproef berust aan de FBW bij maximum 2 promotoren. Ten minste één van de promotoren behoort tot één van de in het OER opgesomde categorieën en is administratief verantwoordelijke. Deze promotor is tevens
    • verbonden aan de FBW (of FEA voor de MSc in Sustainable and Innovative Natural Resource Management of een partnerinstelling van de MSc in Soils and Global Change, MSc in Health Management in Aquaculture en MSc in Rural Development (bij 2 promotoren komen ze elk van een andere partnerinstelling))
    • of lesgever van een algemeen of afstudeerrichtingsvak binnen de betrokken masteropleiding (of lesgever van een major- of keuzevak binnen de
      MSc in Sustainable and Innovative Natural Resource Management)
    Personen zonder doctoraat, maar met een uitgebreide ervaring in het domein van de masterproef, kunnen mits grondige motivatie ook als bijkomende promotor worden toegelaten aan de FBW.
  • §1 5° Voor wat betreft de Nederlandstalige FBW-opleidingen maakt de student zelf een keuze tussen Nederlands, Engels of Frans als taal voor de masterproeftekst. Er is hiervoor dus geen toestemming van de faculteit nodig. Indien de promotor verwacht dat een masterproef niet in het Nederlands geschreven wordt, dan moet dit samen met het aangeboden onderwerp kenbaar gemaakt worden zodat de student dit aspect mee in overweging kan nemen bij het vastleggen van zijn onderwerp. De verdediging van de masterproef is in principe steeds in het Nederlands.
  • §3 1° Aan de FBW mogen medestudenten, personen uit het werkveld, familieleden, vrienden en FBW-personeel aanwezig zijn op de verdediging, mits toestemming van de voorzitter en mits de masterproef niet confidentieel is.

Masterproefevaluatie

Facultaire procedure voor het afleggen van examens op afstand

Lesgevers die geconfronteerd worden met een vraag van studenten voor het afleggen van een examen op afstand, geven dit door aan de Onderwijsdirecteur, die dan een ad hoc commissie kan samenroepen (eventueel digitaal). Deze commissie heeft een wisselende samenstelling, afhankelijk van de opleiding waartoe de inkomende/uitgaande student behoort. Vaste leden zijn de Onderwijsdirecteur en de trajectbegeleider, die moeten zorgen voor een gelijkvormigheid over de opleidingen heen, en die ook een database bijhouden met alle concrete gevallen en beslissingen. De wisselende leden bestaan uit de OC-voorzitter, de lesgever en ITC-medewerker(s) die bij het dossier betrokken zijn. De bevoegdheid van deze commissie bestaat er in om zich over de vraag te buigen en een gefundeerd besluit te nemen. Uitgangspunt is dat een examen op afstand alleen kan in uitzonderlijke gevallen.

Beoordeling per deliberatiepakket (OER art. 66-69)

Art. 66 Samenstelling en deliberatiebevoegdheid van de examencommissie per deliberatiepakket

Samenstelling examencommissies

Beoordeling per opleiding (OER art. 70-74)

Art. 70 Samenstelling en bevoegdheid van een examencommissie per opleiding

  • §1: Samenstelling examencommissies
  • §3: Voor het nemen van examentuchtbeslissingen wordt bevoegdheidsdelegatie gegeven aan de voorzitter en secretaris van de examencommissie per opleiding, aangevuld met de academisch secretaris en de betrokken lesgever. In geval van twijfel of grotere inbreuken kan ook de volledige examencommissie optreden.

Bijzondere omstandigheden (OER art. 75-78)

Art. 75 Naleving van de examenregeling

§4. Afwezigheid melden

Art. 78 Fraude of onregelmatigheden

§1. Aan de FBW worden de termen fraude en onregelmatigheden als volgt gedefinieerd:

Als fraude wordt aan de FBW beschouwd elk gedrag van een student in het kader van een examen of niet-periodegebonden evaluatie waardoor het vormen van een juist oordeel door de examinator / examencommissie omtrent de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van de student zelf dan wel van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt.

Meer concreet worden, naast het bij zich hebben en/of gebruik maken van een digitaal of elektronisch (communicatie)middel (OER), volgende handelingen altijd als fraude beschouwd:

  • bij iemand afkijken;
  • alle vormen van verbale of non-verbale communicatie, behalve met de toezichthouders in het lokaal;
  • het ongeoorloofd gebruiken van geschreven informatiebronnen zoals spriekbriefjes, delen van cursussen, ...
  • het plegen van plagiaat (cf. OER artikel 78§2.);
  • ...

Als onregelmatigheden wordt aan de FBW beschouwd elke inbreuk op het examenreglement van de UGent, op het Facultair Vademecum of op de te volgen regels met betrekking tot het goede verloop van een examen of niet-periodegebonden evaluatie.

§2. Aan de FBW wordt de basisdefinitie van plagiaat niet verder aangevuld of gespecifieerd.

Ombudspersoon (OER art. 79-80)

Art. 79 Facultaire ombudspersoon

Facultaire ombudspersoon

Beroepsprocedure (OER art. 81)

Geen facultaire aanvullingen.

Slotbepalingen (OER art. 85-88)

Geen facultaire aanvullingen.