Zo'n, zulk of zulke?
Bij telbare substantieven:
- Enkelvoud: Zo'n taalgebruik zegt immers veel over de percepties bij het publiek.
- Meervoud: Sinds de negentiende eeuw werden zulke vormen van huiselijk geweld in strafwetboeken opgenomen.
Bij niet-telbare substantieven
- het-woorden: Zulk huiselijk geweld komt meer en meer voor.
- de-woorden: Zulke literatuur is niet langer voorhanden.