Research Brief 55. De lessen van Vlamingen die succesvol opnieuw gingen werken na burn-out
Masterproefstudente Silke Vandekerckhove, doctoraal onderzoeker Philippe Sterkens en professor Stijn Baert
(3 juli 2023) Cijfers liegen niet, maar vertellen nooit het hele verhaal. Zeker niet over complexe fenomenen als re-integratie na burn-out. Vanuit deze optiek ging masterstudente Silke Vandekerckhove onder de begeleiding van doctoraal onderzoeker Philippe Sterkens en professor Stijn Baert in gesprek met mensen die re-integreerden na een burn-out. Aan de hand van een reeks interviews voegt zij een extra menselijk laagje toe aan bevindingen uit eerder cijfermatig onderzoek.
Dat er op vijf jaar tijd de helft meer langdurig zieken bijkwamen omwille van burn-out of depressie haalde verschillende kranten. Maar hoe we die mensen terug gezond en wel aan de slag krijgen, daar blijft het stiller rond. In haar masterproef bouwde Silke Vandekerckhove mee aan de oplossingen van morgen door in tien diepte-interviews met Vlamingen die re-integreerden na te gaan wat succesfactoren én drempels voor hun trajecten waren. Hierbij zoomde ze in op de stempel (‘stigma’) die woog op burn-out en hoe jobvoorkeuren veranderen.
Stigma dat onder je huid kruipt
Een eerste element uit de gesprekken is dat interviewees niet noodzakelijk (openlijk) door anderen veroordeeld moesten worden tijdens hun burn-out om toch een stempel te ervaren. Integendeel, ondanks dat men zich gesteund voelde door een inner circle van vrienden en familie, gaven sommigen te kennen dat ze negatieve denkbeelden vanuit zichzelf invulden of ontstonden door wat zij ervoeren als maatschappelijke verwachtingen. Dit zijn twee quotes die naar voren komen uit het kwalitatieve onderzoek:
“Ik had altijd het beeld van mensen met een burn-out: dat zijn mensen met een kleine emmer, die emmer is gewoon rap vol. Die kunnen niet veel aan.”
“Hoe is dat mogelijk? Ziet ze profiteren! Thuis zijn en niet kunnen werken en ze loopt langs straat? […] Het kan zijn dat ik me dat allemaal inbeeldde hoor. […] Je begint oordelen zelf in je hoofd te steken.”
Inderdaad, alhoewel mensen wel eens zeggen dat ‘enkel wat familie en vrienden denken er toe doet’, is dit niet hoe (zelf-)stigmatisering werkt volgens de wetenschap. Ook in de interviews zagen we indicaties dat mensen maatschappelijke denkbeelden rond burn-out absorberen en op zichzelf toepassen. Ondanks toenemende bewustwording is die negatieve stempel op heden verankerd in onze samenleving en de werking van organisaties – zoals aangetoond in eerder onderzoek binnen UGent @ Work naar arbeidsmarktdiscriminatie en burn-out.
Dynamieken in jobvoorkeuren
Een burn-out kan een finale noodkreet zijn om, in de eerste plaats, rust te bekomen, maar misschien ook om verandering. In eerder experimenteel onderzoek binnen UGent @ Work stelden we namelijk vast dat Vlaamse werkenden met een burn-outverleden gemiddeld sterker aangetrokken zijn tot jobs die telewerk en feedback bieden. Hoe beschrijven individuele mensen nu hun (veranderende) jobvoorkeuren? De interviews bieden evidentie voor grofweg drie verschillende achterliggende dynamieken.
Allereerst is er een groep die hun jobvoorkeuren niet als fundamenteel veranderd ziet, maar eerder als het resultaat van een leerproces. Kernmerkende quote:
“Mijn noden naar de organisatie zijn eigenlijk niet veranderd. Ik denk dat ik mezelf beter heb leren kennen. Ik denk dat je een nieuwe of toch aangepaste persoon wordt, waar je tijdig voor jezelf kunt zien wat er anders en beter moet.”
Een tweede dynamiek geschetst in de gesprekken stelt dat er wel degelijk inzicht is in een fundamentele verschuiving van noden die plaatsvond ten opzichte van vroeger.
“Ik hecht nog veel meer dan vroeger belang aan autonomie, zelfstandigheid en vrijheid. Bijvoorbeeld het feit dat ik mijn eigen uren kan bepalen. Ik heb ondertussen wel een evenwicht bereikt, maar dat is een heel broos evenwicht […]”
Een derde groep beschrijft veranderende jobvoorkeuren als een tijdelijk fenomeen waarna men in staat is om terug te keren naar de situatie voor burn-out door, bijvoorbeeld, even minder het voortouw te nemen.
“Ik denk dat ik na de burn-out eerst even een periode had dat ik wat achter de schermen wou werken, maar dit heeft niet lang geduurd.”
De weg vooruit
Langs de ene kant lijkt er dus geworsteld te worden met maatschappelijke denkbeelden die men op zichzelf gaat betrekken, maar, langs de andere kant, ziet men ook kansen om zichzelf beter te leren kennen. De verscheidenheid in trajecten die mensen afleggen, doet ons pleiten voor een geïndividualiseerde aanpak van burn-out en kan richting geven aan verder onderzoek naar en de behandeling van burn-out. Wanneer het opheffen van die negatieve burn-outstempel een project van lange duur is, laat de weg vooruit er dan ook uit bestaan dat we het potentieel tot groei en zelfinzicht deel laten uitmaken van het maatschappelijk beeld dat we hebben van mensen met een burn-outverleden.
Door masterstudente Silke Vandekerckhove, doctoraal onderzoeker Philippe Sterkens (Vakgroep Economie; Philippe.Sterkens@UGent.be) en professor Stijn Baert (Vakgroep Economie; www.stijnbaert.be). Silke Vandekerckhove verdedigde haar Masterproef op maandag 26 juni 2023.