Research Brief 83. Waarom, wanneer en voor wie werkt digitale ontkoppeling?

Professor Mariek Vanden Abeele en assistent Romi Van Esbroeck

(18 juni 2024) We zijn meer dan ooit digitaal verbonden via onze smartphone, smartwatch, laptop, … Maar welke invloed heeft dit op ons welzijn? En kunnen we onszelf beschermen tegen de negatieve gevolgen van de ‘altijd aan’ samenleving door digitaal te ontkoppelen? In hun nieuwe wetenschappelijke publicatie introduceren Mariek Vanden Abeele en haar coauteurs een uitgebreid kader dat inzoomt op hoe digitale media ons welzijn kan bedreigen, en waarom, wanneer en voor wie digitale ontkoppeling een oplossing kan bieden.

Vier bedreigingen van digitale media

Blog post 83-2.pngDigitale media kunnen op vier manieren ons welzijn, onze sociale relaties en onze productiviteit bedreigen. Ten eerste besteden we best veel tijd aan het gebruik van digitale media. Omdat er nu éénmaal maar 24u zijn in een dag, bestaat daardoor het risico dat onze schermtijd de tijd vervangt die we eigenlijk willen benutten voor andere activiteiten die we zinvoller of belangrijker vinden, zoals het werken aan een taak of tijd doorbrengen met familie of vrienden. Hierdoor kunnen gevoelens van schuld ontstaan over de ‘tijdsverspilling’ aan digitale media. We zien bijvoorbeeld dat mensen die langere tijd gedachteloos scrollen door hun socialemediafeed terwijl ze eigenlijk andere doelen voor ogen hadden voor die tijd, zich niet alleen schuldig voelen over hun smartphonegebruik, maar aan het einde van de dag ook een lager welzijn rapporteren.

Ten tweede kunnen digitale media ons afleiden. We hebben het dan over de voortdurende onderbrekingen van onze activiteiten door inkomende berichten op Whatsapp, Teams en in onze mailbox. Tegenwoordig is het moeilijk om een taak af te werken of een kwaliteitsvol gesprek te voeren zonder meermaals onze focus te verliezen. Onze aandacht wordt versnipperd en we beginnen meer te (media) multitasken, wat doorgaans maakt dat we meer tijd nodig hebben voor taken en een groter risico lopen om fouten te maken. De voortdurende aanwezigheid van smartphones, bij onszelf maar ook bij anderen, maken het ook moeilijker om ons ‘in het moment te voelen’.

Ten derde kan digitale communicatie de grenzen tussen onze verschillende rollen in het leven vervagen. We vinden het moeilijk privé en werk gescheiden te houden en we willen én kunnen niets meer missen omdat we gebukt gaan onder de – deels reële en deels ingebeelde – druk om altijd bereikbaar te zijn. Zelfs na de werkuren betrappen we onszelf op het checken van onze mailbox of Teams chat, uit gewoonte, maar ook uit verantwoordelijkheidsgevoel of om al een voorsprong te kunnen nemen op de volgende dag. Door werkcommunicatie ’s avonds en ik het weekend kunnen we niet mentaal loskoppelen van het werk; door privécommunicatie tijdens de werkdag kunnen we niet mentaal loskoppelen van onze verantwoordelijkheden buiten het werk. Deze constante connectiviteit kan nadelige gevolgen hebben voor onze geestelijke gezondheid en welzijn en kan conflicten veroorzaken met anderen (“Mama, ben je nu weer aan het werk?”).

Ten slotte zijn we onderhevig aan allerhande blootstellingseffecten. Het kan dan gaan over blootstelling aan schadelijke online content, bijvoorbeeld wanneer we beelden zien op Instagram van perfecte levens waar we onszelf negatief mee vergelijken. Maar we zijn ook blootgesteld aan allerhande interacties, die niet altijd positief of wenselijk zijn (bv. cyberpesten op het werk). Tot slot zijn we ook fysiek blootgesteld aan allerhande toestellen en interfaces, wat tot fysieke klachten kan leiden (bv. voorovergebogen zitten wanneer je de smartphone gebruikt).

Digitaal ontkoppelen

Gelukkig zijn mensen niet machteloos tegenover deze bedreigingen. Meer zelfs, we zien dat negatieve ervaringen mensen kunnen motiveren om te ontkoppelen en hun digitale connectiviteit te beperken. Mensen hopen zo om de negatieve effecten van overmatig digitale media gebruik tegen te gaan en een gezondere balans te vinden tussen ons digitaal gebruik en ons welzijn.

