Laboratorium voor Moleculaire Entomologie en Bijenpathologie ( L-MEB )

Het fundamenteel onderzoek van L-MEB spitst zich toe op bijenpathologie, bijenfysiologie en giffen van de hymenopteren.

Het Laboratorium voor Moleculaire Entomologie en Pathologie van de Honingbij staat onder leiding van Dirk de Graaf. Zijn groep verricht fundamenteel onderzoek naar de pathologie en fysiologie van honingbijen en giffen van honingbijen en verwante insecten. Het Laboratorium is corporate partner van Honeybee Valley, een samenwerkingsplatform ter bestrijding van de achteruitgang van honingbijen.

Bijenpathologie

Bijenpathologie en –gezondheid is altijd een belangrijke, zo niet de belangrijkste onderzoeksas geweest van de bijenonderzoekers aan de Universiteit Gent. In 2001 ontwikkelden de professoren Dirk de Graaf en Frans Jacobs een diagnostische test voor Amerikaans vuilbroed bij honingbijen. Deze test maakt het mogelijk om snel de klinische beelden van op de bijenstand te bevestigen in het laboratorium. Het was één van de eerste testen op basis van de genetische vingerafdruk van een ziekteverwekker bij honingbijen. De test is opgenomen in de OIE (Office International des Epizooties) Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals en wordt nu wereldwijd gebruikt.

Sindsdien werden tal van andere diagnostische methoden voor bijenziekten ontwikkeld en werd onze focus uitgebreid tot de Microsporidia, Trypanosomatidae, Apicomplexa en virussen. De link met de monitoring van de bijensterfte en de associatie met ziekteverwekkers is evident en werd sinds kort uitgebreid buiten het Europese continent.

De laatste jaren hebben we ons kunnen verdiepen door betrokkenheid in genoom consortia en het tackelen van fundamentele vragen over virulentiefactoren en afweerreacties. De interesse voor bijenteelt gerelateerde studies is gebleven, zie maar naar ons werk over de genetische achtergrond van Varroa-tolerantie en de toepassing hiervan in de bijenteeltpraktijk. Sinds kort hebben we ons ook toegelegd op de ziekten van de wilde bijen.

Bijenfysiologie

Prof. Dirk de Graaf doceert het vak Biomedische Fysiologie in de opleiding Biochemie en Biotechnologie en het vak Fysiologie van Insecten in de opleiding Biologie. Het mag dan ook niet verrassen dat een belangrijke onderzoeksas zich richt op fysiologische processen. In de lijn van het onderzoeksthema Bijenpathologie en –gezondheid gaat onze interesse uit naar afweermechanismen van de honingbij tegenover de ziektekiemen die haar bedreigen. Recent werd dit uitgebreid naar een veel ruimer pallet aan stressoren waaraan de honingbij of de wilde bij is blootgesteld. Samen met onderzoekers van de KU Leuven werd een consortium gevormd dat de fysiologie achter het altruïstisch gedrag van honingbijen heeft proberen te ontrafelen.

Giffen van honingbijen en verwante insecten

Eén van de eerste onderzoeksactiviteiten die binnen het team van prof. Dirk de Graaf werd ontplooid, handelde over het gif van de hymenopteren, oftewel de vliesvleugeligen, de groep waartoe bijen en hommels behoren. Dit was het gevolg van het feit dat L-MEB (toen nog Laboratorium voor Zoöfysiologie) in dezelfde vakgroep was ondergebracht als de laboratoria van de professoren Jozef Van Beeumen en Bart Devreese, die baanbrekend werk hebben verricht op het vlak van de proteoom-analyse. Op die manier werd het technisch mogelijk om de giffen van verschillende bijen, (sluip)wespen en hommels te ontrafelen. Deze onderzoeksas heeft ons toegang gegeven tot grote internationale genoom-sequencing consortia en zorgde voor een mooie output met publicaties in de gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften Nature en Science.

Van sommige nieuw ontdekte gifcomponenten kon nadien aangetoond worden dat zij betrokken zijn bij de allergische reacties die sommige patiënten ontwikkelen na een (bijen)steek (vb. icarapin oftewel Api m 10). Het onderzoek naar de immuun-onderdrukkende eigenschap van het sluipwespengif heeft een mogelijks belangrijke biomedische toepassing, met name op het vlak van ontstekingsremmers.

Secretariaat