Afscheidsinterview prof. Geert Haesaert: “Automatisering zal verder toenemen, maar de rol van de boer blijft onmisbaar”
(01-10-2024)
Op 30 september 2024 zette professor Geert Haesaert, expert op het gebied van duurzame gewasproductie, van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent een punt achter zijn indrukwekkende carrière. In een laatste gesprek op de proefhoeve in Bottelare, een project waarin hij samen met HOGENT jarenlang aan baanbrekende landbouwinnovaties werkte, blikt hij terug op de mijlpalen in zijn loopbaan, de uitdagingen van de landbouwsector en zijn plannen voor de toekomst.
Wat beschouw je als hoogtepunten in je carrière?
Prof. Geert Haesaert: “De ontwikkeling van de proefhoeve in samenwerking met HOGENT in Bottelare is zeker één van de hoogtepunten. Het project kende veel obstakels, maar na jaren van inspanning is het uitgegroeid tot een unieke onderzoeksfaciliteit. Daarnaast ben ik trots op de oprichting van Cropfit, ons onderzoekscentrum rond de ontwikkeling van biostimulanten en bio-gebaseerde gewasbeschermingsmiddelen, en mijn werk aan triticale, een graansoort die nu wereldwijd zes miljoen hectare beslaat. Het voorzitterschap van de internationale triticale-gemeenschap gaf me de kans om een internationaal netwerk op te bouwen. Deze mijlpalen waren keerpunten in mijn carrière die me veel voldoening gaven. Veel van deze successen waren het resultaat van een sterke samenwerking tussen de academische wereld en de landbouwindustrie.”
Hoe heb je de samenwerking tussen de academische wereld en de landbouwindustrie ervaren?
Prof. Haesaert: “Mijn carrière begon eigenlijk in de industrie, bij Monsanto, waar ik werkte aan onderzoek voor Europa en Afrika. Daar leerde ik dat de industrie snel resultaten wil zien, iets wat sterk verschilt van de academische wereld. Dit besef heeft me later geholpen om bruggen te bouwen tussen beide werelden. De samenwerking is alleen maar gegroeid, zeker dankzij initiatieven zoals de Bayer-leerstoel en de steun van overheden. Toch blijft het belangrijk om de verwachtingen van bedrijven en academici goed op elkaar af te stemmen, want die kunnen weleens botsen. Bedrijven willen concrete resultaten en zijn marktgeoriënteerd, terwijl wij ook wetenschappelijke verdieping en publicaties nastreven.”
Wat zijn volgens jou de belangrijkste uitdagingen bij het samenwerken tussen de academische wereld en de industrie?
Prof. Haesaert: “Eén van de grootste uitdagingen is het managen van de verwachtingen. Bedrijven investeren in projecten en verwachten meetbare, vaak commerciële resultaten. In de academische wereld streven we soms meer naar fundamenteel onderzoek en publicaties. Dit kan spanningen veroorzaken, vooral als de projectresultaten niet direct voldoen aan de verwachtingen van de industrie. Het is essentieel om daar transparant over te zijn en duidelijke afspraken te maken. Tegelijkertijd zie je dat de toenemende rol van technologie in de landbouw een positieve invloed heeft gehad op die samenwerking.”
Wat denk je over de rol van technologie in de modernisering van de landbouw?
Prof. Haesaert: “We zien dat de jongere generatie boeren steeds hoger opgeleid is en technologische innovaties zoals melkrobots, GPS-gestuurde machines en precisielandbouw met open armen ontvangt. Deze ontwikkelingen verhogen niet alleen de efficiëntie, maar dragen ook bij aan een duurzamere landbouw door de ecologische voetafdruk te verkleinen. Vlaanderen en Nederland lopen hierin voorop. Hoewel de automatisering in de toekomst verder zal toenemen, blijft de rol van de boer onmisbaar. Hun kennis en ervaring zijn essentieel om technologie optimaal in te zetten en weloverwogen beslissingen te nemen op het veld.”