Te vaak, echter, grijpen mensen naar drastische oplossingen, die dan vaak hun doel voorbij schieten omdat ze niet vol te houden zijn, en zelf allerlei nadelen met zich meebrengen. Zo is het volledig afzweren van digitale media moeilijk in een ‘digital first’ samenleving waarin men veronderstelt dat je digitaal kan bankieren, QR-codes kan scannen en jezelf digitaal kan authenticeren. We pleiten er daarom ook voor om digitale ontkoppelingsstrategieën goed af te stemmen op de bovenstaande bedreigen.

Controle terugwinnen

Om tijdsverspilling op digitale schermen te voorkomen, kunnen we de tijd online beperken. Dit kan bijvoorbeeld door een app te installeren die je schermtijd bijhoudt en die je toelaat zelf limieten in te stellen om deze te beperken. Vaak kan je deze informatie al terugvinden in de instellingen van je smartphone en/of laptop. Tijdrovende apps die weinig praktisch nut hebben kunnen misschien gewoon van je telefoon. Maar even belangrijk is het aanmoedigen van alternatieve activiteiten, zoals het uitoefenen van offline hobby’s of leuke afspraken en activiteiten op de agenda zetten.

Om niet gestoord te worden, kunnen we ook de toegang tot digitale media beperken. Het implementeren van obstakels, zoals een kluisje waarin je smartphone tijdelijk ‘opgesloten’ zit of duidelijke afspraken met collega’s en familieleden om smartphones te bannen tijdens gezamenlijke activiteiten, kan helpen om bewuster om te gaan met digitale afleidingen en de verleiding tot overmatig gebruik te verminderen. Het vinden van een balans tussen het beschermen van gebruikers tegen afleidingen en het behouden van hun autonomie is echter cruciaal, en waar die balans ligt, kan voor iedereen verschillen.

Interventies om het vervagen van grenzen tussen werk en privé tegen te gaan, kunnen zich richten op het herdefiniëren van digitale kanalen zodat er duidelijkere grenzen gecreëerd worden tussen welke sociale rollen we waar en wanneer vervullen. Zo kunnen werknemers beslissen om enkel nog te communiceren met collega’s via Teams zodat communicatie met vrienden/familie exclusief gebeurt op Whatsapp. Door gebruik te maken van rol-specifieke kanalen die afgestemd zijn op onze verantwoordelijkheden, kunnen we duidelijkere grenzen stellen tussen werk, privé en vrije tijd, waardoor we ons beter kunnen focussen en ontspannen.

Ten slotte, kunnen we schadelijke blootstellingseffecten voorkomen. Op Instagram kunnen we selectief keuzes maken in wat we te zien krijgen door bepaalde inhouden en accounts te filteren. Als we de communicatie met bepaalde personen als negatief ervaren, kunnen we ook daar misschien een specifieke tijd en plaats voor reserveren en in ernstige gevallen deze personen verwijderen of blokkeren. Om fysieke last te verminderen kunnen we ingrijpen op onze digitale en materiële omgeving, zoals bijvoorbeeld de grijze schermmodus op je smartphone gebruiken en een staand bureau op de werkvloer vragen. Op deze manier creëren we een gezondere digitale ervaring die ons welzijn bevordert in plaats van schaadt.

Maatschappelijke relevantie

Blog post 83-1.pngWanneer mensen problemen ervaren met hun digitale media-gebruik, is het noodzakelijk om interventies te ontwikkelen die specifiek zijn voor de bedreigingen waar men op wil ingrijpen.

Toekomstig onderzoek moet dan ook de effectiviteit van een meer divers aanbod aan interventies meten, en daarbij rekening houden met de socio-culturele en individuele verschillen die mee een rol kunnen spelen.

Tot slot moeten we ons bewust zijn dat digitaal welzijn zowel een individueel als een collectief gegeven is: Door individueel bewust om te gaan met onze digitale gewoonten, kunnen we een gezondere relatie met technologie ontwikkelen. Maar we moeten ook kritisch zijn over de 24/7-samenleving die we collectief in stand houden: er is een grote maatschappelijke druk om al onze tijd nuttig te besteden en steeds productief te zijn, maar schermtijd kan én mag ook gewoon zinloos en plezierig zijn, zonder dat we ons daarover schuldig moeten voelen.

Door professor Mariek Vanden Abeele en assistent Romi Van Esbroeck (imec-mict-UGent; Mariek.VandenAbeele@UGent.be; Romi.VanEsbroeck@UGent.be).

Lees meer over dit onderzoek in het gepubliceerde wetenschappelijke artikel (geen betaalmuur!).

De financiering van dit artikel werd mogelijk gemaakt door de Horizon 2020 onderzoek en innovatie van de Europese Unie programma van de Europese Onderzoeksraad Subsidieovereenkomst 'DISCONNECT' nr. 950635 en de Research Foundation Vlaanderen (FWO-Vlaanderen) onder Subsidieovereenkomst 'Disconnect to Reconnect' nr. S005923N.

Lees ook de andere Research Briefs van UGent @ Work.