QR - Paaltje 10
De verschillende houtkanten en bosjes op de campus zijn ook bij vogels in trek. ’s Winters trekken de elzen vaak groepjes sijsjes (Spinus spinus) aan, maar ook andere vinkachtigen zoals Putter (Carduelis carduelis), Keep (Fringilla montifringilla) en - heel af en toe - Appelvink (Coccothraustes coccothraustes) kan je hier aantreffen. Op de vochtige bodems houdt zich soms de schuwe en goed gecamoufleerde Houtsnip (Scolopax rusticola) op. Groene specht (Picus viridis) is een opvallende verschijning die hier het hele jaar door aanwezig is. Vaak merk je deze fraaie soort eerst op door zijn schelle en hinnikende roep, in de volksmond ook wel de duivelslach genoemd. Hier hoor je ook vaak het vrolijke, wat lispelende getsjirp van Staartmees (Aegithalos caudatus), ongetwijfeld één van onze mooiste mezensoorten, met een staart die even lang is als hun donzige, bolvormige lijfje. Sperwer (Accipiter nisus) houdt dan weer van dit soort omgeving omwille van de afwisseling van open en beschutte stukken, die zich uitstekend leent voor zijn jachttechniek, die gebaseerd is op razendsnelle verrassingsaanvallen op zangvogels en duiven. Ook Slechtvalk (Falco pelegrinus), die o.a. op het UZ en nabij het Sint-Pietersstation broedt, komt hier vaak jagen, vooral op duiven.