Over KB45
De multidisciplinaire onderzoeksgroep KB45 (Kunst in België sinds 1945) werd in 2020 opgericht aan de UGent, binnen de vakgroepen Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen enerzijds, en Architectuur & Stedenbouw anderzijds.
De onderzoekgroep stelt zich tot doel de situatie van de levende kunst in België sinds 1945 in kaart te brengen en te kaderen binnen de bredere artistieke cultuur in België in de naoorlogse periode, vanuit een zowel lokaal als internationaal perspectief. De aanpak is tegelijk kunsthistorisch, kritisch en sociaal-institutioneel, met een focus op de carrières en oeuvres van kunstenaars, tentoonstellingsgeschiedenissen, institutionele geschiedenissen, en de voorwaarden en omstandigheden op vlak van architectuur. Het cultuurbeleid en de bredere politieke context in België worden daarbij als referentiekader gehanteerd.
Het onderzoek van KB45 spitst zich toe op een breed scala aan actoren binnen het wijdere artistieke veld, gaande van personen (kunstenaars, curatoren, critici, journalisten), instellingen (musea, galeries, kunstenaarsinitiatieven, overheidsorganen, sponsors), evenementen (tentoonstellingen, symposia), objecten (kunstwerken), tot discours (boeken, tijdschriften, teksten).
KB45 stelt origineel onderzoek voorop door de gangbare methodes te bevragen en alternatieve strategieën te ontwikkelen om de geschiedenis van de kunst in België sinds 1945 te verhalen.
Het onderzoek dat wordt opgezet door KB45 heeft een drieledige inzet:
- Meerlagig overzicht van het veld: in plaats van één overkoepelend, singulier kunsthistorisch narratief te schrijven, wordt aandacht geschonken aan de vele geschiedenissen die door de uiteenlopende actoren binnen de naoorlogse kunst in België zijn gemaakt en beleefd.
- Inzicht in het tweerichtingsverkeer: terwijl de trajecten en aanwezigheid van Belgische actoren in de internationale kunstwereld in kaart worden gebracht, wordt ook het bezoek aan en de invloed van buitenlandse actoren in de Belgische kunstwereld getraceerd.
- Publieke ondersteuning en institutionele infrastructuur: om de ontwikkeling en uitbouw van het veld van de levende kunst te schetsen, worden de rol en positie van publieke en private kunstinstellingen bestudeerd, met een specifieke focus op de (afwezigheid van) institutionele infrastructuur en architectuur.