Stage in het onderwijs- en examenreglement
Definitie stage
Ervaringsleren in de beroepspraktijk
Geheel aan geïndividualiseerde begeleidingssituaties en zelfstandige leersituaties tijdens een periode van ervaringsleren in de beroepspraktijk waarbij de student zich inschakelt in de dagelijkse activiteiten van de stageplaats.
Doel
Oefenen en toepassen van beroepsgerichte kennis en vaardigheden. De student gaat meestal individueel, maar het kan ook dat studenten in een beperkte groep op stage gaan.
Begeleiding
De begeleiding zorgt mee voor de selectie van de stageplaats, de voorbereiding van de studenten, en staat in voor de ondersteuning, opvolging, het geven van suggesties en opmerkingen en is verantwoordelijk voor de evaluatie.
Lange duur en autonomie
Onderscheidt zich van andere veldervaringen door de relatief lange duur en de relatieve autonomie van de student in de dagelijkse uitvoering.
Integratievak
Een integratievak is een opleidingsonderdeel waarin de kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die werden verworven in andere opleidingsonderdelen, geïntegreerd, toegepast en verder ontwikkeld worden.
Mentor
De externe stagebegeleider heet mentor.
Ook tijdens vakanties
Stages kunnen ook plaatsvinden tijdens vakanties, de tweedekansexamenperiode, de feedbackweek en op sluitingsdagen.
Wangedrag
Stage vroegtijdig beëindigen
De examencommissie per opleiding kan, in bijzondere gevallen en op objectieve gronden, de stage vroegtijdig beëindigen, als de betrokken student door zijn/haar gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een beroep waartoe de opleiding hem/haar opleidt.
Geen tweede examenkans
De student heeft in dit geval geen recht op een tweede examenkans.
Geen creditcontract
Kan niet worden gevolgd via creditcontract
Studiekiezer
Praktische informatie staat in de Studiekiezer
Jaarvak
Kan als jaarvak worden georganiseerd
Niet-periodegebonden evaluatie
Valt onder niet-periodegebonden evaluatie
Evaluatie in eerste semester
Zelfs al is het een jaarvak, kan stage geëvalueerd worden in het eerste semester
Geen tolerantie
De tolerantie-regeling geldt niet voor stages
Gedragsevaluatie op de werkvloer
Vaak is een onderdeel van de beoordeling van een stage een zgn. gedragsevaluatie.
De stagebegeleider op de werkplek is meestal de beoordelaar.
Presentatie
Er kan gevraagd worden een presentatie te geven over de stage.
In de beoordeling kan naast de inhoud van de presentatie ook de wijze van presenteren meegenomen worden.
Evaluatiegesprek
Gesprek tussen de examinator en de student die een stage gedaan heeft met als doel dieper op bepaalde elementen in te gaan.
Kan ook onderdeel zijn van een mondeling examen waarbij een deel van het examen gereserveerd wordt voor vragen over de stage.
Portfolio, Stagemap, Stageverslag
Bewijsmateriaal
In een portfolio maken studenten het eigen individuele leerproces of verworven competenties zichtbaar, o.a. door het verzamelen van ‘bewijsmateriaal’.
Het bewijsmateriaal van het portfolio kan bestaan uit werkstukken, beoordelingsrapporten van lesgevers (en/of medestudenten), afbeeldingen, video-opnames, e.d.
Leervorderingen
Portfolio’s bieden de mogelijkheid om een waarheidsgetrouw en geïntegreerd beeld van de leervorderingen over een langere periode van studenten te krijgen.
Reflectie
Naast een bewijsfunctie, heeft het portfolio ook vaak als doel dat studenten gaan reflecteren over het eigen ontwikkelingsproces en m.a.w. systematisch terugblikken op het eigen handelen en het handelen evalueren en analyseren (cf. zelfbeoordelingen of self-assessment).
Authentiek beeld
Portfolio’s worden bij uitstek ingezet in leerprocessen die nauw aansluiten bij de praktijk omdat ze een authentiek beeld scheppen van hoe studenten taken uitvoeren in complexe professionele of onderzoekssituaties. Daarom wordt een portfolio vaak ingezet om stages te begeleiden en te beoordelen.
Op papier of elektronisch
Kan op papier of elektronisch (cf. zgn. e-portfolio) worden aangelegd.
Exacte juridische formuleringen
Voor de exacte juridische formuleringen, zie het onderwijs- en examenreglement.