Research Brief 15. Wat maakt onze arbeidsmarkt zo krap? En wat kunnen we eraan doen?

Professor Stijn Baert

(8 februari 2022) De federale regering werkt aan een arbeidsdeal. Wat moet deze zeker bevatten opdat deze kan helpen om de vele vacatures die er zijn in ons land te helpen opvullen? Professor Stijn Baert geeft zijn visie.

Sporten tijdens de werkuren bij Sportoase. Kans op een all-in-vakantie voor twee naar Griekenland na één week werken bij Adecco. En extra ouderschapsverlof voor wie een baan opneemt bij Volvo of AB InBev. Het is maar een greep uit de initiatieven die werkgevers zich getroosten om de strijd om menselijk kapitaal te winnen van hun concurrenten.

Indicaties van krapte

De krapte op onze arbeidsmarkt is dan ook terug van nooit weggeweest. En ze is steviger dan ooit. Drie statistieken om dat aan te tonen.

1. België is na Tsjechië het land met het hoogste percentage niet-ingevulde banen op alle bestaande jobs (grafiek links). In de EU-27 maakten vacatures gemiddeld 2.4% uit van alle banen (dat wil zeggen: vacatures en ingevulde posities) in het derde kwartaal van 2021, in ons land bedroeg die job-vacature-ratio 4.7%. Dat wil dus zeggen: verhoudingsgewijze haast dubbel zoveel vacatures bij ons.

2. Vlaanderen is, meer dan Wallonië en Brussel, verantwoordelijk voor die hoge arbeidsmarktkrapte (grafiek rechts). Op gewestniveau bedroeg die in het derde kwartaal 5.4%. Jawel, hoger dan in Tsjechië op landniveau. 

grafiek1en2.png

3. Wanneer we deze krapte uitzetten in de tijd, zien we dat deze, ondanks de coronacrisis, in geen jaren zo hoog was. Ook de zogenaamde Vacatureberichten van de VDAB geven dat aan. Trouwens, opvallend op de website van de VDAB: van de 220.000 vacatures die momenteel alleen al op vdab.be staan te blinken, vragen er 75.000 geen enkele ervaring en 80.000 niet eens een diploma secundair onderwijs. 

Zoals ik recent in De Standaard schreef: deze hoge krapte is enerzijds goed nieuws. Onze economie trekt aan. En de hoge krapte geeft werknemers ook meer macht aan de onderhandelingstafel. Echter, deze krapte houdt ook een groot gevaar in. Wanneer het werkgevers niet lukt om in ons land mensen aan te trekken, kan men geneigd zijn geplande uitbreidingen terug te schroeven, te kijken in de richting van automatisatie of activiteiten naar het buitenland te verplaatsen. Een recordaantal vacatures kan zo een recordaantal gemiste kansen worden: gemiste kansen om gezinnen een betere levensstandaard en sociaal-economische integratie te bieden, maar ook om de werkzaamheidsgraad te verhogen en zo een degelijke gezondheidszorg en degelijke pensioenen voor de komende generaties te verzekeren.

Vijver vergroten

Wat zou een logische beleidsreactie dan zijn?

In mijn recente studie in vakblad Economic Analysis and Policy vergelijk ik de arbeidsmarkten in de 20 grootste OESO-landen op basis van twee statistieken: het percentage werkzoekenden onder de 25- tot 64-jarigen en het percentage inactieven binnen diezelfde leeftijdscategorie. Ik vergelijk beide statistieken met de samenstelling van een ijsberg, waarbij de werkzoekenden het zichtbare puntje zijn en de inactieven de arbeidsreserve onder de waterlijn. Ik legde dit ook al eens uit in deze kennisclip.

De combinatie van beide statistieken geeft enerzijds een indicatie van een aantal voorbeeldlanden, die zowel een lage werkloosheid als een lage inactiviteit kennen. Dit gaat naast de klassieker Zweden ook over onze buurlanden Duitsland en Nederland. België daarentegen kent een gemiddelde werkloosheid, maar een hoge inactiviteit. En Vlaanderen is wat dat betreft België in het klein: we scoren goed qua werkloosheid, maar doen qua inactiviteit niet beter dan gemiddeld.
Dit inzicht is relevant richting de verklaring én aanpak van de hoge arbeidsmarktkrapte in ons land.

Het aantal personen dat werkzoekend is en dus meteen beschikbaar is om een openstaande vacature in te vullen, is eerder beperkt. Zoals gezegd: gemiddeld op Belgisch niveau, laag op Vlaams niveau. stijnbaertblog2.png Bovendien is er een probleem van “mismatch”: de openstaande vacatures en werkzoekenden vinden elkaar moeilijk. Volgens Eurostat is ongeveer 42% van alle werkzoekenden in België reeds meer dan 12 maanden werkloos. Het EU-gemiddelde is slechts 33%. En dat dus ondanks de vele vacatures die geen ervaring en/of diploma vragen.

Het vraagt mijns inziens om een beleid dat wie langdurig werkzoekend is aanklampt om de poule van vacatures die men overweegt, te verbreden. Een opleiding richting een knelpuntberoep verplichten voor wie meer dan een jaar werkzoekend is, het lijkt mij eerder een kans dan een straf.

Crucialer echter, gegeven de hoge inactiviteit, is het voeren van een beleid dat personen die nu buiten de arbeidsmarkt staan richting die arbeidsmarkt te verleiden door werken aantrekkelijker te maken. Op die manier wordt de vijver waaruit werkgevers kunnen vissen om hun vacatures te vullen groter.

Dat is ook, zoals ik in De Standaard schreef, wat zowat alle politieke partijen beloofden tijdens de verkiezingen. Sommige beloftes haalden ook de regeerprogramma’s: investeringen in kinderopvang gericht op tweeverdienersgezinnen of sociale voordelen niet langer vasthangen aan statuut, maar wel aan inkomen, zodat wie uit werken gaat tegen een laag loon ze niet verliest. Er is geen enkele reden om deze hervormingen niet meteen door te voeren…

Door professor Stijn Baert (Vakgroep Economie; www.stijnbaert.be; Stijn.Baert@UGent.be).

Lees meer over het onderzoek naar de gezondheid van onze arbeidsmarkt en de noodzaak van een “aanbodgericht beleid” in deze studie.

Lees het recente opiniestuk van professor Stijn Baert: “Van recordaantal vacatures naar recordaantal gemiste kansen”.

Lees ook de andere Research Briefs van UGent @ Work.