Research Brief 16. De STEM van de vrouw in techniek en wetenschap: ondervertegenwoordigd maar wel geïnteresseerd
Doctor Stijn Schelfhout
(11 februari 2022) UGent @ Work’ers hadden het eerder al over de brandende arbeidsmarkt waarin bedrijven en organisaties niet genoeg gekwalificeerde kandidaten vinden om hun openstaande vacatures in te vullen (professor Greet Van Hoye en professor Eveline Schollaert in hun kennisclip en professor Stijn Baert in zijn Research Brief eerder deze week). Dat is niet anders in beroepen in techniek en wetenschap, de zogeheten STEM-beroepen (Science, Technology, Engineering, Mathematics), waar vooral het tekort aan vrouwen pijnlijk opvallend is. Inderdaad, slechts 28% van alle onderzoekers wereldwijd is momenteel een vrouw en UNESCO (2016) stelt dat die genderkloof ook steeds groter wordt . Ons onderzoek toont aan dat vrouwen inderdaad ondervertegenwoordigd zijn in STEM-opleidingen, maar dat de interesses van STEM–studentes wel beter aansluiten bij het STEM-veld. Dit inzicht biedt meteen ook kansen om het percentage vrouwen in STEM-beroepen te verhogen.
Interesses en studie-oriëntatie
Een wetenschappelijk model ontworpen door de Amerikaanse psycholoog John Holland (het zogenaamde ‘RIASEC model’) voorspelt al meer dan vijftig jaar dat mensen van wie hun studiegebied aansluit bij hun interesses een grotere kans hebben om met de nodige arbeidsvreugde binnen hun studiegebied actief te blijven. Het model is briljant in zijn eenvoud omdat het zowel mensen als hun omgeving typeert aan de hand van zes dimensies: (1) praktisch, (2) analytisch, (3) kunstzinnig, (4) sociaal, (5) ondernemend en (6) conventioneel. Bij het maken van studie- en beroepskeuzes is het belangrijk de persoonlijke interesses zo goed mogelijk te matchen met de omgeving waar men nadien in terecht komt. Het lijkt logisch dat een wetenschapper in hart en nieren thuishoort in een analytisch laboratorium en niet in een kunstzinnig atelier. Maar studenten maken niet altijd de juiste keuze. De artiest durft zomaar in het laboratorium verzeild te raken en de talenknobbel verslikt zich al eens in wiskundige vraagstukken, met ongelukkige en vaak ook gebuisde studenten tot gevolg. Studenten bewust maken van hun interesses moet dan ook een inherent deel van de studieoriëntatie zijn. Een studiekeuze voor een STEM-richting mag dus niet alleen afhangen van de cognitieve capaciteiten van een student. Een toekomstige STEM-student heeft maar beter ook een gezonde dosis Vlaamse goesting voor het beroep van bijvoorbeeld onderzoeker of ingenieur.
Het profiel van de STEM student
Samen met de onderzoeksgroep studieoriëntatie heb ik binnen mijn doctoraat een UGent-breed onderzoek gevoerd naar de interesses van (toekomstige) studenten en het effect van deze interesses op STEM-studiekeuze. Wij vonden dat de interesses van studenten hoogst voorspellend waren voor een keuze voor STEM. Van de 9162 studenten in de studie werd de keuze voor STEM of niet-STEM in 87% van de gevallen correct voorspeld op basis van enkel interesses. STEM-kiezers bleken bovendien een sterkere interesse te hebben voor het praktische en het analytische. Onze toekomstige ingenieurs en onderzoekers waren wel minder geïnteresseerd in het sociale, het kunstzinnige, het ondernemen en het conventionele.
De resultaten van ons onderzoek repliceerden ook de genderkloof. Slechts 29% van de vrouwelijke studenten (versus 49% van de mannelijke studenten) opteerde voor een STEM-carrière. Hoewel deze resultaten bevestigen dat vrouwen nog steeds zwaar ondervertegenwoordigd zijn in het STEM-veld, blijken deze studentenaantallen niet het volledige verhaal te vertellen. Ons onderzoek toont namelijk ook aan dat de interesses van vrouwen beter aansluiten bij de specifiek gekozen studierichting. Niet alleen beter trouwens, maar ook anders. Zo weegt een hogere mate van onderzoeksinteresse zwaarder door bij vrouwen dan bij mannen om een STEM-keuze te maken. De bevinding dat de interesses van vrouwen ook beter aansluiten bij de gekozen studierichting bleek niet alleen op te gaan voor STEM-richtingen, maar ook over alle andere richtingen. Helemaal onverwacht is dat niet, wetenschappelijk onderzoek toonde al aan dat vrouwen nu eenmaal meer nadenken over hun studie en latere carrière.
De wissel op de toekomst
Uit ons onderzoek kunnen we dan ook besluiten dat interesses de wissel zijn op de toekomst indien we meer studenten, maar vooral meer vrouwelijke studenten warm willen maken voor een wetenschappelijke of technische loopbaan. Ons onderwijs dient jonge vrouwen zo vroeg mogelijk bewust te maken van hun aanwezige interesse voor techniek en wetenschap én hen te overtuigen dat een STEM-carrière ook mogelijkheden biedt voor een boeiend en bloeiend beroepsleven.
Door doctor Stijn Schelfhout (Vakgroep Werk, Organisatie en Samenleving - Vakgroep Experimentele Psychologie; Stijn.Schelfhout@UGent.be).
Lees meer over dit onderzoek in het gepubliceerde wetenschappelijk artikel.
Lees ook de andere Research Briefs van UGent @ Work.