Research Brief 57. Gaan fysiek zware beroepen en lage rug-, nek- en schouderpijn hand in hand?
Doctoraal onderzoeker Margo Ketels en professor Els Clays
(8 september 2023) Werknemers die acht uur per dag, vijf dagen per week fysiek in de weer zijn tijdens hun werkuren, hebben vaak te kampen met musculoskeletale pijn. Aangezien dit een grote impact heeft op hun welbevinden en hun functioneren, onderzochten wij welke specifieke bewegingen op het werk het sterkst in verband staan met klachten van lage rug-, nek- en schouderpijn. Uit ons onderzoek blijkt dat de hoeveelheid zitten, staan en wandelen tijdens de werkuren niet structureel gerelateerd is aan de pijnklachten. Daarentegen zijn specifieke fysiek belastende taken, zoals het tillen van zware lasten, werken in onnatuurlijke lichaamshoudingen en/of repetitieve taken wel gerelateerd aan de klachten. Verder onderzochten we ook of de psychosociale context binnen het werk ondersteuning kan bieden in het tegengaan van deze klachten. Meer job controle voor de werknemers lijkt goed te zijn om de klachten te kunnen beperken.
De gunstige gezondheidseffecten van bewegen aan een matige tot hoge intensiteit in de vrije tijd, zoals lopen, of aan een snel tempo wandelen of fietsen, werd in de afgelopen decennia stelselmatig bevestigd in de wetenschappelijke literatuur. Steeds meer studies (zoals deze, deze en deze) wijzen er echter op dat fysieke activiteit tijdens de werkuren niet tot dezelfde gezondheid-bevorderende effecten leidt als fysieke activiteit tijdens de vrije tijd. Het kan het risico op hart- en vaatziekten en vroegtijdige sterfte zelfs doen toenemen. Deze tegengestelde effecten van fysieke activiteit tijdens het werk en tijdens de vrije tijd op onze gezondheid wordt in de vakliteratuur ook wel de ’fysieke activiteit gezondheids-paradox’ genoemd. Niet alleen heeft fysiek zwaar werk een negatief effect op hart- en vaatziekten, ook de negatieve gevolgen voor het musculoskeletaal stelsel van werknemers zijn groot. Daarom onderzochten wij met onze onderzoeksgroep welke specifieke aspecten van fysieke activiteit op het werk het sterkst gerelateerd zijn aan lage rugpijn en nek- en schouderpijn.
Specifieke fysiek belastende taken als grote boosdoener
We voerden onze studie uit bij 332 deelnemers van zeven Vlaamse bedrijven uit de diensten-en productiesector met fysiek actieve jobs, waaronder verpleegkundigen, fabrieksarbeiders en mensen die in een medisch labo werken. 25% gaf aan meer dan 30 dagen per jaar aan lage rugpijn te lijden. Frequente nek- en schouderpijn werd door 30% gerapporteerd en 17% van onze deelnemers gaf aan meer dan 30 dagen per jaar met zowel lage rug als nek- en schouderpijn te kampen. We zagen ook dat deze groep werknemers met musculoskeletale pijn zich veel minder in staat ziet om de komende vijf jaar, en al zeker tot op een leeftijd van 60 jaar, hun huidige job te blijven doen. Van de verschillende soorten beweging op het werk bleken wandelen, staan en matige fysieke inspanning, zoals lopen en trappen op- en aflopen, niet gerelateerd te zijn aan musculoskeletale klachten. Specifieke fysiek belastende taken daarentegen, zoals het tillen van zware lasten, werken in onnatuurlijke lichaamshoudingen, repetitieve taken of taken die snel moeten uitgevoerd worden, gingen wel gepaard met de aanwezigheid van lage rug-, nek- en schouderpijn.
Een mogelijke reddingsboei in de psychosociale context?
We onderzochten vervolgens het mogelijk effect van psychosociale factoren, met name autonomie over het takenpakket en sociale steun van een leidinggevende en/of collega’s, in het tegengaan van musculoskeletale pijn. Van de psychosociale factoren bleek job controle negatief geassocieerd te zijn met lage rugpijn en de combinatie van lage rugpijn en nek- en schouderpijn. Werknemers die meer autonomie ervaren over hun taken zijn meer in staat om hun taken zelf te organiseren binnen hun eigen mogelijkheden. Daardoor ervaren ze minder musculoskeletale pijn en kunnen ze dus fysiek zwaar werk langer volhouden.
Implicaties
Werknemers met fysiek zware jobs die veel zware lasten tillen, werken in onnatuurlijke lichaamshoudingen, of repetitieve taken uitvoeren lopen meer risico op musculoskeletale klachten zoals lage rugpijn en nek-en schouderpijn en zien zich vaak niet meer in staat om tot op hogere leeftijd hun huidige job te blijven uitvoeren. Deze resultaten tonen nog maar eens het belang aan van in te zetten op de preventie van musculoskeletale pijn om zo ook het werkvermogen te bevorderen en vroegtijdige uitval te vermijden bij personen met fysiek zware beroepen.
Voor wat de primaire preventie van musculoskeletale klachten betreft is ons eerste advies om ervoor te zorgen dat fysiek belastende taken op een ergonomisch correcte manier worden uitgevoerd en, indien mogelijk, afgewisseld worden met meerdere zit- en rustpauzes. Daarnaast blijkt dat een grote mate van job controle een gunstig effect heeft op musculoskeletale pijn. Autonomie, een belangrijke component van job controle, is cruciaal voor het welzijn van werknemers, maar het is een complex gegeven. Het is belangrijk dat je als werknemer voldoende beslissingsruimte hebt om het werktempo en de werkprocedures tot op zekere hoogte te kiezen, zodat ze aangepast zijn aan je individuele capaciteiten. Arbeiders meer ruimte geven over het plannen van hun taken en rustpauzes kan musculoskeletale klachten dus mogelijks verminderen. Anderzijds betekent meer autonomie niet dat er geen grenzen worden gesteld, en dat alle verantwoordelijkheid bij de werknemer wordt gelegd. Dit zou net voor meer druk zorgen. Voor de werkgever is het dus van groot belang om een gunstige sociale omgeving aan te bieden, voorzien van ergonomische werkomgeving, het bevorderen van regelmatige pauzes en flexibele uren aanbieden die kunnen aangepast worden aan de noden van de werknemer. Om onze adviezen verder te kunnen staven is meer doorgedreven onderzoek nodig waarbij fysiek belastende taken ook op een objectieve manier gemeten worden op verschillende momenten in de tijd.
Door doctoraal onderzoeker Margo Ketels en professor Els Clays (Vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg; Margo.Ketels@UGent.be en Els.Clays@UGent.be).
Lees meer over dit onderzoek in het gepubliceerde wetenschappelijke artikel.