Hoe zie je de toekomst van de landbouw in Vlaanderen?
Prof. Haesaert: “De landbouwsector is de afgelopen jaren enorm geëvolueerd. In het verleden lag de focus nagenoeg enkel op intensieve productie en winstmaximalisatie, vaak met hoge inputs zoals meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Men had enkel oog voor de korte termijn. Maar we zijn ons steeds meer bewust geworden van de noodzaak om duurzamer te werken. Technieken zoals vruchtwisseling en de teelt van eiwitrijke gewassen worden steeds meer toegepast, mede door nieuwe regelgeving. Toch blijven er uitdagingen, vooral voor kleinere landbouwbedrijven die moeilijk kunnen concurreren in de huidige markt. Sommigen zoeken nieuwe wegen, zoals boerderijverkoop en korte ketens. Daarnaast zijn er ook externe factoren die de toekomst van de landbouw zullen beïnvloeden, zoals klimaatverandering.”
Welke impact heeft klimaatverandering op de landbouw?
Prof. Haesaert: “Klimaatverandering dwingt ons om onze landbouwsystemen te herzien. Langere droogteperiodes en zwaardere regenval maken het moeilijk om bepaalde gewassen te blijven telen zoals we dat gewend zijn. We moeten flexibeler worden en nadenken over alternatieve gewassen of teeltmethodes. Maïs, bijvoorbeeld, zal mogelijk niet langer geschikt zijn voor bepaalde regio’s door te lange droogte periodes. Dat vraagt om een heroriëntatie van de landbouwpraktijken en meer focus op duurzaamheid.”
Net zoals de landbouw zich zal heroriënteren, ben je zelf ook op een punt aangekomen waar je je eigen toekomstplannen kan herzien. Heb je al plannen voor na 30 september?
Prof. Haesaert: “Ik ga het zeker rustiger aan doen, want de laatste decennia waren behoorlijk hectisch. Toch blijf ik voor 10 procent actief. Ik wil nog enkele projecten afronden en blijf copromotor voor een aantal doctorandi. Ook bij Europese projecten zal ik betrokken blijven als wetenschappelijk coördinator, samen met jongere collega’s. Daarnaast werk ik nog steeds mee aan drie projecten in Afrika, waarvan het langste nog vijf jaar loopt.”
“Maar ik heb me voorgenomen om, wanneer ik echt stop, volledig de deur te sluiten. Zowel persoonlijk als professioneel moet je op een gegeven moment leren loslaten. Dat is belangrijk, niet alleen voor mezelf, maar ook voor de volgende generatie die het overneemt.”
Zullen we je nog vaak zien rondlopen op de proefhoeve na je pensioen?
Prof. Haesaert: “Ik denk dat ik op afstand blijf. Als ik hier regelmatig zou blijven rondlopen, zou ik toch weer betrokken raken bij de dagelijkse gang van zaken, en dat is niet de bedoeling. Voor mijn opvolgers zou dat ook niet prettig zijn. Ik geef graag de fakkel door en wil ruimte laten voor nieuwe ideeën en benaderingen.”
Welk advies zou je, nu je de fakkel doorgeeft, nog willen delen met academici en bedrijven die willen samenwerken?
Prof. Haesaert: “Probeer je altijd in te leven in de positie van de ander. Bedrijven hebben andere doelen dan academici, en het is belangrijk om die verschillen te erkennen en op een eerlijke manier samen te werken. Daarnaast is het belangrijk om flexibel te blijven, vooral in lange samenwerkingen. De omstandigheden kunnen snel veranderen, en het is cruciaal om je daarop aan te passen.”
Professor Haesaert neemt afscheid van een veelzijdige carrière waarin hij tal van bruggen heeft geslagen tussen wetenschap en industrie. Zijn werk aan de proefhoeve, zijn onderzoek naar triticale en zijn betrokkenheid bij de Bayer-leerstoel hebben niet alleen UGent, maar ook de Vlaamse landbouwsector een enorme boost gegeven.